Altijd al een kasteel in Noord-Groningen willen kopen? Mede door de aardbevingen zijn de woningen er niet duur en is de keuze groot. ‘Als je je geluk laat verpesten door een scheur, moet je hier niet gaan wonen.’ Door Bert Nijmeijer

In Loppersum staan de meeste huizen nog overeind. Allemaal eigenlijk. Bij molen De Stormvogel ga je linksaf de Molenweg in, waaraan vrijstaande huizen met mooie tuinen staan. Bomen langs de weg, het gemeentehuis, hotel-restaurant Spoorzicht, van waaruit je de lommerrijke Stationslaan in kijkt. Het is een doordeweekse ochtend in oktober, het is rustig en stil onder de oude Lopster toren, waar het leven goed is, zoals bekend.  

Aan het einde van de Molenweg, voorbij Zonnehuis Wiemersheerd, staat wat de makelaar een karakteristiek en royaal vrijstaand herenhuis noemde. Veel leefruimte in en om de woning (165m2); totale perceelgrootte ca. 1600m2. Op 18 juli 2014 werd Jan Bolhuis (74) uit de stad Groningen de nieuwe eigenaar, nadat het huis zeker vier jaar te koop had gestaan.

Meneer Bolhuis doet open, een lange man met een fleecetrui, een volle grijze kuif en een stevige handdruk. In de woonkamer is het lekker warm. Hoge plafonds, meubels,  alles wat een mens verstaat onder modern comfort. De Volkskrant, de VPRO Gids. Aan de muur een ets van de Martinitoren. Jan Bolhuis zet koffie in de keuken, waar een knipsel op de koelkast hangt: ‘Ik wandel dus ik ben’.

Hij heeft een scala aan reacties gehad op het feit dat hij juist in Loppersum ging wonen, in het epicentrum van het aardbevingsgebied. Ja, waarom? Hij zocht een huis met een tuin, ruimte en privacy, en vond het hier. Het is hier zo mooi en rustig. Bolhuis krijgt veel wandelgroepjes uit het Westen te logeren. Ze staan versteld van de schoonheid.

Hij heeft hier op de fiets rondjes gereden: kijken hoeveel huizen er in de steigers stonden. Dat viel mee. Een paar oude boerderijen. Eén huis waarvan de voorgevel gestut was. Dat is nu gerepareerd. De buren hebben ook schade en reparaties gehad, en met de makelaar en de vorige bewoners heeft hij uitvoerig over de risico’s gesproken. Maar het beeld dat je hebt van aardbevingen elders op de wereld, compleet verwoeste straten en huizen, dat zie je hier niet.

Bolhuis woonde in het Westen en het Zuiden van het land, waar hij getrouwd was met een Brabantse boerendochter. In Groningen, terug in het wortelgebied, woonde hij in die mooie gekleurde huizen aan het Reitdiep, tussen de gezinnen. Heb jij geen vrouw?, vroegen de buurtkinderen hem, heb jij geen kinderen? Ze vroegen nog net niet: wat doe jij hier? Hij was de stad zat. Hij komt oorspronkelijk uit Doodstil.

Sinds hij hier woont is er geen aardbeving geweest, niet één die hij heeft gevoeld. Hij heeft één keer een aardbeving gevoeld, in Den Bosch: de aardbeving van Roermond in 1992. Toen zei niemand dat je niet meer in Roermond kon wonen. Hij heeft een boek gelezen over de aardbevingen. Het komt door de gaswinning – het zijn geen aardlagen die over elkaar schuiven, de wereld vergaat niet.

Hij wil niet de indruk wekken dat hij de zorgen van de mensen bagatelliseert. ‘De emoties die de mensen hier tonen, neem ik serieus.’ Maar sommigen zijn wel erg over hun toeren. Toen minister Kamp in januari in Loppersum was, blokkeerden ze met tractors de Stationslaan. Ze klopten op de ramen van het gemeentehuis: ‘Kom dan naar buiten, als je durft?’

Mensen laten zich opjutten. Op televisie zeggen ze: wij moeten hier weg. Wij slapen niet meer. Nogmaals: er zijn mensen die echt met de brokken zitten. Dat is echte ellende. Maar het is niet zo dat de grond voortdurend schudt. Hotel Spoorzicht kreeg aanvragen van mensen die zo’n aardbeving ook wel een keer wilden meemaken. Het hotel kon niet garanderen dat er tijdens hun verblijf een aardbeving zou plaatsvinden.   

Spoorzicht heeft ook schade, zoals veel panden. Reparabele schade. ‘Ik sluit niet uit dat ik ook schade krijg’, zegt Bolhuis. Het risico is ingecalculeerd bij de koop van het huis. Dit is waarschijnlijk het laatste huis dat hij koopt. Hier wil hij blijven wonen, in de overzienbare tijd dat hij nog leeft. ‘Ik ben niet zo angstig aangelegd. Ik ben alleen. Als het huis instort, ga ik in een tent of in de caravan in de tuin slapen.’

Binnenkort krijgt hij vierduizend euro van de provincie om te ‘verduurzamen’. Je moet aantonen dat je schade hebt of het huis pas gekocht hebt. Je moet het geld besteden aan zonne-energie, verbouw of isolatie. Je kunt je afvragen wat zonne-energie met de bevingen te maken heeft.  

We staan in de tuin. Bijna 1600 m2 gras, fruitbomen, bramen, frambozen, een moestuin, picknickbankjes, een rozenpaviljoen. De caravan staat onder een luifel. Het geheel wordt omringd door lage zijvleugels van het bejaardentehuis.

Terug in huis, in de gang. ‘Heb jij niet het gevoel dat het hier afloopt?’, vraagt Bolhuis. Hij pakt een jeu de boules-bal en legt hem op de granito vloer. Ja, de bal rolt een klein stukje naar achteren.

Ook zonder de aardbevingen was Noord-Groningen voor makelaars al een lastig gebied. De regio kwam zelden in het nieuws, en nog minder vaak positief. Hoe onterecht dat is, weet iedereen die er woont, die het kent. Desondanks kwamen de media eens in de zoveel tijd het beeld bevestigen dat iedereen toch al had: leeg en toch uitzichtloos, werkloosheid, ellende, krimp. Die bevingen konden er ook nog wel bij.

Het gebied is hard geraakt door de crisis, zegt makelaar James Stenekes. De jongeren trekken weg, om pas op latere leeftijd, oud en wijs geworden, terug te keren. De huizenprijzen in de regio daalden toch al. De bevingen komen daar nog bij. De NAM compenseert huizenbezitters met schade, soms ook als ze hun huis door de bevingen onder de prijs moeten verkopen.

De bevingen zijn een plaag en een bron van zorg. Van de andere kant: misschien is de onrust voor kopers juist een kans. Altijd al een kasteel in Noord-Groningen willen kopen? Zoveel keus, en zo bereikbaar, krijg je misschien nooit meer.

In de afgelopen zomer, toen het zo warm was, verhuisden Anton Roerdink en Joke de Groot van een rijwoning in de stad-Groninger wijk Selwerd naar een authentiek woonboerderijtje in Westeremden, een schilderachtig dorpje op nog geen vier kilometer van Huizinge, waar in 2012 de zwaarste beving tot nog toe plaatsvond, met een kracht van 3,6 op de schaal van Richter.

Vrijdagavond, oktober, regen. Over de Eemshavenweg vanuit Groningen rijd je het donker in. Je moet je ogen goed op de weg houden. Aan de Bredeweg in Westeremden is het even zoeken naar de oprit van Anton en Joke. Maar als Anton heeft opengedaan, stap je binnen in een kleine plattelandsdroom van de stadsbewoner. Boerencomfort, geschikt voor in de interieurbladen. Het was er al mooi en gezellig toen ze het kochten, nu is het mooi en gezellig op hun eigen manier.

Hout, natuursteen, een piano. Een afstapje naar de keuken, met kookeiland en granitoblad. De badkamer, geïsoleerd en warm. Hier, vanuit de slaapkamer stap je zo de tuin in, demonstreert Anton. Héérlijk. Zo kom je bij hun ‘buitenverblijf’, een luxe houten vrijstaand bijhuis, met een houtkachel, een sauna, een tweepersoonsbed op pallets en een grote veranda.

‘Wij zijn echt de koning te rijk, het is echt genieten’, zegt Anton. ‘Stel je voor: hier komt nog een bankje te staan. Gaan we in de weekends lekker zitten.’ We kijken de tuin in, 1025 m2 duister. Bij mooi weer zetten ze tuintafels tegen elkaar: gasten, lekker eten en drinken. Het is net Italië. Achter in de tuin kun je mooi vuurtjes stoken.

We zitten bij de kachel in de woonkamer, met koffie en bokkenpootjes, en twee katten op de bank. Anton is 55, Joke 48. Allebei echte stadjers. Joke heeft nog 17 jaar in Amsterdam gewoond. Naar buiten verhuizen is iets wat nu ook kan, zegt Joke. Toen de kinderen klein waren, kwam het niet in ze op. Ze werken allebei in de stad. Anton aan de Hereweg, 24 kilometer van deur tot deur. Ze gaan op de fiets. Straks in de winter ook.

Ze krijgen altijd de reactie: oei, Westeremden. Midden in de gevarenzone. Maar de problemen zijn niet alleen hier, zegt Anton, ze betreffen grote delen van de provincie. Ze hebben hier de gaskraan op een kier gezet. De bevingen verplaatsen zich nu naar de stad Groningen.

Ze hebben een bewuste keuze gemaakt, zegt Anton. ‘Wij zijn geen naïeve mensen. We hebben het goed doorgesproken met de makelaar: stel nou dat er schade komt, waar hebben wij dan recht op?” Ze hebben een nulmeting gedaan: hoe is het huis er aan toe? Je moet niet geringschattend doen over de narigheid in het gebied, maar die heeft ze niet tegengehouden. Kome wat komt. ‘Als je je geluk laat verpesten door een scheur, moet je hier misschien niet gaan wonen.’

‘Weet je wat ook zo heerlijk is’, vraagt Anton, terwijl hij de draaistoel naar het raam toe draait. ‘Hier zitten, bij de kachel, met een glas wijn, en dan over de velden kijken.’ Nu zie je alleen donkerte. ‘Ja’, zegt hij. ‘Ga je nou voor je geluk, of voor de angst?’ Hij vertelt dat hij jaren in een oude Volvo 850 reed, oud en af, maar zo heerlijk. Toen die weg moest, viel het hem op hoe hij ervan had genoten. ‘Dat is de kunst: ergens heel erg van genieten zolang het er is.’

Je loopt hier van Westeremden over een schelpenpaadje naar Loppersum. Overal bordjes: eieren te koop, jam, yoghurt, verse tomaten. Een boerenidylle, op een kwartier van de stad.

Hebben ze ondertussen al een aardbeving meegemaakt? ‘Nee’, zegt Anton. ‘Wat we gemerkt hebben van de aardbevingen is een brief van de NAM in de bus, dat die langs zou komen om foto’s te maken.’