Ik kan er niets aan doen, maar ik word wat lacherig van die zogenaamde controverse tussen Groningen/Assen en Leeuwarden over de netwerkstatus.

Ik kan er niets aan doen, maar ik word wat lacherig van die zogenaamde controverse tussen Groningen/Assen en Leeuwarden over de netwerkstatus.
Tussen het schrijven van deze column en het ter perse gaan van
Noorderbreedte zullen zich ongetwijfeld al weer spannende ontwikkelingen hebben voorgedaan in deze regionale tranentrekker (als Omrop Fryslân een ‘eigen’ soapserie wil produceren, dan is dit toch het onderwerp zou je denken), met in de hoofdrollen Marc Calon, Sicko Heldoorn, Jacques Wallage en Loekie van Maaren-Van Balen.
Dat komt misschien omdat ik nooit zoveel op heb gehad met de Regiovisie Groningen-Assen 2030. En dan heb ik het niet eens over de hoogdravende titel van deze drie jaar jonge papieren tijger. Nee, de handtekeningen onder de toekomstvisie van twee provincies en twaalf gemeenten – door de hegemonistische bestuurders in Groningen al snel tot ‘het Noorden van het land’ gebombardeerd – waren nog niet droog en de feestelijke erwtensoep nauwelijks genuttigd of Wallage haalde onder uit de zak tegen een collega, die het ongeluk had burgemeester te zijn van een kleine buurgemeente van de stad die ooit tot Drents grondgebied behoorde. Welke gemeente weet ik niet meer, maar het ging dacht ik om Eelde/Paterswolde. Wat was de casus belli?
Een van de mogelijke locaties voor een asielzoekerscentrum kwam wel erg dicht in de buurt van een nieuwbouwwijkje voor nou juist die mensen die de stad Groningen qua huisvesting niet zo veel te bieden heeft: de kapitaalkrachtigen.
Met die samenwerking loopt het zo’n vaart niet, dacht ik toen al. Sindsdien is er weinig meer van de Regiovisie vernomen, op een plan na voor een light-railverbinding tussen Groningen en Assen en een ideetje om in de buurt van Tynaarlo wat landgoederen te vestigen die ongetwijfeld ook bedoeld zijn voor Groningse grootverdieners. Tot Leeuwarden, kennelijk ontwaakt door het gerammel met de Haagse geldbuidels, zich aanmeldde voor ‘netwerkstad’ Groningen-Assen. Toen was er ineens sprake van een ruimtelijk-economische samenhang tussen de hoofdsteden van Groningen en Drenthe die in het hele land, sterker nog in heel Europa, zijn weerga niet kent.
Begrijp me goed, ik zou Leeuwarden er ook niet bij willen hebben. Als het om de verdeling van Haagse miljoenen gaat, dan hebben twee nu eenmaal meer te verteren dan drie. Dat heeft Calon goed uitgerekend, dat moeten we hem nageven. En als ik Leeuwarden was, dan zou ik er ook niet eens bij willen horen. Dan zou ik gewoon mijn eigen ‘Noorden’ in stand willen houden, desnoods met Heerenveen – via een light-railverbinding die straks aansluit op de Zuiderzeelijn – of havenstad Harlingen erbij.
Maar wat ik er eigenlijk mee wil zeggen is dat ik dacht dat we, na het eendrachtig binnenhalen van de Langman-gelden, in de drie noordelijke provincies de schaamte nu eindelijk wel eens voorbij zouden zijn. Het huidige gekrakeel doet mij te veel denken aan de tijden dat Henk Vonhoff en Hans Wiegel uit Den Haag terugkeerden, fluitend in de dienstauto, niet omdat ze geld hadden weten los te peuteren voor hun eigen achterstandsgebieden, maar omdat ‘de ander’ ook niets had gekregen. En dat commissaris der koningin Wim Meijer van Drenthe tijdens een etentje in Groningen ten tijde van de onderhandelingen over het vermaledijde Herenakkoord tussen zijn Groningse en Friese collega’s in moest gaan zitten om ze bijna fysiek uit elkaar te houden.
Blijkbaar zijn die tijden weer terug. Het enige dat ze opleveren zijn hilarische afleveringen voor een soap-serie.

Trefwoorden