Stefan Nieuwenhuis schrijft een gedicht over een plek waar hij toevallig is beland. Een fotograaf maakt, zonder het gedicht te kennen, een foto van de plek op basis van de opgegeven GPS-coördinaten. Deze keer is het beeld van Ruben van Vliet.
Stefan Nieuwenhuis schrijft een gedicht over een plek waar hij toevallig is beland. Een fotograaf maakt, zonder het gedicht te kennen, een foto van de plek op basis van de opgegeven GPS-coördinaten. Deze keer is het beeld van Ruben van Vliet.
Het is de combinatie daar ben ik nu wel achter
van het ruige scheppen van zand en het gravenmet het snoepkleurige water dat vlakbij roerlooszich onttrekt aan alles waarmee we bezig zijn
staar diep in het blauwe dan horen wehet snorren van de gravers en de wagens ginder
waar het wit is als strand en het gonstalsof er straks per ongeluk een stop wordt geraakteen kraantje onder de gronddat de dieplepels op rupsbanden even stoppendit hele ding hier leegloopt
zo voelt hetmeer kan ik er niet van maken
Stefan Nieuwenhuis schrijft een gedicht over een plek waar hij toevallig is beland. Een fotograaf maakt, zonder het gedicht te kennen, een foto van de plek op basis van de opgegeven GPS-coördinaten. Deze keer is het beeld van Ruben van Vliet.
Stefan Nieuwenhuis schrijft een gedicht over een plek waar hij toevallig is beland. Een fotograaf maakt, zonder het gedicht te kennen, een foto van de plek op basis van de opgegeven GPS-coördinaten. Deze keer is het beeld van Ruben van Vliet.
Het is de combinatie daar ben ik nu wel achter
van het ruige scheppen van zand en het graven
met het snoepkleurige water dat vlakbij roerloos
zich onttrekt aan alles waarmee we bezig zijn
staar diep in het blauwe dan horen we
het snorren van de gravers en de wagens ginder
waar het wit is als strand en het gonst
alsof er straks per ongeluk een stop wordt geraakt
een kraantje onder de grond
dat de dieplepels op rupsbanden even stoppen
dit hele ding hier leegloopt
zo voelt het
meer kan ik er niet van maken