In haar boek ‘Een dijk te ver’, schetst Carla Alma de sluis bij de Punt van Reide. In 1972 klaar voor gebruik en in 1990 gesloopt zonder dat er ooit een schip doorheen voer. Jan Abrahamse, de oprichter van Noorderbreedte wilde het bouwwerk laten liggen, als monument van bezinning.

Hoe snel veranderen onze inzichten? Steeds sneller. Als we deze sluis bij de Punt van Reide nemen, zijn er tenminste vier toenmalige waarheden totaal van gedaante veranderd.

  • Honger is geen motief meer om land in te polderen; we kunnen nu etagefabriekshallen bouwen om groentes te telen en hamburgers uit een laboratorium halen.
  • Destijds wilde Winschoten een goede vaarverbinding – daar was de sluis voor nodig; in onze tijd lachen we daar om. Vrachtwagens verslaan schepen en de A7 blijkt een vele malen betere investering in de infrastructuur.
  • Ten tijde van de aanleg van de sluis was natuur koesteren een hobby van enkele alternatievelingen; nu ziet een grote meerderheid dat als een verplichting in verband met ons eigen voortbestaan.
  • Maar het meest frappant is misschien wel ons veranderde inzicht ten aanzien van water. Destijds was het Dollardkanaal nodig om overtollig regenwater naar zee af te voeren. Tegenwoordig kijken we heel anders naar regenwater; we willen het vasthouden om te gebruiken in droge periodes.

Wanneer we met kennis van nu gebeurtenissen van halve eeuw geleden bekijken, past ons bescheidenheid ten aanzien van onze overtuigingen. Hoe oprecht ook, we blijken allemaal telkens gevangen te zitten in onze eigen tunnel. Een zienswijze die amper een halve eeuw lang houdbaar is!

Je hoeft geen glazen bol te hebben om te zien dat we ook nu leven in een periode van ingrijpende veranderingen. Een halve eeuw geleden stopten we met inpolderen van de Waddenzee. Inmiddels komen we tot de conclusie dat het landschap achter onze dijken is ingezakt en ‘versleten’. Het komt steeds lager te liggen ten gevolge van diepontwatering voor onze intensieve landbouw, gas- en zoutwinning terwijl aan de andere kant van de dijk de zeespiegel stijgt. Ons  exploitatiemodel loopt spaak.

Is dat op te lossen? En hoe dan? Een veel gehoord antwoord is: door de zee weer binnen te laten. Dat klinkt rationeel en zelfs een tikje romantisch. Maar als je eigenaar bent van dat land is het bedreigend. Dan formuleer je het anders en spreek je bijvoorbeeld over ‘land opgeven’. Een tussenweg is misschien om te praten over ‘land loslaten’. Niet alleen landeigenaren ook overheden zijn bang om het beestje bij de naam te noemen. Ze kijken naar Zeeland, waar de Zeeuwen een felle richtingenstrijd voerden over het onder water zetten van de Hedwigepolder.

De noorderlingen zien het lijk al drijven: met die lange waddenkust, al die dijken en het daarachter inzakkende land. Dat wordt een nieuwe grondoorlog. Maar er komen barsten in de dichte kustlijn. Het dorp Holwerd wil weer aan zee komen te liggen. Bij de Eems Dollard is heel voorzichtig een beperkte pilot aangelegd. Daar wordt binnendijks op een klein perceel zout water binnen gelaten.

Vorig jaar mocht ik voor Programma Rijke Waddenzee een essay schrijven over de Eems Dollardkust. Met Jorryt Braaksma van LAMA landscape architects reden we door het kustland, legden we kaarten op elkaar, keken we naar de grote natuurlijke processen. Hoe het troebele water de Eems-Dollardnatuur bedreigt, hoe de bodem daalt, het land binnen de dijk verzilt – en hoe we van die door de mens veroorzaakte drama’s, weer een inspirerende toekomst kunnen smeden. Los niet elk deelprobleem apart op, maar zoek een integrale nieuwe benadering, was het uitgangspunt van LAMA in de zoektocht naar een gezond en prettig leven voor de bewoners.

Ineke Noordhoff houdt op woensdag 11 november een lezing voor de Waddenacademie. Binnenkort kon je die hier beluisteren.