De stad Groningen wil in oostelijke richting uitbreiden. De nieuwe wijk Meerstad met 8000 woningen en een 650 hectare groot meer moet een groei van het inwonertal tot 180.000 mogelijk maken. De meningen zijn verdeeld.

De veranderende verhoudingen tussen Stad en Ommeland geven aanleiding om het idee van de compacte stad een nieuwe inhoud te geven. Om ontwikkelingen zoals het Provinciaal Omgevingsplan, de visie van de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening, de uitbreidingen van dorpen, de toenemende behoefte aan recreatiegebied, de mogelijkheid voor bedrijfsvestiging en nieuwe woningbouwlocaties voor de stad een plaats te geven is een structuur nodig. Het plan Meerstad biedt een dergelijke structuur.
De westelijke oever van het meer komt in Groningen te liggen, waar het Eemskanaal de stad binnenkomt. Het Eemskanaal is nooit gebruikt waarvoor het was bedoeld: grootschalig vervoer over water. Maar later, toen nieuwe mogelijkheden zich aanboden, is het kanaal ook niet gebruikt voor doeleinden waar het niet voor was bedoeld, maar wel geschikt voor is: wonen aan het water. Ten noorden van het kanaal ligt Lewenborg, een woonwijk met de typische kenmerken van alle wijken uit het eind van de jaren zeventig: een in zichzelf gekeerde structuur die geen gezicht naar buiten heeft; Lewenborg is van het Damsterdiep afgekeerd. Dit geldt ook voor de wijk Ruischerwaard, aan de noordkant van het kanaal. Deze plek, de aansluiting van het Eemskanaal op de oostelijke woonwijken en de industriële rafelrand van de stad, krijgt met Meerstad een mogelijkheid zichzelf te ontwikkelen.
Het wat weerbarstige havengebied aan de oostkant van de stad kan een ontwikkeling doormaken die vergelijkbaar is met het populaire Oostelijk Havengebied in Amsterdam. Daar, op het KNSM-eiland, het Java-eiland en Borneo-Sporenburg, zijn met groot succes nieuwe woningtypes in de markt gezet. De verkaveling van de verschillende eilanden is zodanig dat ieder eiland zijn eigen doelgroepen heeft. Een open, winderig havengebied is in enkele jaren getransformeerd tot een levendig, grootsteeds milieu. De schaalvergroting in de industrie die ervoor zorgt dat bedrijven al een eeuw lang steeds de randen van de stad opzoeken of het platteland op gaan, gaat door. De meeste industrie heeft de stad inmiddels verlaten.
Aan de oostkant van Groningen komen verschillende locaties vrij die zeer geschikt zijn voor allerlei vormen van stedelijk wonen. Niet langer worden aan de grenzen van de stad de meest waardevolle landschappen volgebouwd, maar door Meerstad ontwikkelt zich een nieuw stadslandschap. Een transformatie van de industriële stadsrand leidt in combinatie met Meerstad tot een scherpe stadsgrens aan het water. De stadsrand wordt dan geen vormeloze overgangszone tussen industrie en landbouw. Op die rand van stad en water kunnen woonmilieus worden ontwikkeld die passen bij de stad; stedelijk wonen aan het water in plaats van de vruchteloze pogingen om de woonkwaliteit van de Drentse dorpen te imiteren. Door te investeren in het landschap aan de oostkant, kunnen mensen wonen in een nieuwe natuur, op fietsafstand van de Grote Markt.

Meerstad geeft een nieuwe interpretatie van het idee van de compacte stad. Suburbanisatie wordt nog vaak gezien als een vijand van de stad: de stad verliest haar kapitaalkrachtige inwoners en die verstoppen de snelweg. Sinds de zeventiende eeuw zijn er al mensen die buiten willen wonen. Deze steeds grotere groep mensen houd je niet in de stad. De woonconsument laat zich niet dwingen, zeker niet op de huidige markt in het Noorden. Daarom is een gebundelde suburbanisatie die niet alleen de infrastructuur ontlast maar ook bijdraagt aan de economische structuur van de dorpen, een goed model voor de ontwikkeling van de Stad en Ommeland.
Groningen is mede een centrumstad vanwege de mensen die in het Ommeland wonen. Het wordt de hoogste tijd voor een heroverweging van de uitgangspunten van de VINEX voor Groningen. De ontwikkeling van Meerstad kan daarin een uitstekend instrument zijn. Bovendien krijgt Groningen met de aanleg van Meerstad een waterkant. Meerstad biedt ruimte aan verschillende woonmilieus, zoals grootschalige woningbouw, landgoederen en villawijkjes, die bijdragen aan de economische structuur.
Meerstad kan een belangrijke schakel worden in een landschappelijke en cultuurhistorische hoofdstructuur, een cultuurlandschap tussen de Drentse zandgronden, het Hogeland en de Waddenzee, maar ook meer dan dat. De achterhaalde ecologische hoofdstructuur betekent vaak: het naast elkaar realiseren van wetenschappelijk verantwoorde natuurdoeltypen. Dit leidt tot een landschap dat in niets lijkt op het Noord-Nederlandse cultuurlandschap, en alleen bewoonbaar is voor dieren die vaak nooit eerder in het gebied voorkwamen.
Meerstad biedt de dorpen een mogelijkheid om zich uit te breiden langs het water. Geen ‘witte schimmel’ of op zichzelf staande groepen boerderettes, maar wonen in een dorp, op de schaal van een dorp; met een eigen identiteit, en een eigen architectuur.

Kortom: Meerstad is een uitstekend plan op een goede plek die de uitbreiding van de woonwijken aan de west- en noordkant van de stad Groningen kunnen tegengaan, want daar liggen de cultuurhistorisch waardevolle landschappen van het Reitdiepgebied en de Koningslaagte. Op uitbreidingen als de Held en het Eilandenrijk zit Groningen niet te wachten.