Inhoud en vorm van Noorderbreedte worden? hoog gewaardeerd, blijkt uit het nieuwste lezersonderzoek.

De gemiddelde lezer is erg te spreken over de inhoud en vorm van Noorderbreedte, zo blijkt uit een onlangs gehouden enquête onder het lezerspubliek. Eén van de geënquêteerden liet weten: ‘Ik lees veel tijdschriften, met name voor mijn werk. Maar elke keer als ik Noorderbreedte lees, denk ik: hè, heerlijk!’
Bestuur en redactie vonden het hoog tijd om de mening van de lezers over Noorderbreedte weer eens te peilen. Uit de abonnementenadministratie werden 295 personen geselecteerd, die drie groepen abonnees vertegenwoordigen: trouwe lezers die Noorderbreedte al minimaal drie jaar ontvangen, ex-lezers en een groep cadeau-abonnees. Deze laatsten kregen ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan van Noorderbreedte in 2006 een jaarabonnement cadeau van een Noorderbreedtelezer.
Eind november ontvingen de geselecteerden hun enquête. 143 mensen stuurden de vragenlijst ingevuld retour – een goede score. Hieronder worden de uitkomsten globaal besproken.

Meer mannen

Aanzienlijk meer mannen dan vrouwen lezen Noorderbreedte. Dat is onveranderd gebleven vergeleken bij het vorige schriftelijke lezersonderzoek, uit 1995. Maar de gemiddelde leeftijd van de achterban steeg sindsdien. De groep 20-40 jaar werd kleiner, de groep 60-80 jaar groeide, en de groep 80-100 jaar is voor het eerst vertegenwoordigd. Verder daalde het aantal eenpersoonshuishoudens in de achterban van Noorderbreedte van 23,2 procent van alle abonnees in 1995, tot 6,1 procent nu. Dit is opvallend, omdat het aantal eenpersoonshuishoudens in Nederland de afgelopen jaren juist sterk toenam.
Het aantal abonnees buiten de drie noordelijke provincies is gestegen tot bijna 25 procent. Blijkbaar is Noorderbreedte ook interessant voor lezers buiten het werkgebied. De gemiddelde duur van een abonnement is sinds 1995, toen het vorige lezersonderzoek plaatsvond, wat afgenomen.

Diepgang en sterke fotografie

Waardering blijkt niet alleen van trouwe lezers te komen. ‘Ik vind het nog steeds een prachtig blad’, meldt een ex-lezer, ‘maar je kunt niet alles lezen’. De geënquêteerden zijn zeer positief over onder andere de diepgang, het taalgebruik en de fotografie van Noorderbreedte. Ook aspecten als vormgeving, kwaliteit van het drukwerk en ‘gedrevenheid’ scoren over het algemeen ronduit prima. Over de vraag of de teksten duidelijk te lezen zijn, zijn de meningen verdeeld. (Als onderdeel van de nieuwe opmaak heeft Noorderbreedte met ingang van dit nummer twee andere letters).
Slechts een enkeling beoordeelt de onderwerpkeuze van Noorderbreedte als onvoldoende. Toch heeft bijna iedereen wel iets te wensen. Vooral trouwe lezers zouden nog wat meer willen lezen over landschap en cultuurhistorie.
De aandacht voor de eigen provincie is volgens de geënquêteerden eveneens dik in orde. En verder blijkt dat veel lezers Noorderbreedte van voor tot achter lezen en hierna bewaren.

Toekomst

Een ander onderdeel van de enquête betrof vragen over de toekomst. Uit de antwoorden blijkt dat lezersaanbiedingen op prijs worden gesteld (zoals in 2006 de kunstdrukken van Gerrit Benner). Mogelijk kan in de toekomst frequenter een bijzonder aanbod worden gedaan.
Noorderbreedte verschijnt momenteel zesmaal per jaar. Daarnaast komt er minimaal één themanummer per jaar uit. Ministeries en provincies zijn van oudsher belangrijke medefinanciers van Noorderbreedte, maar vanwege de afbouw van de landelijke subsidies moet Noorderbreedte veranderingen doorvoeren om financieel gezond te blijven. Om die reden werden in de enquête maatregelen voorgelegd als ‘geen themanummers meer uitgeven’, ‘het abonnementsgeld verhogen’ of ‘het aantal pagina’s per editie verminderen’. Dat laatste vindt een duidelijke meerderheid onacceptabel. Voor het verhogen van het abonnementsgeld of het integreren van reguliere en themanummers bestaat onder de respondenten meer draagvlak. Hoe dan ook: bij het maken van toekomstplannen blijft voor redactie en bestuur uitgangspunt dat afnemende subsidies niet ten koste mogen gaan van de kwaliteit van Noorderbreedte.

Chris Elsinga werkt bij Terp 10 Communicatie, dat het lezersonderzoek in opdracht van de Stichting Noorderbreedte heeft uitgevoerd.