Een jaar loopt weer ten einde. Voor Stichting Noorderbreedte was het een speciaal jaar vanwege het 35-jarig bestaan van ons tijdschrift. Daar hoorden diverse extra uitgaven, activiteiten en aanbiedingen bij, waaronder het themanummer Brass, blues en barok dat u tegelijk met deze Noorderbreedte ontvangt. Daarnaast kon u als abonnee een gratis kennismakingsabonnement weggeven. U hebt dat in groten getale gedaan, waarvoor dank!

In de gebruikelijke edities informeerden we u in 2011 onder meer over kolencentrales, duurzame Waddeneilanden, de verloedering van de Friese meren en de verwachte gevolgen van Henk Blekers natuurbeleid. U kon interviews lezen met thrillerauteur Lupko Ellen, met een boeddhistische ganzenverzorger, een zwerfsteendeskundige. We spraken met bestuurders, architecten, bewoners. Ook dankzij onze fotografen en onze vormgever kon u steeds weer anders aankijken tegen het Noord-Nederlandse landschap.
Het voornemen van de redactie voor 2012 is uiteraard om de lezers te blijven verrassen en prikkelen. Maar er gaat ook het een en ander veranderen. Na een hoofdredacteurschap van negen jaar wil ik nieuwe horizonnen gaan verkennen. Het aprilnummer zal daarom mijn afscheidsnummer zijn.
Tot slot. U zag ze al op het omslag: windmolens. Ik ben opgegroeid met het idee dat die nuttig en dus mooi zijn. Boven mijn bed prijkte vroeger, op een poster, de hoogste windmolen ter wereld. Tijdens een vakantie in Denemarken, begin jaren tachtig, had ik die met mijn ouders bezichtigd. Maar nu de nieuwste turbines: tweemaal de Martinitoren (zie pagina 8-13). Binnenkort misschien op grote schaal te zien in de Veenkoloniën, in het kader van ‘de plicht om te vergroenen’. Bij windreuzen van dit formaat voel ik echter weinig groens meer. Boven mijn bed komen ze dus in elk geval niet.

Trefwoorden