Gijs van Rhijn en Mayke Zandstra verlaten hun keurige stadswijk voor een avontuur in een monumentale reuzenboerderij.

Toen de N361 nog langs Maarhuizen liep, maakte de weg hier een slinger om de wierde heen. Het verkeer tussen Winsum en Mensingeweer zag het glooien: hellend weiland, een oprijweggetje licht omhoog, een klassieke boerderij, verscholen in het groen. Verderop een bruggetje over het diep. Een boerenidylle op een Groningse heuvel. Veel mensen kennen de Enne Jans Heerd, zij het vaak zonder te weten dat die zo heet.
Nu heeft de 361 een bypass gekregen – recht en logisch, om Mensingeweer heen – en is de slingerweg bij Maarhuizen een doodlopend weggetje geworden, alleen van belang voor wie hier moet wezen. Eroverheen rijden, onder anderen, Mayke Zandstra, Gijs van Rhijn, sinds dit voorjaar de bewoners van de Enne Jans Heerd, hun zoontjes Abel en Pieter, van en naar school en opvang in Groningen.
‘Mens, durf te leven’, staat op een letterbord in de keuken, in het oudste gedeelte van de boerderij, uit zestien-zoveel. Dat durven Gijs en Mayke wel, leven, al moeten ze misschien af en toe aan hun goede moed worden herinnerd. Het is nogal een avontuur: van de erg geregelde en betegelde Hoornsemeer in Groningen naar een droom van een toekomst op het Hogeland, lokkend maar ongewis. Er moet veel lukken, maar er is ‘positieve energie’.
Toen de laatste boer, Duurt de Vries, tien jaar geleden naar een woning in Winsum verhuisde, bleef de Enne Jans Heerd van zijn functie ontdaan achter. Boerderij en wierde waren eerder aangewezen als ‘cultuurhistorisch object’ en eigendom geworden van Staatsbosbeheer, dat niet wist wat te doen met zijn monumentale bezit. Op een prijsvraag kwamen zestig ideeën binnen, die om zestig verschillende redenen geen vervolg kregen.
Ondertussen hadden architectenbureau Onix, gebiedsontwikkelaar Rizoem en MD Landschapsarchitecten (tegenwoordig ‘Laos’) een plan ontwikkeld waarin vluchtelingen fungeerden als bewoners en bewerkers van leegstaande, tot verval geraakte herenboerderijen in Oost-Groningen. Maar de asielzoekers bleven weg en het plan kwam in het bakje ‘eventueel, ooit’, tot de Enne Jans Heerd en het gezin Zandstra-Van Rhijn in beeld kwamen.
Gijs is kleinkunstenaar, theatermaker en nog een paar dingen, Mayke projectleider van een leefbaarheidsproject in het aardbevingsgebied. In het comfort van hun stadswoning cultiveerden ze hun plattelandswens: gelukkig en van waarde zijn op een plek van ruimte en groen. Ze stuurden brieven naar onder meer Staatsbosbeheer: wij zijn Gijs en Mayke, en we zoeken een plek.
Nu zitten ze hier, aan een schuinstaande keukentafel. De boerderij ‘kruipt de wierde op’, zoals iemand zei. Een door de kinders omgestoten glas melk stroomt met vaart naar het laagste tafeleind. Het is Frans-Gronings land hier, echt glooiend, zegt Gijs. ‘Mensen hebben het gevoel dat ze in Frankrijk zijn.’
Het wordt: een belevingsplek voor cultuur en natuur.  ‘Een plek om te delen’, zegt Gijs. Het moet een publieke plek worden. Géén hipstereiland. Erf en gebouwen gaan open voor Winsumers, wandelaars, voor rustzoekers en cultuurliefhebbers. In de schuren moeten een theater komen, workshopruimtes, kleinschalige horeca, ambachtelijke bedrijfjes. Een terras in de tuin, sap en taart van de fruitboomgaard. Kaas, honing, bier. Lekker eten, drinken, slapen.
‘Beleving’ is erg een term van deze tijd, beaamt Gijs. Maar toch willen ze het. Beleving: met een bootje vanuit Groningen aanleggen in het Mensingeweersterloopdiep dat hier achterlangs loopt, gaan zitten in de tuin. Kijken vanaf de wierde naar het lagergelegen land rondom, richting Groot Maarslag, Schouwerzijl. Een magische plek. In de zomer stonden ze met de caravan naast de begraafplaats boven op de wierde. ‘We zijn allebei niet extreem stoer aangelegd, maar we waren niet bang. Er hangt een fijne sfeer.’
Het Pieterpad komt hierlangs, het Wad- en wierdenpad ook. Het ‘rondje Maarhuizen’, een wandeling vanuit Winsum, komt heuveltje-op-en-af over de wierde. De boerderij ligt op een kruispunt van paden en paadjes, wandel- en waterwegen. Aan de overkant van het diep woont de dochter van ex-boer De Vries. Ze geeft af en toe tips over hoe je de boerderij – haar vroegere huis – moet ventileren, hoe je moet wonen in een reuzenwoning van vóór de cv en dubbel glas.
In Maarhuizen komen dingen samen, verleden, heden en toekomst, mooie plannen, goede bedoelingen. Op de Open Monumentendag in september kwamen ruim duizend mensen. Het was een mierenhoop, gigantisch, zegt Gijs. ‘Zoveel mensen die meevoelen dat het belangrijk is dat hier iets komt, dat dit een te gekke plek is.’
Nu is het maandag, november, en grijs. Aan de schuine keukentafel zitten, naast Gijs en Mayke, Bram Verhave van Staatsbosbeheer en Robert Kuiper van Rizoem. Het project Enne Jans Heerd heeft alles wat in een erfgoedproject kan zitten, zegt Verhave. Restauratie, herbestemming, nieuwbouw naast en nieuwbouw in een monument. ‘Het is een staalkaart van mogelijke dingen die je met zo’n monument kunt doen.
Op de achterplaats komt een Cubestee, de woon- en werkkubus die bij de door vluchtelingen te bemensen boerenerven zou komen. Die geeft ‘flexibele ruimte’ die tijdens de herbestemming van de boerderij wordt gebruikt. Alle partijen – naast architecten en ontwikkelaars onder andere de gemeente Winsum en de Provincie Groningen – zijn graag bij de Enne Jans Heerd betrokken. Hier kan iedereen zich van zijn beste kant laten zien.
In de bijkeuken staan gevoerde rubberlaarzen in een rek, klompen en klompjes van Abel en Pieter. ‘Sinds een paar weken leven we meer binnen’, zegt Mayke. Op een boerderij ervaar je de seizoenen sterker. Je moet dingen opnieuw leren die je in een modern huis verleert. De vloeren zijn koud. ‘Als we de luiken en gordijnen dichtdoen, is de isolatie al vijftig procent’, heeft Mayke op cursus geleerd. ‘Elke kamer heeft een gaskachel. Best luxe.’
In de schuren ruikt het lekker, naar boerenschuur: leem, aangestampte aarde. In de koeienstal staan hun fietsen en fietsjes in de leegte bij elkaar. In de voorraadschuur hangen touwen en spinrag van de hanenbalken. Voorin moet hun woonhuis komen. Nu wonen ze in het voorhuis, waar de B&B is gepland. Bloemenbehang, bedstedes, een schouwschildering. Een kinderbedje, luiers, kinderboeken: Raad eens hoeveel ik van je hou.
Buiten wandelen wandelaars hun rondje Winsum. Hoi, hai, moi. Onder de bomen liggen appels en peren in het gras. Langs de graven van vroegere bewoners naar beneden, een bochtje, een bankje. Daar loopt een ree, wijst Mayke.
Op maandag werkt Mayke op en aan de Enne Jans Heerd: wat, waar en hoe? Gijs maakt een bedrijfsplan. Ze zitten in de ‘haalbaarheidsfase’, zeggen ze. In januari beslissen ze of een toekomst op de wierde levensvatbaar is. Pas dan komen de subsidieaanvragen, de gesprekken met de banken, de vergunningprocedure. Dan begint het echte werk.
‘Geld is de bottleneck’, zegt Bram Verhave. ‘Het plan is goed, geen twijfel.’ Robert Kuiper: ‘Voor ieder goed plan is geld.’ Verhave: ‘Mooie dingen realiseren kost geld, zorgt voor gedoe en vergt geduld.’ Het is balanceren tussen geduld en de noodzaak alle aanvangsenthousiasme nú te gebruiken. ‘De ambitie om dit door te laten gaan is enorm’, zegt Verhave. ‘Niemand is erbij gebaat als het niet lukt.’

Duurt de Vries 

Duurt de Vries is geboren op de Enne Jans Heerd, 7 januari 1931. Zijn vader kocht de boerderij in 1923, van boer Van Ham. Een gemengd bedrijf, 45 bunder, koeien, paarden, schapen, tarwe en bieten. ‘Het was niet van ’t beste land,’ zegt De Vries. Hij woont in Winsum, in een in een huis met een kat, veel foto’s en herinneringen. Aan de muur hangt een schilderij van de boerderij.
Het probleem was het Mensingeweersterloopdiep, dat gebouwen en land scheidde. Met paard en wagen ging het nog wel, maar met de landbouwmachines van later werd het lastig. Je kon als boer niet moderniseren. Plannen voor een loopstal aan de overkant van het diep werden nooit gerealiseerd.
Bij de ruilverkaveling in de jaren zeventig werd de wierde tot De Vries’ onaangename verrassing paars ingekleurd. Maarhuizen werd ‘openbaar bezit’. De boerderij werd eigendom van Staatsbosbeheer, De Vries bleef pachten en boeren. Het was nooit aan de orde dat een van de kinderen het zou overnemen. Eén is veearts in Engeland geworden, een andere werkt bij Auping. Imkelien woont nog bij de boerderij, aan de overkant van de brug.
Dat Maarhuizen zo’n historische stee was, dat het bewaard moet blijven, dat heeft hij zich indertijd nooit gerealiseerd. De Enne Jans Heerd krijgt een nieuwe bestemming. “Ik heb er tachtig jaar gewoond, maar ik heb er geen hartzeer over.” Of het allemaal lukt, moet blijken. “Het is mooi dat er nou een beetje gang in het spul komt. “Het heeft allemaal mijn zegen, als ze het voor elkaar krijgen.”