De komst van een ultramodern object geeft ons straks meer zicht op de historische en huidige identiteit van de Onlanden.

‘Je maakt ’m toch niet te mooi? Anders krijgen we hier straks allemaal mensen die niet voor de natuur komen maar alleen het bouwwerk willen bewonderen.’ De medewerker van Staatsbosbeheer maakte geen grapje. Toch is ook hij inmiddels enthousiast over de plannen voor een opzienbarende uitkijkpost in de Drents-Groningse Onlanden, vertelt ontwerper Arjan Dingsté.
Voor de bouw van de uitkijktoren met een geplande hoogte van maar liefst 25 meter was een speciale aanleiding: de wens een nieuw, ultrasterk type beton toe te passen in een concreet architectonisch object. Zes keer sterker is dit beton dan de soort die normaal in de bouw wordt gebruikt, onder meer door de grote dichtheid en doordat het is gewapend met losse staalvezels. Dit maakt dat je met minder dikte dezelfde stevigheid kunt bereiken, wat elegantere ontwerpen mogelijk maakt.
Nadeel van het materiaal zijn alleen nog de hoge kosten en het gebrek aan ervaring ermee. Het Nederlandse Cement- en Betoncentrum, een lobbyclub van de industrie, stelde daarom UNStudio in Amsterdam voor een gezamenlijke praktijkstudie te verrichten. Het bureau van Ben van Berkel, dat wereldwijd zowel heel grote als heel kleine gebouwen heeft neergezet, had in de persoon van Arjan Dingsté (38) wel belangstelling. Via via, ‘toevallig eigenlijk’, kwam het betonteam daarna terecht bij Natuurmonumenten. Daar stond men welwillend tegenover een uitkijktoren van innovatief beton voor het uitgestrekte natuur- en waterbergingsgebied de Onlanden.
Dingsté werkt in Amsterdam maar is na zijn opleiding in Groningen, Delft en Zürich teruggekeerd naar zijn geboorteplaats Meppel. Hij is zelf een groot natuurliefhebber. Met zijn dochtertje zwerft hij graag rond in de Weerribben, de Wieden en de bossen bij Havelte. De Onlanden kende hij ook wel uit zijn tijd in Groningen, de stad die vanuit de observatiepost te zien zal zijn als die hopelijk later dit jaar daadwerkelijk tot stand is gekomen.
Dingsté vertelt hoe UNStudio te werk is gegaan. Voor de locatie koos het de enige ingang van het gebied, ter hoogte van het Drentse dorp Peize. Die plek oogt als een ‘groene kamer’. Het is een oud weidegebied omzoomd door een hakhoutwal, tegenwoordig door Natuurmonumenten beheerd. Vanuit deze zandkop in een verder moerassige omgeving begon ooit een historische looproute van monniken – een mooi gegeven, vindt de architect.
De toren kent drie ‘uitzichtmomenten’. De eerste ‘scène’ is het omliggende cultuurlandschap. Een stukje hoger is de blik van de beklimmer op Groningen gericht. En ten slotte, daar waar je je vijf meter boven de bomenrij bevindt, kun je 360 graden in het rond kijken. ‘Met hoogwerkers hebben we bepaald op welke hoogte je het beste van welk uitzicht kunt genieten.’
Idealiter maak je met beton een rechtopstaande toren, zegt Dingsté. Het materiaal kan namelijk wel veel druk aan maar tegen trekspanning is ook innovatief beton minder goed bestand. Hij wilde zich hierdoor echter niet laten beperken, en slaagde er met enige moeite in de betonmensen in het team ervan te overtuigen dat hij voor een echt mooi bouwwerk staal moest toevoegen.
Natuurmonumenten regio Noord heeft het vorig jaar afgeronde ontwerp in dank aanvaard en zoekt nu naar fondsen om de bouw mogelijk te maken.

Trefwoorden