De hoogtekaart van Schiermonnikoog toont ons in oranje kleuren het reliëf van de duinen. De oudste duinen liggen aan de westzijde van het eiland; de jongste aan de oostzijde.

De hoogtekaart van Schiermonnikoog toont ons in oranje kleuren het reliëf van de duinen. De oudste duinen liggen aan de westzijde van het eiland; de jongste aan de oostzijde. Zowel de jonge als de oude duinen vertonen een gebogen vorm. Deze duinen worden daarom aangeduid als paraboolduinen. De ligging van de parabolen wordt mede bepaald door de overheersende windrichting; uit de kromming van de parabool blijkt dat de wind meestal uit het zuiden komt. Alleen de Stuifdijk wijkt hiervan af en vertoont een kaarsrecht reliëf: deze tot duin opgestoven dijk werd daar in de jaren vijftig en zestig door Rijkswaterstaat aangelegd om het eiland te beschermen.

Kooiduinen en Kobbeduinen

De oudste duinen van Schiermonnikoog liggen aan de noordkant van het dorp. Deze dateren uit circa 1500. Sedert die tijd is het eiland zo’n drie kilometer naar het oosten verschoven. Het dorp werd zowel in 1710 als in 1760 in oostelijke richting verplaatst. De kern van het huidige dorp – de Noorderstreek met de karakteristieke behuizing – is op de rug van een oud duin ontstaan.
De Kooiduinen zijn zo’n driehonderd jaar oud. Op de hoogtekaart is duidelijk te zien dat deze duinen onderdeel zijn van een dijkring die zowel de Banckspolder als het dorp omsluit. De Kooiduinen zijn daartoe op deltahoogte gebracht; ze zijn verhoogd met zand uit wat nu de Berkenplas en de Kooiplas zijn. De Kobbeduinen zijn jonger. Ze werden tussen 1850 en 1930 gevormd.
De Banckspolder is met die deels natuurlijke, deels kunstmatige ring op deltahoogte een zwaar beschermde zeepolder. Dit is ook wel nodig omdat in de afgelopen vijftig jaar een belangrijk deel van de bebouwing zich verplaatst heeft naar de polder. Duidelijk is op de kaart te zien dat er een flinke moot kwelder is ‘omarmd’ en ingepolderd, zodat ook op Schier aan landbouw kon worden gedaan.

De Stuifdijk

Rond 1970 brak een kweldergeul (de vierde slenk) door de Stuifdijk heen en maakte contact met het strand en de Noordzee. Vanaf dat moment staakte Rijkswaterstaat het onderhoud van het duin ten oosten van paal 10.4. Daardoor kreeg in het oostelijke deel van het eiland (het Willemsduin) de wind vrij spel. Dit gebied is nu een van de weinige delen van ons land waar de natuur zijn gang kan gaan. De brokstukken van de Stuifdijk zijn verwaaid tot paraboolduinen. Deze duinen hebben een duidelijke relatie met de uitlopers van de kweldergeulen, ze worden aan de west- en de oostzijde door een geul begrensd. Op de topografische kaart van 1970 is deze situatie nog niet aanwezig.

De Strandvlakte

De Strandvlakte is een oud strand dat van 1700-1959 het noordoostelijk deel van het eiland vormde. Het grootste deel van dit strand werd door de aanleg van de Stuifdijk afgesneden. Inmiddels ligt het oude strand weer onder de invloed van de zee, want via de derde slenk in de Oosterkwelder kan bij storm het zoute water van de Waddenzee binnendringen. De Strandvlakte vormt een fraai overgangsgebied tussen enerzijds strand, duin en kwelder, en anderzijds zout en zoet.
Wie naast de hoogtekaart Google Earth hanteert, kan een fraaie zwerftocht maken over de kwelders en door de duinen, vooral tussen 15 april en 15 juli, als grote delen van het eiland voor publiek zijn gesloten.