Vroeger hadden veel Hoogeveners een caravan van Kip. In de weken voor de grote vakantie domineerden de kampeerwagens de opritten, in alle kleuren tussen stralend wit en bruin. Het was een gelukkig stemmend gezicht, vol verwachting van komende vakantieavonturen.

Vroeger hadden veel Hoogeveners een caravan van Kip. In de weken voor de grote vakantie domineerden de kampeerwagens de opritten, in alle kleuren tussen stralend wit en bruin. Het was een gelukkig stemmend gezicht, vol verwachting van komende vakantieavonturen.

Tegenwoordig klinkt een luchtsirene door de assemblagehal als Kip weer een caravan heeft verkocht. Een medewerkster van de verkoopafdeling ziet de bestelling binnenkomen op de computer, loopt naar de hal en geeft een slinger aan een klassiek apparaat. Dat gebeurt nog driehonderd keer per jaar. In het topjaar 1971 maakte Kip bijna tienduizend caravans. Toen had het nog geen sirene.

De geschiedenis van Kip is er een van ups en downs. Op het moment bevinden we ons voorbij een dieptepunt, zegt woordvoerder Ivar van der Leij. Na het faillissement in 2010 werd het bedrijf overgenomen door Boedelbak. Nu is Boedelbak verkocht en is Kip weer zelfstandig. Kip kijkt weer vooruit, naar nieuwe horizonten en exportmarkten. De eerste caravans zijn per boot onderweg naar China.
Kip Caravans en Hoogeveen horen bij elkaar. Kip is het verhaal van Hoogeveners en hun dromen. Het is het verhaal van Jan Kip, die in 1934 een carrosseriebedrijf begon, karren en aanhangers. In 1947 bouwde hij zijn eerste caravan. Kip had een vriendin in Soest, waar hij in de berm of op parkeerplaatsen kampeerde. Campings waren er nog niet. Jan Kip moet veel bekijks hebben gehad. In 1947 verkocht hij twee caravans, een jaar later twintig. In 1954 verkocht het bedrijf honderd caravans, in 1965 passeerde het de grens van duizend. Na 1968 schoot de productie omhoog.

Kip Caravan – de ‘s’ verdween bij een modernisering – zit tegenwoordig aan de A.G. Bellstraat. De buren zijn Otten Transport en Kreeft Beton, vertrouwde Hoogeveense industrienamen. Op een koude ochtend in april staat tegenover de Kip-fabriek een groep mensen in de regen. Kantoormeubelbouwer Vepa boort het eerste gat voor een hal van negenduizend vierkante meter. Iemand houdt een toespraak. Vepa gelooft in de toekomst.
Achter de receptie van Kip is een wandvullende foto te zien van Jan Kip en zijn vrouw onder de luifel van hun Kip’s Kampeerwagen, uit de Fabriek te Hoogeveen. Tel. 66. Het echtpaar is in korte broek. De zon schijnt, maar de bomen zijn kaal. Dat waren andere tijden, zegt woordvoerder Van der Leij, een vlotte jonge vent – zelf geen caravan. Toen kocht je een caravan en ging er altijd mee op vakantie. In 2013 kunnen we kiezen: een stedentrip tussendoor, een verre vliegreis. Het kamperen heeft meer concurrentie gekregen.

In 2003 werden er in Nederland nog 24 duizend tourcaravans verkocht, nu nog maar zevenduizend. Dit even voor het beeld. Knaus, Eriba, Fendt, de Hobby, over de hele linie hebben caravanbouwers het moeilijk. Kip bedient de bovenkant van de markt, waar de aanschaf van een caravan in tijden van crisis ook geen prioriteit heeft. In 2014 hoopt Kip weer winst te maken.
De Kip-kampeerder is een modern en ondernemend type, met twee benen in het nu. Voor het hoge segment is er de Grey Line, waarmee bemiddelde senioren rustig drie maanden door Zuid-Europa trekken. Met de Kip Kompact ga je sneller en korter weg, en met de hippe Shelter, in groen, geel, blauw, rood en oranje, flits je over de wegen naar je favoriete spot, de klimijzers en het kiteboard tussen het krasvaste meubilair.
We lopen langs kantoorkamers naar de assemblagehal, langs foto’s van de Kip-historie. De opbouwjaren 1947-1966, toen kenners Kip Kampeerwagens kozen. Voorbije jubilea, een feest in De Tamboer met de Mounties, René van Vooren, Piet Bambergen. De sponsoring van de Hoogeveense ploeg bij Zeskamp, de bussen met fans naar de Rijnhal in Arnhem. Het feit dat Hoogeveen, ondanks de Kip-trainingspakken, laatste werd.
Prachtige platen, mooie teksten. De caravans van voorbije generaties. De Kip Kuiken, de Kakelaar, uit ’66 (‘Deze heeft Jan Kip zelf nog gebruikt’). De reusachtige, witte Goldstream K550, 1974. ‘Kip gaat groter’, was de terechte slogan. Een rij caravans op de trein naar Duitsland. Vroeger was er spoor op het industrieterrein, je zette de caravans zo voor de deur op de trein.
Uit het instructieboekje van 1960: ‘De wezenlijke, plezierige kant van het bezit van een kampeerwagen is, dat het uw weekend en uw vakantie volop en in volle vrijheid tot hun recht doet komen, hetzij dat u verkiest op één plekje te blijven genieten, dan wel dat u het trekken en zwerven in het bloed zit, het voortdurend wisselend landschap u juist bekoort en de verrassing van steeds nieuwe horizonten.’

In de kantine (‘het museum’) staan historische modellen naast de eettafels. Erboven hangt een rode banier met in witte letters ‘KIP’ en enkele woorden in het Chinees.
Wat staat daar?
‘Dat moet ik navragen.’ Vanwege de plannen met China heeft Van der Leij sinds kort een Chineessprekende collega, uit Taiwan. ‘Misschien staat er: Kip, gefeliciteerd!’
In de assemblagehal ruikt het naar pasgezaagd hout. Medewerkers zijn bezig bij zaagmachines, freesmachines, bij de lijmstraat. Van alle kanten worden onderdelen per heftruc aangevoerd. De caravans worden nog grotendeels met de hand in elkaar gezet. Boven het fabrieksrumoer uit klinkt muziek van de radio. Bon Jovi zingt een van zijn hits, onverslijtbaar als de caravans die hier worden gemaakt.
Op de centrale productielijn is de Isa White in aanbouw, een luxeschip van een caravan. De eerste in een rij van twaalf is alleen nog een chassis en een bodemplaat. Bij de tweede komen bedrading, leidingen en vloerverwarming erin, verderop in de lijn de keuken, de koelkast, de sanitaire ruimtes. Optioneel zijn twee aparte bedden: vooral de oudere kampeerders hoeven niet meer constant tegen elkaar aan te liggen.
Het probleem, of liever de uitdaging van de caravanbouwer is: het moet stevig zijn, en het mag niets wegen. Van der Leij toont een hagelbestendige polyester dakplaat. Hij pakt een reststukje wand uit een bak: ijzersterk, superlicht. Hightech isolatielagen houden regen en wind buiten, en warmte en gezelligheid binnen, waar ze horen.
Aan het eind van de lijn staat een voltooide Isa White, in volle glorie: glimmend wit met zwarte accenten. Cooler wordt een caravan niet. Erbij in de buurt staat een al net zo mooie Kip-camper, de enige ooit gemaakt. Het prototype was net klaar toen Kip voor het eerst failliet ging, in 2007.
In Nederland is het kamperen geëvolueerd sinds de jaren vijftig, vertelt Van der Leij als we teruglopen. In China gaan de ontwikkelingen tien keer zo snel. In Nederland zijn er 3.250 campings, in heel China nog maar vijftig. Je bent lang onderweg van de ene camping naar de andere, om te zwijgen over Rusland, nog een kampeerland in opkomst.
Bij het verlaten van de fabriek krijg ik nog een mooi boek mee van het voorlaatste jubileum, Kip Caravans, 70 jaar grensverleggend. Volgend jaar bestaat Kip tachtig jaar. Op de parkeerplaats, waar het nog steeds licht regent, bedenk ik dat het luchtalarm niet is afgegaan. Maar het kan natuurlijk nog, het is pas voor in de middag.

Astrid Suerstedt-Sparnaaij was tot voor kort voorzitter van de Kip Caravan Club. Ze is nu erelid.
‘Je kunt alleen lid worden als je een Kip Caravan hebt. We bestaan sinds 1994. Op het hoogtepunt hadden we vijfhonderd leden. Nu nog driehonderd. Door de faillissementen heeft een aantal mensen besloten geen Kip Caravan meer te kopen. Gelukkig is er nu stabiliteit in Hoogeveen.
‘In de tijden van hoogconjunctuur die achter ons liggen, gingen mensen met 55 met pensioen. Nu moeten ze tot hun 67e werken. De aanwas van onderop stokt; jonge mensen kiezen iets anders. Daar maken wij ons als bestuur zorgen over, zeg ik nog even als oud-voorzitter.
‘Wij bieden reizen in binnen- en buitenland aan. Dit jaar gaan we naar Sicilië. We beginnen in Rome. Iedereen gaat op eigen gelegenheid naar de volgende stop. Nee, niet in een lint van caravans, alsjeblieft niet. De campings zijn besproken, excursies en diners liggen vast. Maar verder ben je vrij. Je mag ook in je eigen caravan blijven om een boek te lezen. Onze leden worden wat ouder. Ze zijn ver van huis. Als er wat gebeurt, als je ziek wordt of pech krijgt, ben je niet alleen.
‘Wij hebben zelf een Grey Line uit 1990, het eerste type met een zonnepaneel. We kregen er nog negenhonderd gulden subsidie voor. Het fijne is dat op parkeerplaatsen het toilet het altijd doet. Je kunt altijd een lampje aandoen. Het is heerlijk.’