‘Oorspronkelijk kom ik uit Zuidlaren, jaren geleden verhuisden mijn man en ik naar Den Haag. Daar zocht ik een manier om actief de omgeving te verkennen, dus ging ik skeeleren. Mijn man ging mee op de fiets, zo kwamen we op plekken waar we anders niet zouden komen. In het begin was het best lastig, als er veel hoogteverschil was en we ineens bij een stoplicht aankwamen, ging ik achter zijn fiets hangen en remden we samen om niet in de problemen te komen.
Toen we later in Meppel gingen wonen, ontdekte ik in de buurt, in Nijeveen, een skeelerverenging, ze gaven een cursus voor beginners. Ik leerde er onder andere goed te remmen. Je leert er ook hoe je moet vallen. Langs de baan is een mooi grasveldje waar de kinderen dat kunnen oefenen.
Sinds die cursus rij ik af en toe mee met skeelertochten. In Assen was er jaarlijks een skate-tweedaagse, waarbij je op vrijdagavond door de stad achter de muziek aanskeelerde. Op zaterdag en zondag kon je meedoen aan langere ritten door Drenthe. Ik heb de skeelermarathon van Berlijn ook gedaan. En een tocht in noord Friesland, die begon in Hallum. Vaak kom je mensen tegen die ieder jaar dezelfde tocht rijden omdat ze hem zo leuk vinden, andere tochten doen ze niet. Ik vind dat zonde. Er zijn zo veel prachtige routes die je ook kan ontdekken.
Als het goed weer is, dus alleen in het zomerseizoen, probeer ik iedere week wel een stukje te skeeleren. Soms op de baan in Nijeveen, soms ga ik ook het land in, ik skeeler vooral graag in de omgeving van Giethoorn. Havelte vind ik ook mooi, dat is meer naar het noorden. Ik kies mijn routes natuurlijk niet alleen uit op omgeving, het wegdek moet ook goed zijn. Opeen nat wegdek, zoals vandaag, glij je weg, daar is niks aan. Slechte wegen maken het skeeleren heel zwaar. Maar als ik moet kiezen, rij ik liever door een mooi dorpje op klinkers dan over een industrieterrein met perfect asfalt.’
