In het Groninger Westerkwartier, tussen Tolbert en Boerakker, ligt een stroomdalletje dat water in noordoostelijke richting afvoert.

Op de hoogtekaart zijn de randen van het Drents Plateau van een bijzondere schoonheid. We zien insnijdingen en uitspoelingen die alles te maken hebben met hoe de waterstromen tijdens de laatste fase van de laatste ijstijd ons landschap hebben vormgegeven. Het afstromende water veroorzaakte brede erosiedalen waarin ook tegenwoordig nog dikwijls een stroompje of diepje kronkelt. In het fragment van de hoogtekaart hiernaast zien we een uitzondering daarop.

Opvallend smal dalletje

In het Groninger Westerkwartier, tussen Tolbert en Boerakker, ligt een stroomdalletje dat water in noordoostelijke richting afvoert. Het dalletje is opvallend smal en diep in vergelijking met de drie omringende ‘stroomdalen’ die op de hoogtekaart zichtbaar zijn. Bij ingewijden staat het stroompje bekend als het ‘ravijn van Boerakker’. De verklaring voor de afwijkende vorm van het dalletje ligt in de aanwezigheid van een potkleilaag. De potklei in de bodem van het dalletje bemoeilijkte het verspoelen van de bodem door het afstromende water. Het resultaat was een diep ingesneden geul. Zo ontstond een ‘diepje’ in de letterlijke zin van het woord. Een officiële naam heeft het diepje nooit gehad. Op oude topografische kaarten wordt het als Stroompje of Bruggen aangeduid.
Het diepje is een zijtak van de Oude Riet die ooit nabij Noordhorn in de kwelders stroomde. Bij de driesprong Schilligepad-Haanweg doorsnijdt het diepje de weg en krijgt men een goed beeld van het stroomdalletje. Het beeld heeft hier veel weg van een Limburgs beekje. Het stroompje wordt door lokaal kwelwater gevoed, en op diverse plaatsen borrelt het water uit de oevers. De omgeving vormt een bekoorlijk en besloten houtwallenstruweel dat in noordelijke richting afhelt richting het open landschap van de Tolberter petten.

Archeologische schatkamer

Het duidelijke reliëf en de constante aanvoer van beekwater is de vroege mens niet ontgaan. Op de zandkoppen langs de het ravijntje en op de Hoge Traan bij de Blinksloot zijn veel archeologische vondsten gedaan, uit het Mesolithicum, het Laat-Neolithicum en de Bronstijd. De amateur-archeologen Geert Venema en Bernard Versloot hebben de afgelopen jaren een indrukwekkende verzameling opgebouwd. De oudste vondsten betreffen vuursteenafslagen afkomstig van de Tjonger cultuur (10.000 v. Chr). Rendierjagers zullen hier ooit een kampement hebben opgeslagen. We spreken dan over 10.000 v. Chr., toen het diepje zojuist gevormd was. Er zijn vondsten uit de Trechterbekercultuur (de Hunebedbouwers), de Klokbekercultuur en de Enkelgrafcultuur. De verzameling bestaat uit stekers, krabbers, bijlen en pijlpunten, verkoolde hazelnootdoppen, etc. Tijdens graafwerkzaamheden ten behoeve van woningbouw kwamen recent vijftig haardkuilen te voorschijn. Ook de Middeleeuwen zijn rijk vertegenwoordigd in de vorm van kogelpotscherven. Het dalletje is, kortom, een archeologische schatkamer.

Rechttrekken en wegwezen

Tienduizend jaar kon het stroompje ongestoord kronkelen en mooi zijn. Toen onderging het diepje het lot van vrijwel elke bochtige waterloop. In 2000 ontdekte het waterschap het minieme stroompje. Rechttrekken en wegwezen, was het advies. Uiteindelijk mocht het diepje toch blijven kronkelen, maar beschadigd werd het wel. Een ravijntje is het niet meer. Maar de afdeling Leek van het IVN geeft de moed niet op. Men heeft een plan gemaakt om het diepje landschappelijk en ecologisch te verbeteren.

Trefwoorden