Het Oranjewoud Festival verenigt klassieke muziek en een eeuwenoud parklandschap tot iets nieuws en inspirerends. Artistiek directeur Yoram Ish-Hurwitz zoekt, en vindt, nieuwe wegen om het publiek te raken.

Het Oranjewoud Festival verenigt klassieke muziek en een eeuwenoud parklandschap tot iets nieuws en inspirerends. Artistiek directeur Yoram Ish-Hurwitz zoekt, en vindt, nieuwe wegen om het publiek te raken.

Als Yoram Ish-Hurwitz aan het woord is, hoor je de muziek al een beetje. Hij praat met aanstekelijk enthousiasme over ‘nieuwe vormen’ om van klassieke muziek te genieten, over het Oranjewoud Festival, waarop dat in overvloed gebeurt: strijkers in tipitenten, blazers in het bos, zang in het zwembad, terwijl je lekker wiegt. Dat alles in het mooie parklandschap van Oranjewoud, bij Heerenveen.

Vorm is een vehikel

Ish-Hurwitz (1968) is concertpianist, en bedenker en artistiek directeur van het muziekfestival in zijn woonplaats. Hij komt uit Amsterdam, heeft Israëlische wortels. Hij studeerde aan het conservatorium in Amsterdam, en daarna in New York en Hannover. Hij speelde in binnen- en buitenland, toen hij het plan opvatte om de drie uur durende ‘Années de Pèlerinage’ van Franz Liszt uit te voeren. Een mooi, poëtisch stuk. Maar drie uur is lang. Ish-Hurwitz moest wat verzinnen.

Hij praat veel over vorm, zoekt ‘nieuwe wegen om met vorm de inhoud voelbaar te maken’. Vorm is een vehikel om verbinding te maken met het publiek, zegt hij, om de afstand tussen muziek en publiek te overbruggen. Muziek maken is communiceren, zegt hij. ‘Muziek alleen is niks, publiek alleen ook niet. Ze hebben elkaar nodig. Muziek is in potentie iets fantastisch, een belofte, op papier of in je hoofd. Je hebt iets nodig om het tot leven te brengen.’

Voor de Pèlerinage bedacht hij een pelgrimstocht voor het publiek, dat in een middag aan de hand van twee sprekers drie jaar door Zwitserland en Italië trok, langs de delen natuur, kunst en religie, met ertussen pauzes om op adem te komen. Het werd een ander stuk, er kwamen lagen in de muziek en het verhaal aan de oppervlakte, het geheel kreeg een nieuwe, spirituele lading. Yoram ervoer dat klassieke muziek ook anders kan worden uitgevoerd, en ervaren. Het is het idee achter het Oranjewoud Festival.

Diepe kunst

Het festival is straks in juni. Nu is het een mooie februaridag. In Oranjewoud schijnt de zon door de boomtakken. Ish-Hurwitz woont in een lommerrijke buurt, in een mooi huis, ook klassiek, met een Volvo op de oprit, coniferen in de voortuin en een grote, groene achtertuin. In de woonkamer boeken, kunst, een zwarte piano van Yamaha. In de keuken fluit de fluitketel, Yoram – colbertjasje, opstaand haar – schenkt thee op.

Er is niks mis met de traditionele manier van uitvoeren, een klassiek concert in een concertzaal, zegt hij, terug aan tafel. Maar die vorm is niet altijd en voor iedereen de meest geschikte. Voor jonge mensen is het niet aantrekkelijk om urenlang tussen – met alle respect – grijze muziekliefhebbers in een rij te zitten. De muziek krijgt ten onrechte de associatie saai en langdurig, van regenachtige zondagmiddagen binnenshuis.

‘Ik heb het nooit over hoge kunst, maar over diepe kunst,’ zegt hij. ‘Je moet ernaar leren luisteren. Vooral de jeugd is daartoe nog minder in de gelegenheid geweest. Als je iets niet kent, een schilderij, als je niets weet van de schilder, zijn techniek en symboliek, haal je er minder uit. Je moet iets leren kennen om het te kunnen waarderen.’

Muziek is een taal

Muziek heeft het vermogen om je direct in je hart te raken, zegt hij. Je wordt blij, gelukkig, ontroerd, zonder dat je in woorden kunt vatten waarom. Andere kunstvormen hebben iets cerebraals, beschouwends. Hoe goed of mooi ook, hoe precies een sfeer of een karakter ook wordt gevangen, je wordt zelden tot tranen geroerd door een schilderij of een beeldhouwwerk.

‘Voor mij is muziek niets anders dan een taal,’ zegt Ish-Hurwitz, zijn woorden kracht bijzettend met zijn vingertoppen op het tafelblad. ‘Een aantal wetten die gelden voor muziek is universeel. Maar er is wel verschil. Er is muziek die de diepte in gaat, die meerdere lagen heeft, waar iets in verscholen zit. En er is muziek die niets anders is dan wat je op het eerste gehoor hoort.’

‘Vergelijk het met een mooie vrouw, bij wie je er na twee gesprekken achter komt dat er niets onder de oppervlakte zit. Dan is het klaar. Dat is met componisten ook zo. Je hebt componisten met alleen een mooie vernislaag, anderen bij wie het langer duurt om ze te doorgronden. Sommigen hebben het allebei, een mooi uiterlijk, een mooie klank en melodie, maar ook diepte, zoals Mozart en Chopin.’

Festival met doorgeefluikjes

‘Klassieke muziek is niet iets heiligs, iets wat op een voetstuk staat of waar muren omheen staan. Ik wil een festival met glazen wanden, met vensters, doorgeefluikjes. Met muzikanten en muziek die je kunt aanraken en voelen, die soms raakt aan popmuziek of jazz. Niet dat verkrampte.’

We hebben het steeds over klassieke muziek, als een soort of genre op zich. Dat is onnauwkeurig. Als iemand zegt van popmuziek te houden, zegt hij niet het hele scala van Frans Bauer tot Metallica even veel te waarderen. Zo is het ook met klassiek, dat breed en veelkleurig is als de wereld zelf.

Hij wil geen ‘klassiek met leuke dingetjes’. Muziek met tierlantijnen, een orkest met gekke mutsen op, dat is een valkuil. ‘Het is geen gimmick. Het gaat om de inhoud, de integriteit van de muziek. Het is zoeken naar een vorm die mensen raakt, die ze alert en open maakt voor de muziek.’ Vorig jaar: een tuin waarin verspreid muzikanten stonden, waar de muziek anders klonk afhankelijk van waar je stond of liep. Bezoekers werden onderdeel van de muziek, deden mee, gingen er in op.

Op kussens in een tipi

Het is het verschil tussen de zondagmiddag, waarop de stilte wordt benadrukt door het getik van de pendule en klassiek op de radio, en een lentedag waarop piano of strijkers uit een open raam in een wereldstad klinken. ‘Het is dezelfde muziek, maar de entourage is anders. Een wereld van verschil.’

‘De inhoud is er, die kan jou echt ontroeren, raken. Kom maar op met die inhoud.’ In het onderdeel ‘Tipi’s klassiek’ komt de inhoud heel dichtbij: het publiek zit op kussens op de grond om de muzikant heen. ‘Je hoort zijn adem, er is geen afstand. Een cocon van muziek en publiek. De musici worden uit hun comfortzone gehaald, alleen de hele goede blijven overeind.’ Na twintig minuten wandelen de bezoekers naar het volgende concert, in de volgende tipi.

In Berlijn zag hij een concert in een ‘nachtclubsetting’, klassiek, waar allemaal jongeren compleet uit hun dak gingen. Het gebeurt overal, klassieke muziek in nieuwe vormen. ‘Maar wij gaan er het verst in. We zijn wel een soort voorhoede.’

Inspirerend Oranjewoud

Ish-Hurwitz maakt een opmerkelijke levenswandeling over de planeet. Amsterdam, Israël, New York, Oranjewoud. Hij kwam hier toevallig terecht. Zijn vrouw is oogarts, en kreeg een plek in het ziekenhuis van Heerenveen. Yoram ontdekte wat een ongelooflijk inspirerende plek Oranjewoud is. Het festival heeft dertig locaties. Je hebt hier bos, park, landgoederen, landhuizen en paleizen, een museum, een bunker, een uitkijktoren, alles op wandelafstand van elkaar.

We lopen van zijn huis naar hotel Tjaarda, een van de festivallocaties. Bomen, villa’s, opritten. Schoolkinderen bellen met hun fietsbel, kinderen uit de buurt, school- en klasgenoten van zijn eigen kinderen. Hij groet ze vriendelijk, zij groeten hem terug, dag Zita, hoi Yoram, hallo, hai. We praten even over opera, wat vroeger volkskunst was. Achter een huis kraait een haan.

Zangeressen in badjas

In hotel Tjaarda logeren de muzikanten. Nu is de lobby leeg. ‘Een klein vraagje,’ zegt Ish-Hurwitz bij de receptie. Of we even in het zwembad mogen kijken. Dat mag. In het zwembad is het warm. Bij de kleedcabines trekken we overschoenen aan. Vorig jaar , zongen zangeressen zachtjes in de hokjes, terwijl de bezoekers naar binnen kwamen. ‘Je komt al in een bepaalde sfeer.’

Het water in het zwembad ligt er rimpelloos bij. Stel je voor, zegt Yoram, dat je daar drijft op een drijfstoel, terwijl zes zangeressen in badjas zingen. Dobberen, wiegen, de ogen sluiten, het zingen ondergaan. Warmwatermuziek. Zoete dromen, net als in het programmaonderdeel Room Service Lullaby, waarbij een muzikant je op je hotelkamer in slaap komt spelen, tussen elf en twaalf ’s avonds.

Blazers in het bos

We gaan het bos in. Vorig jaar waren er bijna zesduizend bezoeken aan het festival. Er kunnen er nog meer bij, de parken van Oranjewoud zijn groot. Een bord van Staatsbosbeheer: ‘Wandelen door de pronkzalen van Friesland’, staat erop. Het is in de zeventiende eeuw aangelegd voor Albertine Agnes van Nassau, weduwe van de Friese stadhouder. De paden zijn nat, plassen, kuilen en modder, bandensporen, hindernissen die Ish-Hurwitz met soepele sprongetjes neemt.

Een T-splitsing, even Google Maps checken op de telefoon. Daar is het: een open plek bij een riviertje, of een rivierachtig kanaaltje. Hier komt het Wildernisconcert. Het New Trombone Collective speelt er delen uit ‘Music for Wilderness Lake’. De bezoekers zitten op boomstammetjes met rood vilt, de blazers zitten verstopt in het bos rondom, en komen grommend en bizarre geluiden makend op het publiek af. Spannend en een beetje eng.

Hart van het festival

Het kanaaltje is de Prinsenwijk, het loopt verder tot Museum Belvédère verderop. Ish-Hurwitz werkt aan een odyssee over de vaart, in 2017, met stille boten langs allerlei optredens, muziek, vogels, bosgeluiden. Toekomstmuziek. Nu lopen we verder, naar ‘De Proeftuin’, in de Overtuin tegenover het paleis van Albertine Agnes. De Proeftuin is het hart van het festival. We komen langs een gracht, lanen, rijen bomen. Er klinkt lawaai, boswerklui zijn bezig met motorzagen en een houtversnipperaar.

In de Proeftuin komen breedte en diepte bij elkaar, zegt Ish-Hurwitz, midden op een open veld. Hij wil ‘de breedte verdiepen en de diepte verbreden’. Dat wil onder meer zeggen dat alle muzikanten van het programma ook hier komen spelen, gratis, in tenten, op podia, en dat je lekker kunt eten en drinken, lokaal en van een hoog niveau. Er is een terraspodium, een ‘running gig’ die je overal terugziet en –hoort, een kinderhoek, een kakofonieoptocht met zelfgemaakte instrumenten.

We kijken over het veld, naar de landgoederen rondom. De bomen zijn kaal, in het gras liggen molshopen. De houtversnipperaar loeit. Straks, in juni, klinkt er muziek.

Kijk voor informatie over het Oranjewoud Festival (van 2 tot en met 5 juni) op oranjewoudfestival.nl
Noorderbreedte doet mee aan het Oranjewoud Festival met 2 programmaonderdelen. Check ze hier!