De eerste werken die ik van Felix Hess hoorde, waren zijn kikkerconcerten, die door Leendert van Lagestein in 1981 ten gehore werden gebracht in diens avant-garderuimte Corps de Garde, op de hoek van de Boteringestraat en Spilsluizen in de binnenstad van Groningen.

Wie is Felix Hess? Een veelbelovend wetenschapper die in 1975 in Groningen promoveerde op de aërodynamica en beweging van boemerangs, met een proefschrift dat niet alleen opviel door het unieke onderwerp, maar ook door de fascinerende beschrijvingen en prachtige verbeeldingen van de vlucht die een boemerang afhankelijk van zijn vorm maakt. Op intrigerende foto’s die hij in stereo bij zijn dissertatie presenteerde, zien we de boemerangbanen, opgenomen tijdens nachtelijke worpen in het Groningse Stadspark, waarbij hij voor het verkrijgen van de juiste informatie een lampje op het object had aangebracht. Dit was niet alleen een serieus onderdeel van zijn wetenschappelijk onderzoek, maar ook een bron van esthetisch plezier.
Empirisch onderzoek naar geluid en luchtverplaatsing prikkelde de kunstenaar in Felix. In 1982 vertaalde hij het geluidsgedrag van de kikkers in elektronische doosjes, ‘geluidsbeestjes’ die hij onder de titel Tsjirpen en Stilzijn vanaf dat moment in groten getale ophing op expositieplaatsen en symposia in Japan en Europa. Het waren doosjes die op elkaar reageerden zoals kikkers of krekels dat doen, elkaar aansporend in gezamenlijk geluid, maar schuw worden en zwijgen zodra ze vreemd geluid van buiten horen. In 1986 hing hij honderd van deze geluidsbeestjes in de grote tentoonstellingsruimte van het nieuwe gebouw van Academie Minerva, dat twee jaar daarvoor geopend was. Het was een ontroerend wonder om te ervaren dat alleen als niemand in het gebouw aanwezig was deze elektronische beestjes naar hartelust met elkaar zongen, om door de week overdag in het lawaai van de school niet van zich te laten horen.

Geluid van de aarde

Als stille variant op deze geluidsmachientjes bouwde hij in 1994 een veld van vederlichte vaantjes. Witte vierkante rijstpapieren vlakjes in subtiel evenwicht balancerend met naalden op glazen kommetjes, bewogen door de geringste luchtstroming, die altijd aanwezig is. Het was een veld van langzaam bewegend wit in volkomen stilte, zonder enige elektronica of digitale sturing. In die stilte raakte je verloren in het gedrag van de vlakjes in de lijnen van de lucht; een betoverende performance die hij voor het eerst toonde in de driehoekige ruimte van Albert Waalkens te Finsterwolde, alwaar het Oost-Groningse land de kunst een zeer bijzonder podium verschaft. De stille bewegingen van de lichte witte vaantjes gingen via de glazen wand in de muur over in die van het verre wijde land.
In zijn wil om de magische werking van luchtdruk zichtbaar te maken, bouwt Felix vanaf het begin van de jaren negentig geluids- en lichtobjecten die uiterst gevoelig reageren op de verplaatsing van lucht. Zijn zoeken lijkt gericht te zijn op het sublieme. In 2000 plaatste hij in het Groningse Noordlaren vijf dagen lang twee door hem zelf ontworpen microfoons om de zogenoemde infrasound van de luchtdruk op te nemen. Op de twintig minuten durende cd die hij hiervan uitbracht, maakte Felix Hess dit geluid van de atmosfeer dat altijd onhoorbaar aanwezig is, hoorbaar door de oorspronkelijk opname 360 keer versneld af te draaien(1). Op de cd horen we ver geluid, geruis, gebrom en geritsel in een ritme als van eeuwigdurend voortgaan. Elke vier minuten breekt een nieuwe dag aan met gefluister en geklik, terwijl geluid van supersonische vliegtuigen klinkt als het verkreukelen van dik papier. De wind laat soms met een overweldigende kracht van zich horen. Maar het meest fascinerend is een diep dreunend geluid dat soms aanzwelt en dan weer opgaat in de ruimte van de rest, maar steeds aanwezig blijft. Het zijn oscillaties in de atmosfeer die worden veroorzaakt door het dansen van de oceaan onder de invloed van depressies, op duizenden kilometers afstand van Noordlaren.
Kunst is het onzichtbare zichtbaar maken; dat zei Paul Klee. Felix Hess weet systemen in de natuur zo gestalte te geven dat we gebiologeerd verzeilen in een poëtische veld van sublieme pracht. En hijzelf blijft hierin niet achter. In de catalogus van zijn werk die in 2001 verscheen bij zijn overzichtstentoonstelling in de Stadtgalerie in Saarbrücken, beschrijft hij op vaak ontroerende wijze zijn eigen fascinaties bij het ervaren van zijn onderzoek en werk (1). Het zijn de verschijnselen van de stilte die hem meeslepen in een verslavende wil om het uiterste te bereiken, zoals hij uren achtereen volkomen opgenomen wordt in de zen-tekeningen die hij met even grote wil in groten getale om zich heen verzamelt.

Voor zijn oeuvre zal op 13 november aanstaande in de Grote of Lebuïnus Kerk in Deventer aan Felix Hess de Witteveen + Bos Prijs voor Kunst + Techniek worden uitgereikt (2).

1 Felix Hess. Light as Air. Kehrer Verlag Heidelberg 2001, ISBN 3933257654.
2 Deze prijs bestaat uit een geldbedrag en werd in 2002 voor het eerst toegekend aan beeldend kunstenaar en columnist Theo Janssen.

De auteur is directeur van het Frank Mohr Instituut te Groningen.

Trefwoorden