Zelden zo’n irritante radiocommercial gehoord: Omrop Fryslân belooft tientallen keren per dag de luisteraar een ‘Fryske tóp-cd kadoooooooo!’ te geven. Zo ‘top’ is die cd helemaal niet, maar daar gaat het de omroep niet om. Het gaat erom indruk te maken. Ook in de politiek werkt dat zo. De provincie Fryslân, VNO-NCW en MKB Nederland, zo konden we onlangs in de Leeuwarder Courant lezen, willen dat Friesland een ‘topregio’ wordt. Immers: geen topregio, geen rijksgelden. Geen topregio, geen energieprojecten. Geen topregio, geen werkgelegenheid.

Het is echt waar: een beetje fatsoenlijk, menswaardig leven is niet mogelijk in een provincie die niet door Den Haag tot topregio gebombardeerd is. Duurzaamheid, nog zo’n woord. Niet duurzaam? Dan geen topregio! Ik spot er nu mee, maar dat is niet helemaal terecht, want sommige plannen verdienen slechts applaus. Bijvoorbeeld de uitbouw van de watertechnologiesector in Leeuwarden (Wetsus), of een ‘blue energy’ waterkrachtcentrale bij de Afsluitdijk die in theorie heel Noord-Nederland van stroom voorziet. En er is ook niets mis mee om de restwarmte van fabrieken te hergebruiken. Zo claimen Friesland en de verenigde werkgevers dat alleen al de restwarmte van Campina kan voorzien in vijftig procent van de energiebehoefte van Leeuwarden. Alle reden om vaart te zetten achter de ontwikkeling van dergelijke duurzame, klimaatsparende technieken.

Het punt is echter wel dat overenthousiaste plannenmakers en hun weinig originele speechschrijvers tegenwoordig werkelijk alles als ‘duurzaam’ betitelen. Vorig jaar ontstond er een fikse ruzie tussen de gemeenten Leeuwarden en Menameradiel over de door Leeuwarden gewenste en geplande bouw van een ‘duurzame asfaltfabriek’ in het groene recreatiegebied pal ten westen van de stad. Deze asfaltfabriek moet op biogas worden gestookt, zal derhalve ‘energieneutraal’ zijn en kan dus als ‘duurzaam’ worden betiteld. De politiek in buurgemeente Menameradiel is mordicus tegen de komst van de asfaltproducent en neemt het woord ‘duurzaam’ met een forse korrel zout. Achterliggende steen des aanstoots is de zogenoemde Noordwesttangent, de toekomstige ringweg rond westelijk en zuidelijk Leeuwarden, die de stad behalve een betere verkeersdoorstroming ook vele hectares aan nieuwe bedrijventerreinen moet opleveren.

Dit ‘duurzame energiegebied Nieuw Stroomland’ gaat onvermijdelijk ten koste van recreatie, rust, schone lucht en weidevogels. Eén troost is er wel: de Friese automobilist rijdt straks over duurzaam geproduceerd asfalt.
Top. Duurzaam. Nog zo’n sleutelbegrip in de moderne marketingtaal is ‘kwaliteit’. Een plan dat geen ‘kwaliteit’ heeft, maakt geen kans. Maar wie bepaalt wat kwaliteit is? Die vraag kwam ook op binnen het ‘Kwaliteitsteam’ dat zich vorig jaar boog over het project-plan van de Centrale As, de toekomstige vierbaans snelweg van Drachten naar Dokkum. Want wat bleek? De snelwegtekenaars waren helemaal niet gediend van adviezen over het traject van de weg, de aansluitingen op bestaande wegen of de bedachte oplossingen om de schade aan natuur en cultuur binnen de perken te houden. Volgens de gerenommeerde architect Gunnar Daan, die zitting had in het door het rijk ingestelde Kwaliteitsteam, mocht er alleen worden geadviseerd over de breedte van de vleermuisovergangen. O ja, en over de kleur van de viaductleuningen.

Trefwoorden