Er wordt veel van het landschap gevraagd, constateert gedeputeerde Henk Staghouwer van Groningen. ‘Er zullen keuzes moeten worden gemaakt. Ook ik ben ernaar op zoek.’

Groningers hebben land op de zee gewonnen. ‘Landschap is dus niet statisch’, beklemtoont de Groninger bestuurder Henk Staghouwer (ChristenUnie). ‘Kijk naar de Eemshaven. Wie had dat gedacht? Die is ontwikkelend landschap.’ Hij waarschuwt voor de valkuilen: ‘Je moet wel verantwoord ontwikkelen. Kijk naar schaal en grootte.’

Bij de Eemshaven komen de grote vraagstukken van de toekomst samen. De metershoge dijk keert de zee, maar moet over een eeuw twee keer zo hoog zijn als antwoord op de klimaatveranderingen. Binnen de dijk investeert de provincie in herstel van eeuwenoude statige boerderijen van het Oldambt, maar ook in nieuwe natuur zodat eb en vloed weer als vanouds het land vormen. De getijden verrijken tegelijk het uitgeputte land: het slib uit Dollard en Eems voert weer nieuwe mineralen aan.

Anders denken moet. Staghouwer gebruikt een voorbeeld dat de Groninger identiteit illustreert. ‘Landschap heeft alles te maken met de ontstaansgeschiedenis van eeuwen. De noordelijke schil van Groningen is ontstaan uit de zee, met vallen en opstaan.  Jammer dat we daarna alle kennis en kunde hebben benut om ons af te keren van de zee. We herstellen dat nu door de dijken van Eems-Dollard te vergroenen.’ In de nieuwe kweldergebieden vervaagt de harde grens tussen land en water. ‘Het is veel meer met de natuur, dan de natuur alleen als schoonheid te zien.’

De energietransitie vraagt offers in het landschap. ‘In het jaar 2030 moet 50 procent van de energieproductie duurzaam zijn. Dit betekent dat er heel wat op ons afkomt. De impact op het landschap is enorm.’ Zijn zorg zit wel in ‘het snel voortdenderen van klimaatdoelstellingen’. Er is volgens hem onvoldoende langjarig perspectief. ‘Daarmee kun je duidelijk neerzetten wat je wilt met je landschap.’

Gemeenten en provincie voeren de energietransitie samen uit. ‘Er moet een versnelling komen’, stelt Staghouwer vast. ‘Ik zie een verschil in aandacht en tempo. Deels is dat verklaarbaar, want sommige gemeenten zitten in een lastige fase door herindeling. Aan de provincie om het proces waar mogelijk te stimuleren en faciliteren.’

Staghouwer wil dat de provincie keuzes maakt. ‘Die krijgen vorm doordat we zeggen dat niet alles zomaar kan in het landschap. Windmolens bij boerderijen bijvoorbeeld. Op basis van een pilot bepalen we of en hoe we daarmee doorgaan. En gaan we experimenteren. Niet bij voorbaat zeggen: dit past wel en dit niet.’

‘Ik zal blijven strijden voor het landschap’, zegt de politicus van de ChristenUnie. ‘Het betekent dat niet alles mogelijk is.’ Een zonneveld van 1.000 hectare, hij heeft zijn bedenkingen: ‘Dan heb ik zorg over een goede inpassing in het landschap.’ Hij wil de weidsheid van het Oldambt koesteren: ‘Daar zie je de landschapslijnen. Die polders moet je niet volplempen met windmolens.’

In vergelijking met andere provincies is Groningen sturend en houdt het veel meer de vinger aan de pols. ‘Wij hebben oog voor het landschap, in het verleden altijd gehad. Het gaat om de balans. Dat betekent dus ook dat we de agrarische sector ruimte geven.’ Hij wijst op het Westerkwartier, waar agrarisch natuurbeheer een succesvol initiatief is.

In Groningen heerst nog het idee van stad en ommeland, maar Staghouwer wil veel meer harmonie. ‘Het zijn geen gescheiden werelden. Het gaat om het borgen van een goede balans. De stad heeft groene ruimte nodig.’

Hij put hoop uit het Landschapsconvenant van Groningen, in 2015 voorzien van vele handtekeningen van belanghebbende organisaties. Die handtekeningen moeten het landschap waarborgen voor de toekomst. Ook hier ligt een taak en verantwoordelijkheid voor de provincie, vindt Staghouwer. ‘Ik ga de betrokken partijen aan de gemaakte afspraken houden.’