Mijn vaders vader kwam van het Hogeland, Groningen. Hij werkte bij een herenboer in Warffum. Het is vreemd te leven in een familie met geheimen.

Mijn vaders vader kwam van het Hogeland, Groningen. Hij werkte bij een herenboer in Warffum. Een broer van mijn vaders vader deed dat ook, en hield het tot in de jaren zeventig van de twintigste eeuw vol. Mijn vaders vader niet. Die hoorde op een dag van een vriend dat er ’s zomers in Zandvoort badmeesters nodig waren – en dat verdiende goed. Naar verluidt liep mijn vaders vader van Warffum naar Zandvoort en werd hij daar verliefd op een Duits meisje. Zij werd mijn vaders moeder. Oma voor mij.
Oma was een kleine, gedrongen vrouw. Ze droeg een bril, altijd bruine schoenen en haar haar in een knot. Ik herinner me nauwelijks iets van haar. Ze kwam weleens bij ons op visite. Haar man, mijn opa, mijn vaders vader, was toen al dood. Ik ben er nooit achter gekomen waaraan hij is overleden. Er hing een soort deken van zwijgzaamheid over zijn dood. Hij was het grootste deel van zijn leven politieman geweest, maar hield er op een dag zomaar mee op. Hij werd agent voor het dagblad Trouw. Dat was nauwelijks een baan. Waarom hij van de één op de andere dag bij de politie ophield, geen idee. In de familie werd er niet over gepraat. Zelfs als kind voel je dat er dingen zijn die niet kloppen, en dat gevoel kan jaren blijven hangen.
Niet zo lang geleden liep ik door Gouda. Het was een mooie, warme namiddag. Ik moest die avond optreden en had wat uren stuk te slaan. Op zeker moment werd ik aangesproken door een oude dame die zei familie te zijn, een tante van mijn vader. ‘Oh leuk’, zei ik. Haar naam ontschoot me. Ik had geen zin in oude tantes, maar dit exemplaar liet zich maar moeilijk afschudden en begon al snel verhalen te vertellen, vooral over mijn vaders oudste broer.
Dit was een bijzonder nurkse, zwijgzame man met wie mijn vader altijd ruzie had. De oom was getrouwd met een pinnige tante die ik eigenlijk wel mocht. De tragiek van de nurkse oom was dat hij zijn grote liefde aan de vooravond van hun huwelijk had verloren. Het meisje droogde heur haar bij een straalkacheltje en kwam in brand te staan. Met haar ging ook de molen verloren waarin het drama zich afspeelde. Oom trouwde daarop met de pinnige tante. Maar dit verhaal vertelde de vrouw in Gouda mij niet, ze kwam met veel vreemdere verhalen die ik maar nauwelijks kon geloven. Later vertelde ik mijn vader over die ontmoeting in Gouda, maar hij reageerde er nauwelijks op. Hij had geen zin om ouwe koeien uit de sloot te halen.
Het is vreemd te leven in een familie met geheimen. Zelf heb ik er misschien ook wel een paar, misschien horen ze gewoon bij het leven. Maar toch wil ik alles graag weten. Dat zal de verteller in mij zijn, het jongetje dat het deksel op de neus krijgt als hij te luidruchtig oude kasten probeert te openen. Het kan ook de natuur van het Hogeland zijn. Al die weidsheid, daar wordt een mens achterdochtig van.

Trefwoorden