Hij vertegenwoordigt de derde generatie jagers in zijn familie. Eén, soms twee keer per week valt Sjoerd Cats (23), student bouwkunde uit Roden (Dr.), te vinden op het terrein van de jachtcombinatie Leutingewolde.

Hij vertegenwoordigt de derde generatie jagers in zijn familie. Eén, soms twee keer per week valt Sjoerd Cats (23), student bouwkunde uit Roden (Dr.), te vinden op het terrein van de jachtcombinatie Leutingewolde. Dat is vierhonderd hectare groot en ligt ten zuiden van het Leekstermeer, grofweg tussen het Natuurschoon, Leeksterhoofddiep en de Rodervaart.
‘Tien jaar geleden was het jachtveld dat mijn vader deelt met vier anderen nog zeshonderd hectare groot. Een aanzienlijk deel ervan is nu Vogelrichtlijngebied en in handen van Staatsbosbeheer. In de polders Jerrens, Middelvennen en de Bolmert maaiden de boeren vroeger regelmatig. Ganzen kwamen dan af op het mooie, jonge gras. De Vogelrichtlijn heeft de biotoop drastisch veranderd. Pitrus en riet rukken op, de hoeveelheid overwinterende ganzen daalt. Jagen mag hier niet. Voorkomen dat predatoren zoals vossen schade veroorzaken, mag wel. Je mag ook de kwaliteit en de stand van het reewild controleren.
‘Jagen, buiten zijn, ik weet niet beter. Vanaf een jaar of vier was het: laarsjes aan, hup, mee op jacht. Nu stap ik minimaal een keer in de week op de fiets met mijn verrekijker of rijd ik een rondje met de auto. Ik loop meestal niet. Wandelaars, zeker met honden, daar kunnen reeën totaal niet tegen. Aan voertuigen zijn ze gewend, een tractor of een auto wekt geen argwaan. Daardoor zie je vanuit de auto meer reewild dan als je loopt.
‘Je bent constant aan het observeren. Prent in je hoofd wat er speelt in het veld. Let op hoe een beest zich beweegt. Loopt een ree normaal of met een bolle rug? Is de huid gaaf of zitten er ineens rare kleurplekken daar waar ze niet horen? Dat kan betekenen dat zo’n beest is aangereden. Je overlegt of het niet beter is het dier uit zijn lijden te verlossen.
‘Op een doordeweekse dag zit je soms uren op een plankje in een boom op drieëneenhalve meter hoogte. Een ree zoekt z’n gevaar altijd horizontaal. Het is wachten, wachten, wachten tot ze uittreden. Vijftig tot honderd meter is de beste afstand om te schieten. Dan heeft de kogel een zodanige werking dat het ree direct dood is.
‘Ontweiden, ingewanden er uithalen, doe je in het veld. Een controle om de conditie vast te stellen. Nu de winters veel zachter zijn, neemt het aantal ziekten toe. Je onderzoekt de lever op sporen van leverbot, een ziekte die het immuunsysteem aantast. Als het mis is, zie je donkere strepen lopen. Onderweg naar huis, met in de achterbak reewild dat ongeschikt is verklaard voor menselijke consumptie, denk je dan: ik had in het veld al zo’n gevoel toen ik dat ree zag.’

Trefwoorden