't Is zonnig als ik vanuit Groningen naar de Eemshaven rijd. Hoge stapelwolken laten hun schaduwen vallen op het wijde land. Het graan wuift en de aardappelen bloeien. De ruimte van het Groninger land heeft structuur door de grote boerderijen, de boomgroepen bij de dorpen en kerken en een enkele boomomzoomde begraafplaats even buiten een dorp. Alsof een grote hand deze elementen zo gerangschikt heeft om het begrip 'perspectief' te verduidelijken.

Na de afslag Uithuizen kondigt de Eemshaven zich aan met tientallen windmolens en vier hoog boven de gebouwen uitstekende staketsels. Bij het kantoor van het Service Centrum Eemshaven heb ik afgesproken met Marjolein Zwerver, manager marketing van dit havenbedrijf. Opgegroeid in Usquert kent zij deze regio op haar duimpje.
Sinds 1971, toen mijn vrouw en ik naar Groningen verhuisden, hebben we alle strubbelingen rond de Eemshaven in de krant gevolgd. Vanaf het begin van de aanleg van de Eemshaven is deze gesteld onder het beheer van het Havenschap Delfzijl. De commerciële naam Groningen Seaports is pas in 1997 van kracht geworden. De havens hebben elk hun eigen doelgroep. Rondom Delfzijl is veel industrie die zijn specifieke binnenvaart- en treinvervoer heeft en verder de wat kleinere tonnage aan zeeschepen. De Eemshaven kent meer een logistieke dienstverlening: stuwadoors, bulkopslag, ro-ro schepen (roll on-roll off) en de passagiersdienst op Borkum. Grote tot zeer grote schepen kunnen hier aanleggen. De haven is toegankelijk via het Doekegatkanaal en bestaat eigenlijk uit drie havens: de westelijk gelegen Juliana- en Emmahaven en de oostelijk gelegen Wilhelminahaven. De eerste en de derde haven hebben een kadelengte van 1200 meter en de tweede een lengte van 500 meter. Het laatste grote schip dat in de Eemshaven is afgebouwd, was de Norwegian Dawn, bijna 300 meter lang en een bruto tonnage van 91.000 ton.

Graniet, grind en zand

We rijden om de Julianahaven heen naar het terrein voor de bulkopslag. Een groot gevaarte met vier enorme poten ligt aan de kant op de hoek van de Julianahaven en het Doekegatkanaal. Het blijkt een boorplatform te zijn, waarop een nieuwe boortoren wordt geplaatst. De kade ziet wit van cement dat uit een boot wordt gevijzeld. In ruime, door cementblokken begrensde vakken van de nieuwe bulkfaciliteit liggen diverse bulkgoederen opgeslagen zoals gebroken graniet, grind en zand. Iets ten noorden van de Julianahaven overweegt men een insteekhaven te maken met een aparte locatie voor vissersschepen. Een haalbaarheidsplan zal daar binnenkort uitsluitsel over geven. Die haven zal dan weer teruggegeven worden aan de zee; de Eemshaven is namelijk in zijn geheel buitendijks aangelegd.

Koelwagens

Medio 2003 wordt er in de Eemshaven wederom een groot cruiseschip van de Meyer Werft uit Papenburg verwacht om hier afgebouwd te worden. Dat kan niet in Papenburg omdat de Eems daar een te geringe diepgang heeft. De scheepswerf Volharding bouwt in de Emmahaven schepen af met cascodelen, die elders in elkaar gezet zijn. Er is dus bedrijvigheid genoeg, alleen in verhouding tot wat er ontwikkeld zou kúnnen worden, lijkt het te weinig. Het is verder een ideale haven om vlot allerlei spoedeisende vrachten te verschepen.
Bij de Julianahaven ligt aan de kade een schip uit Moermansk en een aantal Urker vissersschepen, die het weekend hier blijven liggen. Koelwagens staan klaar om de vangst van platvissen in te laden en naar de afslag in Urk te brengen. Aan deze kade staat tevens een grote loods van de Eemshaven Sugar Terminal, die een capaciteit heeft van 100.000 ton. Op het terrein van de Eemshaven staat ook de grootste gasgestookte energiecentrale van Europa. Deze vervangt de oude centrale die bij de stad Groningen stond.

Een enkele kampeerder

Doordat de Eemshaven nog onbebouwde ruige terreinen heeft, is sprake van een rijk vogelleven. ‘Ik ga hier in het weekend geregeld kijken’, zegt Marjolein Zwerver. Terwijl we zo rondrijden zien we een torenvalk. Een grote mantelmeeuw strijkt neer op een grasvlakte. Buizerds en slechtvalken tref je hier ook aan, en in de winter veel ganzen- en eendensoorten. De ransuil en de kerkuil zijn eveneens gesignaleerd. Bijzondere gasten zijn de roodkeelduiker, de roodhalsfuut en de dodaars. Een nabij gelegen ’trektelpost’ noteert in de herfst hoeveel zangvogels als vinken, mezen, goudhaantjes en piepers er voorkomen.
Grappig is de gewaarwording van de grote boerderijen op de klei zo vlakbij de haven. Meestal zijn havens vanuit een stedelijke omgeving gegroeid. Hoewel de Eemshaven oorspronkelijk als petrochemische haven was ontworpen (veilig, omdat dichte bebouwing ontbrak), is de haven uiteindelijk ontwikkeld voor een scala aan handelsactiviteiten. Het grote voordeel is de diepgang, de korte weg naar zee en de gunstige tarieven. De ligging tenslotte zo dicht bij Engeland en de Oostzee en de goede verbindingen met het achterland via het weg- en spoorverkeer moeten op den duur leiden tot een goede bezetting van de bedrijfsterreinen. Het totale haventerrein beslaat iets meer dan 1200 hectare.
Een enkele kampeerder staat verloren langs de dijk bij de westelijke pier. Daar is ook een strandje ontstaan. ”s Zomers is het hier druk hoor!’ zegt Marjolein Zwerver. ‘Dan liggen hier honderden mensen op het strand en op de dijk.’

Trefwoorden