Kenmerkend voor de dorpen tot in de jaren dertig en veertig van deze eeuw was de relatieve isolatie. Het leven in het dorp was helder en overzichtelijk. Het dorp was het centrum van de wereld,de mobiliteit was beperkt. Het bestuur,het gezag en de kerk waren middenin het dorp gevestigd,de middenstand was er omheen geschaard. De leefbaarheid van het dorp uitte zich in de identiteit van de openbare ruimte. Die was over het algemeen helder gedefinieerd. Het kerkplein was het kerkplein,de brink de brink. Het veldje aan de rand van het dorp was het veldje waar de jaarlijkse evenementen plaatsvonden. Deze jaarlijks terugkerende evenementen waren de gebeurtenissen waar het hele dorp voor uitliep. Vaak waren de evenementen gekoppeld aan seizoensrituelen als paasvuren en oogstfeesten. De landbouw als belangrijkste bron van bestaan bepaalde het beeld,de geur en het geluid van het dorp.

Door de veranderde betekenis van de landbouw, de verminderde betekenis van de kerk en de komst van ‘import’ is de sociaal-culturele context van het dorp sterk veranderd. In veel dorpen zorgt het drukke autoverkeer voor overvolle straten. Buurtwinkels worden vervangen door Blokkers en Hema’s. Rotondes schieten als paddestoelen uit de grond. Het specifieke van het dorp lost geleidelijk op en het dorpsgevoel verdwijnt. Door de toegenomen mobiliteit is de voor het dorp vroeger zo kenmerkende isolatie achterhaald. De betekenis van de openbare ruimte verschuift mee. Alleen al het aantal geparkeerde auto’s op straat stelt duidelijke randvoorwaarden en beperkingen aan het gebruik van de straat. Speelde vroeger een groot deel van het dorpsleven zich nog op straat af, tegenwoordig is de openbare ruimte in een dorp ’s avonds uitgestorven. Of zoals iemand zei: ‘mensen komen elkaar nog wel tegen op straat, maar ze ontmoeten elkaar niet meer’.
In een relatief kort tijdsbestek heeft er een verschuiving van buitenshuis naar binnenshuis plaats gevonden. Was vroeger de waterpomp,de bleek of de melkboer die langs de deur kwam nog een gezamenlijk contact, tegenwoordig is de televisie en het gebruik van nieuwe media als internet meer en meer een reden om binnen te blijven.

Alles gaat op alles lijken

De identiteit van het dorp en daarmee samenhangend de identiteit van de openbare ruimte vervaagt. De nieuwbouw in en om dorpen bestaat veelal uit catalogus-woningen die per plek volkomen inwisselbaar zijn. De kenmerkende typologische verschillen tussen de dorpen verdwijnen.
Tegelijkertijd is de duidelijkheid over wie de regie voert in het dorp vervaagd. Vroeger was er een aantal duidelijke ‘eilanden’ in het dorp herkenbaar met elk hun eigen invloed,zoals de notabelen,de middenstand en een aantal rijke boerenfamilies. Zij hadden het veelal voor het zeggen. Tegenwoordig is niet alleen de samenstelling van de bevolking gedifferentieerder geworden,ook de sturing,de regie is complexer. De rijke boerenfamilies hebben plaats gemaakt voor anonieme projectontwikkelaars en private partijen die vaak weinig affiniteit hebben met het dorp. Door alle gemeentelijke herindelingen is de betrokkenheid van de burger kleiner geworden en de afstand tot het bestuur vergroot. Veel van de geschetste ontwikkelingen zijn inherent aan de huidige maatschappij en voor een groot deel ook verworvenheden van die maatschappij.

Uitdagingen en kansen

Een interessante vraag en ook een grote uitdaging is nu om te kijken of de geschetste ontwikkelingen zijn om te buigen tot nieuwe,prikkelende kansen voor de toekomst. Als basis dient de typologische karakteristiek van het dorp. Elk dorp kenmerkt zich door specifieke omgevingskenmerken en culturele bijzonderheden. Elk type dorp biedt de mogelijkheid om algemene vragen of opgaven dorpsspecifiek op te lossen. De vraag naar een nieuwe centrale openbare ruimte in een esdorp biedt de mogelijkheid tot een wezenlijke andere oplossing dan de vraag naar een nieuw plein in een streekdorp. Door de ontwikkelingen die spelen in het dorp op een rij te zetten bestaat de mogelijkheid bepaalde ontwikkelingen met elkaar te combineren. Door krachten te koppelen kunnen win-win situaties ontstaan. Woningbouw alleen consumeert vaak het landschap,door woningbouw te koppelen met bijvoorbeeld natuurontwikkeling bestaat er de mogelijkheid een nieuwe kwaliteit toe te voegen aan het landschap. Het zwaluwstaarten van specifieke functies dient per dorpstype tot andere oplossingen te leiden. Door ontwikkelingen te combineren is er vaak ook de kans subsidie-mogelijkheden te koppelen en daarmee extra kwaliteit te realiseren.
Bij veranderingen in het dorpslandschap kan over de grenzen van het eigen dorp heengekeken worden. Niet elk dorp hoeft bijvoorbeeld een eigen bedrijventerrein te hebben. Door te kiezen voor een gemeenschappelijke oplossing kan op een nieuwe plek een nieuwe karakteristiek ontstaan. Bij een intergemeentelijke oplossing ontstaat de mogelijkheid er daadwerkelijk iets van te maken. Door belangen,draagvlak en geld te combineren kan een nieuwe kwaliteit ontstaan.

Diepenheim als voorbeeld

Diepenheim is een zwermdorp,gelegen op de overgang van Salland naar Twente. Het landschap van Diepenheim bestaat uit licht glooiende dekzanden,doorsneden door beken als de Boven-Regge en de Molenbeek. Het Diepenheimse landschap bezit feodale trekken. De oorsprong van het ‘stedeke’ Diepenheim ligt bij huize Diepenheim,ontstaan in de 13e eeuw. Bij het huis Diepenheim hoorde een slotkapel (de huidige N.H.-kerk) en een voorstadje (de huidige bebouwing langs de Grotestraat). In een kring rondom het slot ontstonden havezathen of borgen die oorspronkelijk dienden als bescherming van het huis. De borgen groeiden uit tot landgoederen als het Weldam,het Nijenhuis,Warmelo en Westerflier. Tot op heden geven de landgoederen vorm aan het feodale landschap in de omgeving van Diepenheim. Prachtige bossen worden afgewisseld door open velden met verspreide clumps van bomen,de boerderijen met de luiken in de kleuren van het landgoed liggen in de bosrand verscholen.
Zo betekenisvol en veelzeggend de omgeving van Diepenheim is,zo nietszeggend is de bebouwde kom. De doorgaande route Grotestraat/ Goorseweg is een brede asfaltbaan met veel vrachtverkeer waar erg hard op wordt gereden. De bestaande bebouwing voegt,op enkele uitzonderingen na,weinig toe aan de kwaliteit van de openbare ruimte.

Idylle en banaliteit

In 1993 en 1994 is onderzoek verricht naar het specifieke krachtenspel dat een rol speelt bij de verandering van het landschap in en om Diepenheim. Naast de idylle van de ansichtkaart is de banaliteit van het alledaagse evengoed aanwezig in Diepenheim. Zoals in heel Nederland vinden veranderingen,groot en klein,vrijwel elke dag plaats. Veranderingen waarbij vaak achteloos en onzorgvuldig wordt omgegaan met het specifieke karakter van een plek. In het geval van Diepenheim zijn de huidige ontwikkelingen onderzocht en in kaart gebracht. Specifieke ontwikkelingen zijn opgepakt om tot nieuwe vormen van omgaan met het landschap te komen. Waar mogelijk zijn ontwikkelingen met elkaar gecombineerd om zo tot uitdagende nieuwe beelden te komen.
Het gebied van de Boven-Regge
Het waterschap Regge en Dinkel is van plan het riviertje de Boven-Regge een natuurlijker karakter te geven. De oevers van de beek zouden een ecologisch aantrekkelijker profiel kunnen krijgen. Het waterschap gedoogt dat schouwpaden in de toekomst ook als wandelroute gebruikt kunnen gaan worden. Tegelijkertijd is de gemeente Diepenheim van plan een uitbreidingswijkje ten noorden van het dorp te realiseren.
In ons voorstel worden de flanken van het dal van de Boven-Regge versterkt. Door de nieuwe uitbreiding van Diepenheim radiaal ten opzichte van het centrum te situeren ontstaat er ten noorden van de kruising van de Boven-Regge met de Grotestraat een nieuw parkgebied. Door de beek in het parkgebied weer te laten meanderen ontstaat een interessante ‘watertuin’. Nieuwe wandelpaden lopen langs de Boven-Regge in aansluiting op de rand van de nieuwe wijk en als onderdeel van een totaal padenplan voor Diepenheim.
Op deze wijze wordt een uitbreidingswijk op een interessante manier gecombineerd met ecologische doelstellingen en een aantrekkelijk parkgebied.

Het Diepenheimerbroek

De landbouwkundige waarden in het gebied van het Diepenheimerbroek ten noorden van Diepenheim zijn beperkt. Tegelijkertijd is er in onze samenleving een grote behoefte aan plekken voor meer vrijheden in plaats van beperkende regels. Niet alleen plekken om ‘wild te wonen’ op ruime kavels met weinig restricties,maar ook plekken voor innovatieve ondernemers die het keurslijf van het bestemmingsplan te krap vinden.
De verkaveling en ontsluiting van het Diepenheimerbroek is typisch die van een broekontginning uit het begin van deze eeuw; rationeel en streng geordend. Dit biedt volop kansen en ruimte aan nieuwe vrijheden en nieuwe vormen van landbouw. Een gesloten watersysteem,gekoppeld aan helofytenfilters en een nieuw natuurgebied ten noorden van het Twente-kanaal draagt zorg voor de waterkwaliteit in het gebied.
Het Diepenheimerbroek kan op deze wijze een pleisterplaats worden voor creatieve inwoners en ondernemers uit Diepenheim,maar ook uit de omringende gemeenten.

De Veldhoek

Diepenheim en omgeving is erg in trek bij toeristen. Fietsers en wandelaars genieten in grote getale van de aantrekkelijke omgeving. Niet alleen dagjesmensen,maar ook mensen die kiezen voor een langer verblijf zijn in Diepenheim en omgeving te vinden. Het gevolg is dat er de laatste tijd veel bungalowparken verschijnen in de bossen rondom Diepenheim. Helaas voegen deze huisjesterreinen weinig toe aan de omgeving,het feodale landschap wordt alleen maar geconsumeerd.
Ten zuiden van Diepenheim ligt een gebied waar de landbouwkundige situatie matig is. De aanplant van een nieuw bos op de flank van de Boven-Regge wordt gekoppeld aan de vormgeving van een democratisch en openbaar landgoed. Op het landgoed kunnen op termijn nieuwe huisjesterreinen worden ontwikkeld. De Nieuwe Sluisweg vormt de nieuwe groene oprijlaan tot het landgoed,als onderdeel van een totaal lanenplan voor Diepenheim en omgeving. Door de toeristenstroom te reguleren en te combineren met bosaanplant kan er een nieuw type landschap ontstaan met een eigen kwaliteit.

Grotestraat en Goorseweg

In 1997 heeft ons bureau van de gemeente Diepenheim de opdracht gekregen om de doorgaande route Grotestraat/Goorseweg te herprofileren. Aanleiding hiervoor was de vervanging van het riool. In samenwerking met beelden kunstenaar Irene Fortuyn is een strategie ontwikkeld. Er is voor gekozen om het doorgaande verkeer niet te weren uit het centrum, de levensvatbaarheid van de kern blijft op deze wijze gewaarborgd. Wel wordt de breedte van de rijweg aanzienlijk versmald en is er bij de inrichting gezocht naar verschillende vormen van vertraging,niet alleen in beeld,maar ook in geur en geluid,zodat het totaalbeeld kloppend wordt met wat Diepenheim is,een rustig stedeke.
De straat is op twee manieren bekeken,vanuit de passant in de auto en vanuit het perspectief van de aanwonenden die de straat op een andere manier gebruiken en ervaren. De straat kent twee tempo’s. De rijweg wordt versmald waardoor er meer ruimte ontstaat op de stoepen. Het wegdek blijft van asfalt,omdat het hoort bij het netwerk van alle wegen en Diepenheim verbindt met de rest van het wegennet.
Voor de stoepen geldt een ander verhaal. Stoepen hebben een ander tempo; ze zijn voor mensen die lopen en ze verbinden de huizen en de winkels met elkaar. Daarmee zijn stoepen voor een groot deel vàn de bewoners. In ons voorstel hebben we de stoepen laten wortelen in het karakter van het dorp; een dorp met een feodale en agrarische achtergrond. Zowel bij landgoederen als bij boerenerven is grind een geëigend materiaal. Het geeft een vertraging in geluid en het beeld wordt licht en vrolijk. Het voorstel is om de stoepen en de stegen uit te voeren in grind.
Het parkeren wordt zoveel mogelijk geweerd langs de doorgaande route. Door op een aantal plekken ‘parkeren op afstand’ te realiseren wordt het beeld van de Grotestraat opgeschoond en kunnen de nieuwe parkeerplaatsen meer kwaliteit krijgen met een bomendak van kastanjes.
Bij de entree van het dorp aan de westzijde kruist de Boven-Regge de Grotestraat. In de huidige situatie is het water nauwelijks merkbaar. In een betonnen goot stroomt het water geruisloos onder het asfalt door. Door het beleid van het waterschap Regge en Dinkel te koppelen aan de herprofilering van de straat kunnen twee vliegen in één klap worden geslagen. De oevers van de beek worden ecologisch aantrekkelijker ingericht in combinatie met de bouw van een transparante brug. De brug vormt tevens de opmaat tot het versmalde wegprofiel.
Door de historische groei van Diepenheim,de kerk ontstond bij huize Diepenheim,bezit Diepenheim op dit moment geen centrale openbare ruimte. Door de weg te verleggen op het aansluitingspunt van de Grotestraat met de Goorseweg worden kansen gekoppeld. Enerzijds ontstaat door de wegomlegging in de vorm van een bajonet een logische snelheidsremmende maatregel,anderzijds ontstaat op eenvoudige wijze een prachtig plein waarop de bestaande platanen en de jongerensoos als losse elementen een plek vinden. Het nieuwe centrale plein,ook uitgevoerd in grind,biedt ruimte aan allerlei vormen van activiteiten,van muziekoptredens,de wekelijkse markt tot aan een standplaats voor de mobiele kapper. Zoetgeurende trompetbomen die worden toegevoegd langs de randen in combinatie met boerenjasmijn zorgen voor een vertraging in geur. Op deze plek kunnen de Diepenheimers elkaar in de toekomst niet alleen tegenkomen,maar elkaar ook daadwerkelijk ontmoeten.

Naar aanleiding van de bovenstaande voorbeelden kan de volgende conclusie worden getrokken. Dit manifest kan niet als universeel model dienen en de problemen voor alle dorpen oplossen. Deze tijd vraagt juist om een specifieke aanpak. Maatwerk graag voor elk dorp!

De auteurs zijn werkzaam bij Bureau Alle Hosper. Dit artikel is een verkorte versie van het gelijknamige document dat Bureau Alle Hosper in 1998 in opdracht van de Gemeente Diepenheim en het Stimuleringsfonds voor Architectuur heeft opgesteld.

Trefwoorden