In 2014 namen de burgers van Ulrum in de strijd tegen krimp het heft in eigen handen De provincie had er anderhalf miljoen euro voor over. Nu het project Ulrum 2034 op zijn eind loopt vragen wij ons af: hoe gaat het met het dorp?

De participatiesamenleving, in 2013 geschetst door Rutte als het ideaalplaatje voor Nederland. Het idee: burgers kunnen veel dingen goed zelf doen, en hebben de overheid daar niet altijd bij nodig. Maar in de praktijk blijkt dat de overheid juist vaak bij burgerinitiatieven betrokken is. In Noorderbreedte 2A (2015) neemt Annemarie Kok het project in Ulrum onder de loep. Ze concludeert: ‘De overheid verdween niet echt uit Ulrum. Integendeel ze was waarschijnlijk nog nooit zo betrokken’.

Door het midden

Het idee dat de burger het allemaal zelf wel kan, lijkt inmiddels bijgesteld. Van top-down, naar bottom-up zijn we inmiddels in het midden terecht gekomen. Zo haalt Ruimtevolk, een platform voor stedelijke en regionale ontwikkeling, een streep door ‘van onderop’ en vervangt het door ‘door het midden.’ In de wetenschap wordt inmiddels de term bottom-Linked gebruikt. Dit verwijst naar een proces waarbij verschillende partijen, zowel burgers als overheid en bedrijven, met elkaar worden verbonden. Achteraf gezien blijkt Ulrum een voorloper.

Ik benaderde Tim-Willems-Kruize van Libau, de onafhankelijke adviesorganisatie voor ruimtelijke kwaliteit en cultureel erfgoed in Groningen en Drenthe. Hij was projectleider van het project Werk& Ulrum. Het project heeft op basis van verhalen van bewoners de dorpsidentiteit in kaart gebracht. Om van daaruit na te denken over het leefbaar houden van Ulrum: hoe knap je panden op zodat je geen ‘rotte kiezen’ krijgt in het straatbeeld? En welke mogelijkheden zijn er om het dorp mooier te maken? Inmiddels is het project overgedragen aan de dorpsbewoners.

Ik ben benieuwd naar de lessen Tim heeft getrokken uit de werkwijze van Werk& Ulrum. En ook naar de vraag hoe het dorp nu zelf de draad gaat oppakken. Tim reageert enthousiast, hij zit met dezelfde vragen. En mailt iedereen die nauw betrokken is geweest bij het project. Hij nodigt ze uit voor een ronde-tafel-gesprek in café Neptunes.

Werk& Ulrum

Nog even de feiten op een rij. Ulrum heeft de afgelopen periode te maken gehad met krimp, cijfers van het CBS laten zien dat in 2016 het dorp 1.300 inwoners heeft, bijna twintig procent minder dan tien jaar geleden. Waar Ulrum aan het eind van twintigste eeuw nog een belangrijke functie had voor de omgeving, met een levendig centrum, heeft het nu te maken met een forse afname van voorzieningen en openbare functies. Onder de vlag van project Ulrum 2034 zijn er verschillende projecten en initiatieven opgestart om het dorp leefbaar te houden en verpaupering tegen te gaan. Een van die projecten is Werk& Ulrum. Naast  de dorpsbewoners en Libau hebben ook de Hanzehogeschool, Rijksuniversiteit Groningen en Specht architecten meegewerkt aan dit project dat mogelijk is gemaakt door subsidies van de gemeente, provincie en het Stimuleringsfonds voor Creatieve Industrie.

In plaats van plannen te maken over het dorp in het gemeentehuis, konden bewoners zelf aangeven wat belangrijk was. ‘We vroegen bewoners om een rondleiding te geven langs plekken die voor hun waardevol waren’, zegt Tim. ‘Het ging dan over schoonheid van panden maar ook over huizen van bekende Ulrumers of plekken waar voor het dorp belangrijke gebeurtenissen plaats handen gevonden. Op basis daarvan kregen wij een prachtig beeld van de dorpsidentiteit.’ Die verhalen zijn opgetekend in het boekje Typisch Ulrum.

In het vervolg van het project is ingezoomd op de oude kern. Er was nog geld beschikbaar voor dit gebied maar het was onduidelijk hoe dit in te zetten. Daarnaast kon door de focus op de oude kern samenwerking worden gezocht met het project Terpen- en Wierdenland van Landschapsbeheer Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen.

Met dorpsbewoners is nagedacht hoe de oude kern aantrekkelijker gemaakt kan worden. Hierbij werden de resultaten uit Typisch Ulrum meengenomen als vertrekpunt. Om de bewoners te ondersteunen heeft de werkgroep van bewoners en professionals twee werkboekjes gemaakt. Een voor pandeigenaren, die een subsidie kunnen krijgen voor het opknappen van hun pand. Daarin staan simpele tips om het huis op te knappen, bijvoorbeeld met een typisch Ulrums kleurenpallet. En dan is er nog een boekje met ideeën die het dorp met andere partijen op kan pakken om de kern als geheel mooier te maken. Daarin is bijvoorbeeld voor een braakliggende locatie het idee van een Slingertuin uitgewerkt, die betekenis geeft aan de ruimte en het dorp met het Asingapark verbindt. Daarbij staat dan ook met welke partijen samengewerkt kan worden om het plan te realiseren. Landschapsbeheer Groningen en de Zonnehuisgroep Noord hebben op dit idee al enthousiast gereageerd.

Bottom-linked

De vertegenwoordigers van Dorpsbelangen, gemeente de Marne, Landschapsbeheer Groningen, projectleider van Deel& Ulrum Petra de Braal, Bartele van der Meer (was vanuit de Rijksuniversiteit verbonden aan WERK& Ulrum) en Stichting Ulrum 2034, Libau en Specht Architecten hebben zich allemaal in Café Neptunes verzameld om na te praten over het project Werk& Ulrum. Ze zitten aan een grote tafel met daarop een dieproodkleed en kleine bloempotjes. Aan de muur hangen foto’s van lavendel, in de hoge ramen hangt een bloemetjesgordijn. Tim en Annet hebben een presentatie gegeven waarin ze enthousiast vertelden over het proces samen met bewoners en professionals. ‘Nu zijn we ook wel benieuwd hoe jullie dit hebben ervaren’, zegt Tim.

‘Zonder jullie was het niet gelukt’, zegt Jaap. Hij is als bewoner betrokken bij Werk& Ulrum. ‘Je hebt specialisten nodig om plannen uit te werken en te zien wat er mogelijk is. Zo heb je ook automatisch een leider binnen de groep die de autoriteit heeft om mensen mee te krijgen.’ Dit wordt door Tim beaamd: ‘Als je alles bij de bewoners neerlegt laat je kansen liggen. De ideale situatie is een combinatie tussen bewoners en professionals.’

Vanzelfsprekend

Wethouder Herwil van Gelder van gemeente de Marne gelooft in de bottom-linked benadering. Hij hoopt dat het niet als een vanzelfsprekendheid wordt gezien, hoe het hier in Ulrum is gegaan. ‘Aan het resultaat kun je niet afzien dat er een bijzonder proces aan vooraf is gegaan. Normaal zouden wij Tim en Annet in het gemeentehuis hebben uitgenodigd en kwamen we vervolgens hier in Ulrum vertellen welke kleuren je wel en niet mag gebruiken op je huis.’ De benadering vraagt aan de voorkant een investering, die niet duidelijk te herkennen is in het resultaat, dat maakt het ook kwetsbaar.’

‘Tuurlijk is het kwetsbaar’, zegt Petra de Braal.  Ze heeft als projectleider van Ulrum 2034 het dorp vier jaar lang gevolgd. ‘Ik ben een buitenstaander, ik kom elke keer opnieuw en dan zie ik heel veel verandering. Ik ging altijd in het winkelcentrum zitten zodat ik benaderbaar was voor bewoners met vragen. De eerste keer kwam er helemaal niemand. Maar aan het eind konden we nooit meer vergaderen omdat er altijd iemand binnen kwam. Dat zijn van die dingen, kleine veranderingen. Het is makkelijk om te scoren door het geld aan iets groots te besteden en daar een mooi verhaal van te maken. Hier is het over een langere tijd verspreid. Stiekem is er veel meer gebeurd dan we van tevoren dachten. Tweehonderd mensen hebben hun huis aangepast en er zijn tachtig woningen van de woningcorporatie aangepast. Dat is geleidelijk gegaan en ik geloof in dat duurzamer model, waarbij er meer tijd wordt genomen om met het dorp zelf na te denken over wat werkt en wat niet.

 

Geen hosanna-verhaal

‘Er zat ook wel veel luchtfietserij bij, de afgelopen jaren’, zegt Jaap. ‘Op een gegeven moment werd Ulrum het dorp van de toekomst genoemd, toen vroeg ik me wel af of dat nu echt nodig was.’ ‘Maar is het dorp van de toekomst ook niet een plek waar van alles misgaat?’ vraagt Petra zich af. ‘Er kwamen bussen uit Den Haag, die dachten dat we hier stonden te klappen als ze kwamen binnen rijden. Maar er is hier ook gewoon ruzie, net als in elk dorp.’

‘Ik denk dat Werk& Ulrum niet had gekund toen we hier begonnen’, zegt Petra. ‘Een van de punten op de agenda was toen ook het opknappen van panden. Als ik iets niet goed zeg moeten jullie het zeggen, maar eigenlijk wilden jullie dat eerst helemaal niet. En als ik dan hier nu zit, zo vier jaar later dan denk ik. Nou er is wel veel ontzettend veel gebeurd. Het mooie is dat als je op alle foto’s kijkt, dan zie je dat het altijd hier in het dorp plaatsvindt. Dat je niet over Ulrum praat, maar dat Ulrum het uitgangspunt is.’

‘Dat klopt’, zegt wethouder Herwil. ‘In de gemeente hebben we ook ontzettend veel geleerd, dat zetten we ook weer in bij andere dorpen. Het is makkelijk om te vertellen wat er moet gebeuren, maar het is beter om meer ruimte te geven. De oude manier om van alles te bedenken op het gemeentehuis is niet meer van deze tijd. Dat werkt ook de andere kant op. In Ulrum beseffen bewoners zich steeds meer dat het dorp van hun is. Ze kijken verder dan hun eigen woning.’

Hoe verder?

Project Ulrum 2034 loopt op zijn eind en het stokje van Werk& Ulrum wordt nu doorgegeven aan de bewoners Ton en Jaap. Zij gaan nu over de subsidieaanvraag die gedaan kan worden voor het opknappen van de panden in de oude kern van het dorp

‘Hoe gaat het er nu mee?’ vraagt Tim. ‘We hebben een start gemaakt’, antwoordt Jaap. ‘De boekjes hebben we persoonlijk aan de mensen bij de voordeur overhandigd. Zo konden we meteen een praatje maken en hopen we dat het niet meteen in de papierbak beland. We hebben nog geen aanvragen gehad, maar ik denk dat wanneer de eerste begint dit wel een olievlekwerking gaat hebben. Zo ging dat ook met de geveltuintjes. Nu de eerste mensen zijn begonnen met planten wil ineens iedereen. Gelukkig komt er nog een tweede ronde!’ Er wordt gelachen. ‘Altijd een tweede ronde organiseren dus’, zegt Tim.

Warm houden

‘Je zou er eigenlijk voor moeten zorgen dat onafhankelijke professionals, als bewoners daar behoefte aan hebben, bij kunnen springen om het dorp en het project in beweging te houden’, zegt Tim. ‘Maar daar is in bottom-linked processen nog te weinig aandacht voor’. ‘Ik hoop dat het ook echt in de relatie zit’, zegt Petra. ‘Ik weet nog dat er een bewoner de gemeente had gebeld met de vraag of ze bloemetjes in een lege kavel mocht zaaien. Toen had de gemeenten gezegd: “Nee dat kan niet want er moeten huizen komen.” Die staan er nog niet. Dan hoop je dat zoiets nu niet meer gezegd wordt, dat ze in plaats daarvan meedenken. Dan heb je misschien wel niet zoveel geld nodig.’

‘Ik redeneer nu ook zo’, zegt Jaap. ‘Ook al is er geen middenstand, die boodschappen doe ik wel onderweg, dat weerhoudt mij er niet van om hier met plezier te wonen. En als ik de straat netjes wil hebben maak ik het zelf schoon. Toevallig heb ik zaterdag nog het onkruid bij de parkeerplaats weggehaald. Ik kan me er wel aan blijven ergeren, maar ik kan er ook wat mee doen. De buurman kwam ook nog even helpen en we waren zo klaar. Na afloop dronken we een biertje, praatten we er even met de andere buurman over. Ongetwijfeld dat er straks iemand komt die zegt, dan doe ik het nu wel een keertje. Het idee moet groeien, ik woon hier, ik wil graag dat het mooi is, en dus ga ik het doen.’

Dingen veranderen door te doen

“Het is nog een hele zoektocht’, concludeert Petra. ‘Maar we hebben wel enorme stappen gemaakt. Er is niet een sleutel die we in elke situatie kunnen gebruiken. We moeten ook niet vergaderen om de wereld te veranderen, daarvoor moet je gewoon dingen doen. Ik ben heel positief, dat is er niet uit te rammen. Ik geloof dat je ergens vóór moet zijn, dan verander je iets. Dat hebben we hier geprobeerd.’

Op 30 mei is er een afsluitend symposium in Ulrum