Golden Raand. Landschappen van Groningen


Meindert Schroor, Jan Meijering, Stichting Het Groninger Landschap, 300 blz. € 28,50

In het kader van het zeventigjarig bestaan van Het Groninger Landschap hebben de geografen Meindert Schroor en Jan Meijering een standaardwerk geschreven over de Groninger landschappen. De auteurs, van wie al eerder een dergelijke publicatie over het gebied tussen Lauwers en Eems verscheen, onderscheiden elf landschappen in de provincie, waarbij de geografische ligging, de geologische opbouw, de flora en fauna, de politieke grenzen, de bewoningsgeschiedenis en de invloed van de mens op het landschap in de provincie aan de orde komen. Ook de rol van de stad Groningen, de landbouw, de infrastructuur, de industrie en de invloed van het christendom hebben zichtbare sporen achtergelaten.
Vreemd is dat het waddengebied niet als apart landschap is opgenomen, aangezien de wadden geologisch, geografisch, historisch, landschappelijk en qua omvang van groot provinciaal belang zijn. Er is maar een pagina gewijd aan Rottumerplaat, Rottumeroog, Simonszand en de Dollard – een belangrijk, zo niet het belangrijkste, natuurgebied dat Het Groninger Landschap beheert.
De auteurs wijzen erop dat het landschap aan slijtage onderhevig is als gevolg van stads- en dorpsuitbreidingen, aanleg van wegen en bedrijven- en recreatieterreinen, en schaalvergroting in de landbouw. Dit betreft zowel de kleinschalige, besloten landschappen als het houtwallenlandschap van Zuidelijk Westerkwartier en de grootschalige open landschappen van het Oldambt, het Hogeland en de Veenkoloniën.
Het boek, dat leest als een roman, is met veel deskundigheid geschreven. Het is ruim geïllustreerd en daarbij vallen twee dingen op. Ten eerste dat het kaartmateriaal van hoge kwaliteit is, hoewel op de losse overzichtskaart niet de hele provincie is afgebeeld, evenmin als op de satellietfoto op de schutbladen. Ten tweede valt de fotografie tegen. Veel foto’s zijn qua onderwerp, grootte, scherpte en kleur van mindere kwaliteit dan je zou verwachten in zo’n goed boek.
Jan Abrahamse

Bedreigd verleden. Kleine monumenten en de strijd voor hun behoud


Nina van den Broek, Uitgeverij Passage,
124 blz. € 14,50

Bedreigd verleden vertelt over 21 bijzondere herkenningspunten op het Groninger platteland, zoals de fabriekspijp bij Ezinge, de luchtwachttoren bij Warfhuizen, het ‘Lutje stainen pad’ en de Harssensbosch van Adorp. Bouwwerken die sterk van karakter en functie verschillen, maar die één ding gemeen hebben: op een bepaald moment in het verleden dreigden ze te verdwijnen en heeft iemand zich vervolgens voor hun behoud ingezet.
Nina van den Broek doet op spannende en zeer leesbare wijze het verhaal van de verschillende bouwsels uit de doeken. Soms onderstreept door citaten uit krantenartikelen of boeken, dan weer aangevuld met interviews met betrokkenen ter plaatse of met persoonlijke herinneringen. Het boek geeft – wellicht onbedoeld – een mooi overzicht van de ontwikkelingen die met name na de Tweede Wereldoorlog in het landschap hebben plaatsgevonden, zoals de industrialisatie van Delfzijl waarvoor de dorpen Oterdum, Heveskes en Weiwerd moesten wijken, en de trek van stadsbewoners naar buiten, waardoor in dorpen als Garnwerd hele straten die op de nominatie voor sloop stonden, konden worden gered.
Niet bij elk herkenningspunt is het even duidelijk wie er voor in de bres is gesprongen. Bij sommige blijkt dat Nina van den Broek met haar schrijven zélf het behoud van het bouwwerk hoopt te bewerkstellingen (wat in het geval van de boerderij Oud Beswerd gelukt lijkt te zijn). Dat het noordwesten van de provincie Groningen oververtegenwoordigd is in het boek, doet geen afbreuk aan het leuke en leerzame karakter ervan. En als je het dan bijna uit hebt, krijg je geheel onverwacht nog eens twee fietsroutes langs de beschreven ‘landmarks’ cadeau!
Tialda Haartsen

Doodstil. Dood en begraven in Groningen


IJnte Botke, Herman Maring en Coen Peppelenbos (red.), De Kleine Uil,
168 blz. € 20,-

Kun je een leuk boek maken over de dood? Ja, dat kan heel goed, bewijzen de samenstellers van Doodstil. Dat heeft alles te maken met de aanpak: een keur aan invalshoeken en een grote variatie aan tekst- en toonsoorten. De dood komt in zowel serieuze als luchtige gedaante voorbij in essays, interviews, reportages en gedichten. Alles speelt zich
af in Groningen.
Begraafplaatsen krijgen, begrijpelijk, veel aandacht: zeemansgraven in Veendam, de Zuiderbegraafplaats in de stad Groningen als een pantheon voor ‘grote Groningers’, het ledikant (graf met een hek er omheen) van Wittewierum, Joodse begraafplaatsen en familiebegraafplaatsen. Ook laat het boek uiteenlopende voorbeelden zien van doodskunst in Groningen waaronder houtsnijwerk uit voorbije eeuwen, een design rouwkamer en het gedenkteken van Armando voor Hendrik Werkman. In andere bijdragen gaat het over de betekenis van de mooiste plaatsnaam van Nederland, ‘Doodstil’, over uitvaartmaaltijden of de begrafenisvereniging van Niehove. Tussen de stukken door zijn allerhande
grafteksten geweven.
De drie auteurs die de redactie vormden, beweren in hun voorwoord dat de dood bezig is met ‘een opmerkelijke comeback’. Even later relativeren ze die trendy aanleiding om dit boek uit te brengen weer: fascinatie voor de dood is van alle tijden. Er is dan ook al heel veel over geschreven, maar dit boekje, dat uitnodigt tot het bezoeken van sommige plekken, kon daar zeker nog bij. Al had men ook nog stil kunnen staan bij het verschijnsel bermmonument. Nog een ander commentaarpuntje: de uitgave is ruim geïllustreerd maar oogt toch niet erg levendig. Misschien echter vonden de makers de wat futloze foto’s en de grijstinten in de opmaak goed passen bij het onderwerp.
Annemarie Kok

Trefwoorden