In een bevlogen betoog argumenteert filosoof en schrijver Jan-Hendrik Bakker dat het lot van het landschap bij betrokken bewoners en lokale bedrijven moet liggen. Op de wereldmarkt telt ons landschap namelijk niet mee. Zien we soortgelijke problemen in het Noorden? En wat kunnen we doen? Neem hieronder deel aan het gesprek!

In “Waarom ons landschap niet te koop is” wil filosoof en schrijver Jan-Hendrik Bakker beslissingen over het landschap leggen bij bewoners en lokale ondernemingen. Bedrijven die produceren voor hun eigen regio, wortelen in de lokale gemeenschap. Dat lokale anker is belangrijk. Voor buren en buurtgenoten ben je dan niet anoniem. Zij kunnen je aanspreken op vervuiling van de omgeving of verwoesting van het landschap. Daarom zal het land vanuit die hoek niet snel gevaar lopen.

Volgens Bakker wordt het problematisch als bedrijven produceren voor de wereldmarkt. Op deze schaal moet alles wijken voor een zo groot en goedkoop mogelijke productie. Grote multinationals voelen minder snel verantwoordelijkheid voor hun omgeving. Ze zijn niet afhankelijk van het landschap en de mensen die er wonen. Bescherming van de plaatselijke omgeving heeft daarom een lage prioriteit. Alles wat wettelijk door de beugel kan, mag – en zo leidt ‘economisering’ van grond tot een onpersoonlijke omgeving.

In lijn met Jean-Jacques Rousseau zet Bakker daarom vraagtekens bij de economische waarde die grond de afgelopen eeuwen opgedrukt kreeg. Is de waarde van land in geld uit te drukken? Vreemd genoeg wordt de economische waarde van land vaak niet eens bepaald door de kwaliteit ervan, maar door wat er in zit of op staat: huizen, mineralen, gas, olie, of weilanden. Maar wat is het land zelf waard?

Bakker denkt dat deze waarde iets emotioneels is. Landschap is van ons allemaal –van, opnieuw, degenen die er wonen en leven. Er valt echter nooit precies te zeggen wie de “wij” zijn in “ons landschap” – er is geen duidelijke gemeenschap af te bakenen. Landschap is meer dan de omgeving waar je woont, je neemt ook deel aan een gemeenschap. Je omgeving woont ook in jouw “innerlijk landschap”, en daarom is het niet te koop: daarom moeten we eigenlijk enorme bedrijven met afstand tot het land weren of aan duidelijke afspraken binden. Ons landschap is niet te koop.

Vindt u ook dat bedrijven die opereren op de wereldmarkt het landschap aantasten? Hoe kunnen we zorgen dat grote bedrijven ons landschap niet permanent aantasten? Laat het hieronder weten!

Lees het essay van Bakker in NB #3 2018