Op 19 maart werd in Drachten het centrumdeel van de hergraven Drachtstervaart geopend, in Noord-Groningen op 16 mei de Blauwe Passage. Peter de Kan en Wim Boetze gingen eens kijken hoeveel de nieuwe waterwegen bijdragen aan stads- en landschapsschoon.

De Drachtstervaart is niet zomaar een vaart. De waterweg kende zijn gloriejaren in de achttiende en negentiende eeuw als handels- en turfvaart. Dat het daarna nog tot 1964  heeft geduurd voor hij gedempt werd, is opmerkelijk. Schepen kwamen er nauwelijks meer. Nog veel opmerkelijker is dat eind jaren negentig, relatief kort na de demping, een beweging op gang kwam die er hartstochtelijk voor pleitte de oude vaart weer te ontgraven. Om het ideaal kracht bij te zetten en – naar het credo van de beweging – ‘de vaart erin te houden’, schilderde de Drachtster kunstenaar Henk Hofstra tussen 2007 en 2014 het plaveisel van het Moleneind alvast blauw: een kunstwerk met de titel Water is leven. Het was  een slimme actie die de politiek er permanent aan herinnerde dat de begraven vaart tot leven wekken veel levendigheid en nieuw ondernemerschap in het stadscentrum zou brengen.

Al eerder was de vaart in meer westelijke richting inspirerend gebleken voor water- en natuurrijke stedenbouw. Het strekt de Drachtster politiek tot eer dat ze met zoveel visie een kilometerslange historische lijn tot een stedenbouwkundige hoofdader heeft verheven. En over de volle lengte nog bevaarbaar ook. We willen in dit verband nog even herinneren aan de inspiratieloze en ongeïnteresseerde houding van de stad-Groninger politiek tegenover het oude Winschoterdiep (lees Noorderbreedte nr. 1, jaargang 2015). In Drachten schromen ze niet om op Hausmanniaanse wijze het mes te zetten in een verlopen en dichtgeslibde stadsader.

Maar goed, de eerste opening dus van weer een bevaarbaar stuk Drachtstervaart. Het gaat hier om driehonderd meter bevaarbaar stadswater. In 2016 komt daar nog eens zevenhonderd meter bij. Zo op het eerste gezicht ziet het er zeker niet slecht uit: mooi breedteprofiel, brede kades, goed gesitueerde aanplant van mooi gekweekte lindebomen, lekkere forse maat hardstenen kaderand op een zorgvuldig opgemetselde kademuur, goeie kadesteiger ook. 

Maar dan, op het tweede gezicht, die onmogelijk smalle voetgangers-/fietsbrug, die veel te smalle kadetrapjes in veel te kleine aantallen uitgevoerd, die veel te smalle overgang van het vlonderterras naar het carillonplein. Dat hele terras had rondom, tot op het straatniveau, in één lange trap met flinke treden moeten liggen, zodat je vanaf elk terras op straatniveau direct het vlonderterras op had kunnen lopen. Vanaf het carillon – trouwens hoe kom je op het idee om van een carillon een feesttent te maken? – had het terras meer allure gekregen als het onder een lang hellende trap vanaf straatniveau was ingeleid. Nu val je min of meer in een soort orkestbak.

Toch merkwaardig dat in een project met zoveel lef zo benepen met het rand- en kantwerk is omgegaan.

En dan die brug. Werkelijk een complete miskleun. We hebben een tijdje staan kijken naar het nogal drukke gebruik van de brug. Om te beginnen ligt die al niet in de as van de doorgaande route, wat bij bijna alle fietsers aarzelingen oproept of ze moeten afstappen of doorfietsen. Vervolgens stappen ze uitgerekend op de helling af. Dat kan komen doordat de vaart er niet meer in zit of doordat er plotseling een tegenligger verschijnt. Elkaar passeren vraagt dan goede omgangsvormen.

Water tot in de kern van Drachten! Werkelijk, alle lof daarvoor! Maar die brug… Die moet vervangen worden door een ruim bemeten sierlijk gebogen exemplaar. Zo’n brug waarop je even wilt blijven staan om over het water te kijken of waar je een bruidspaar op wilt zetten voor een trouwreportage.

Blauw

Het Oldambtmeer is uit zijn isolement gehaald door een drie kilometer lang kanaal dat het verbindt met het Noord-Groningse vaarwegennet. Het draagt de wonderlijke naam Blauwe Passage. Die zou eerder een dichterlijke benaming voor de hemelpoort kunnen zijn. In hun ijver Blauwestad te promoten ‘schilderen’ de ontwikkelaars elke nieuwe ontwikkeling blauw. In het zuiden is het meer met de buitenwereld verbonden door het Blauwediep en de Blauwediepsluis, in de catalogus wordt de modelwoning Blue eMotion aangeprezen, terwijl het hele project doorgaat voor het Blauwe Hart van Groningen. En dan nu weer De Blauwe Passage. Het mag een wonder heten dat het meer nooit Blauwemeer is genoemd.

Het kanaal is de uitvoering van een lang gekoesterde wens om vanuit het meer bij Termunterzijl buitengaats te gaan, de Eems op. Halverwege pikt Nieuwolda dan een graantje mee van de toervaart.

Ooit had de bedenker van Blauwestad, de Oldambster Wim Haasken, het idee om het meer langs al bestaande kanalen rond om het Midwolderbos te verbinden met het provinciale netwerk. Een prachtige winwin-oplossing in een mooi intiem landschap. Maar dat wilde Stichting Groninger Landschap toen niet. Haaskens reactie was, toen hij hoorde dat het dan maar langs de polder achter Midwolda moest: ‘Dan sta je na de sluis toch gelijk in je blote kont!’

Het kanaal ligt er nu, en het ligt er perfect bij. Het is een mooie streep water geworden met een lekkere breedte en mooie oevers. Haasken zal het ook bevallen, denken we zo.

Timmer BNA Architecten tekende voor de kunstwerken, de sluis en de bruggen. Allemaal mooie ontwerpen. We kennen het enthousiaste gebruik van de kleur geel in de ontwerpen van Timmer. Het geeft het ontwerp al gauw een modern tintje, daar waar het niet altijd modern hoeft te zijn. Deze keer heeft de architect met geel raak geschoten. De kleur past goed bij zo’n fris nieuw kanaal.

Ook de wandelpaden zijn van de hand van Timmer. Over die paden lazen we in een infobulletin het volgende: ‘Deze “doorsteekjes” verbinden het dorp en de vaarverbinding. Ze bieden de vaargasten de gelegenheid het dorp te bezoeken voor een boodschap, om eens rustig oog en oor te hebben voor het dorpsleven en de bewoners, of gewoon voor een lekkere kop koffie.’ Onvermeld blijft dat tussen kanaal en dorp de inmiddels verbrede Oudlandseweg ligt, de nieuwe rondweg van Midwolda. Er moeten toch nog wat voorzieningen getroffen worden voor de vaargasten veilig het dorpsleven kunnen bereiken.