Het zijn spannende tijden voor de Nederlandse archeologie. Er is een nieuwe Monumentenwet in de maak, die ervoor moet zorgen dat ons oudste erfgoed beter bewaard blijft. Deze nieuwe wet is nodig omdat archeologische bodems in snel tempo verdwijnen. De huidige bedreiging gaat vooral uit van dorps- en stadsuitbreidingen, landbouw, ontwatering en de ontwikkeling van nieuwe natuur. De aantasting is zo groot omdat men, wanneer het op de centen aankomt (bescherming kost geld), het oude landschap maar matig waardeert.

Ook in Fryslân is een bredere en intensievere bescherming nodig. Breder, omdat veel belangrijke archeologische objecten nu nog geen bescherming genieten; intensiever, omdat de huidige wetgeving niet alle vormen van aantasting kan tegenhouden. Fryslân heeft de archeologische problematiek al zo’n tien jaar geleden onderkend. Men is wakker geschud toen een nieuwe provinciale weg over de terp van Besseburen bleek te zijn gepland. Bovendien kwamen er verontrustende berichten uit Wijnaldum. De opgravingen aldaar (1991-1993) toonden aan dat beschermde terpen geleidelijk aan worden afgeploegd en aan de top uitdrogen. De Friese provinciale archeologie anno 2001 functioneert binnen de driehoek bescherming-onderzoek-voorlichting.

Van vondst tot AMK
Monumentenzorg staat en valt bij een goed overz…