Hebben bewoners van wijkvernieuwingswijken er iets aan als buitenstaanders hun komen vertellen wat hun wijk zo bijzonder maakt?

Oktober 2021, een grijze donderdagochtend. Vanachter zijn raam op de eerste verdieping van een portiekflat aan de Iepenlaan in de Groningse wijk Selwerd ziet Raimond twee slungelachtige mannen over de stoep lopen. De een heeft een fotocamera om zijn nek, de ander houdt een opnameapparaat vast. Raimond buigt zich naar het raam en ziet hoe ze zijn buurvrouw aanspreken, die de hond uitlaat. Hij zucht. Alweer mensen die hier iets komen halen, die iets willen. Terwijl juist zij, de bewoners van deze schimmelige, koude huizen, degenen zijn die iets te willen hebben.

Eind 2020 kreeg Stichting Tussenland van de gemeente Groningen de opdracht vier wijkvernieuwingswijken in woord en beeld te portretteren. Theatermaker Sijas de Groot en fotograaf David Vroom waren de initiatiefnemers. Twaalf maanden in totaal trokken zij de vier wijken in, dus drie maanden per wijk. Zelf sloot ik aan als tekstschrijver. Het doel van deze opdracht was concreet: de wijkvernieuwing verbeelden en tot leven brengen aan de hand van voor elke wijk kenmerkende thematiek. Maar verder kregen we alle vrijheid.
Ons werk resulteerde in Ik blijf hier: verhalen uit een veranderende wijk. Onder die naam maakten we vier kranten, voor de wijken Beijum, Indische Buurt/De Hoogte, Selwerd en De Wijert. In die ‘zachte atlas’ staat de wijkvernieuwing soms op de achtergrond en soms duidelijk op de voorgrond. De kranten zijn bedoeld voor iedereen die met de vier wijken te maken heeft, van beleidsmaker tot bewoner. We wilden ons niet gedragen als buitenstaanders die komen, halen en weer weggaan, maar het pad dat we betraden bleek soms glibberig te zijn.

Open

In anderhalf jaar tijd ontmoetten we meer dan tweehonderd mensen, in woonkamers, wijkcentra en op straat. Soms spontaan, soms op afspraak. We spraken bewoners en middenstanders, maar bijvoorbeeld ook projectleiders van de gemeente, stedenbouwkundigen, verkeerskundigen, ervaringsdeskundigen op het gebied van armoede, corporatiemedewerkers, energiecoaches en docenten.
De gesprekken leverden ons waardevolle grondstoffen voor het eindproduct. We maakten verbinding, simpelweg door mensen te vragen hoe het met hen ging en hoe ze hun omgeving beleefden.
Naast deze verbindingen met mensen met wie wij zelf in gesprek gingen, brachten we ook connecties tussen anderen tot stand, bijvoorbeeld door iemand te vertellen wat we van een buurtgenoot hadden gehoord. Dat was soms een praktische tip over hoe je omgaat met een slecht geïsoleerde woning, een andere keer ging het over een initiatief in de buurt. Dat het fysieke resultaat een serie van vier kranten zou worden, stond vooraf niet vast. Eigenlijk kon alles. Sparringpartners Hans Gerritsen en Pascal Rumph, ontwerpers van Buro Reng, waren vanaf het begin ons klankbord. Uiteindelijk kozen we er samen voor om als reactie op het vluchtige karakter van deze tijd iets te maken wat niet in een kwartier te lezen is en waarvoor je letterlijk even moet gaan zitten.

Zachte informatie

De grote hoeveelheid zachte informatie die we in anderhalf jaar ophaalden is waardevol, voor onszelf en voor onze opdrachtgever. Sommige dingen krijg je niet uit mensen als je op officiële wijze informatie komt halen. Wat terloops verteld wordt kan aanzetten tot reflectie, verheldering of inspiratie bij de manier waarop je werkt of je tot je buurt verhoudt. De gesprekken die wij voerden, hoefden geen concreet resultaat te hebben en we hadden geen afvinklijst bij ons. We konden de tijd nemen voor de mensen die we ontmoetten, juist omdát dit een kunstproject was. Door de verhalen en foto’s in onze kranten zien mensen hun omgeving met een andere blik, en wordt het alledaagse bijzonder. ‘Ik woon al heel lang in Selwerd, en jullie hebben de persoonlijkheid van de wijk goed gezien én weergegeven’, schreef een bewoner.

Hebben bewoners van wijkvernieuwingswijken er iets aan als buitenstaanders hun komen vertellen wat hun wijk zo bijzonder maakt?


Andere wijkbewoners daarentegen vonden het onzin dat de gemeente geld had uitgegeven aan zo’n kunstproject. Sommigen vonden dat er veel te veel tekst in de krant stond. Een vrouw hield op Facebook een lang betoog met als kern dat wij vooral niet moesten denken dat we wel eventjes het verhaal van haar wijk konden komen vertellen. De negatieve reacties laten zien hoe ingewikkeld het is om een opdracht als deze voor iedereen goed uit te voeren. Doordat we buiten de bewoners om de vorm van het eindproduct hadden bepaald, had Ik blijf hier toch een beetje het effect gekregen dat we hadden willen voorkomen.

En nu?

De krant heeft ook een nawerking. Sijas de Groot gaf workshops aan wijkcoöperatie GoeieBuurt, naar aanleiding van de verhalen die we hadden gemaakt. In Beijum kwam een foto-expositie op bouwhekken rond een braakliggend terrein midden in de wijk. Tussen door David Vroom gemaakte foto’s hingen foto’s van wijkbewoners zelf, alles vormgegeven als één expositie. In Selwerd maken we op dit moment een Arabische, verkorte versie van onze krant. Zo proberen we aansluiting te vinden bij een moeilijker te bereiken groep bewoners. Met uitlopers als deze maken we ons project van en voor nog meer mensen.

Raimond verlaat volgend jaar zijn koude, vochtige woning aan de Iepenlaan. Dat heeft hij ons verteld toen we hem een week later in de wijk tegenkwamen. Hij nam ons mee naar zijn huis in de afgeleefde portiekflat die over een tijdje wordt gesloopt. Zelf krijgt hij een woning op een andere plek – het maakt hem niet veel uit of dat in Selwerd is. De wijkvernieuwing maakt zijn leven en dat van veel andere wijkbewoners comfortabeler en fijner.
Hoewel sommige mensen niet kunnen wachten op een andere woonplek, is een belangrijke les die wij tijdens dit project leerden dat in élke wijk mensen wonen die zich daar fijn voelen en er juist nooit meer weg willen – wat het imago van die plek ook is. Uit dat besef komt de titel van ons project voort.
Uit welk vakgebied je ook komt als je met de beste bedoelingen een wijk wilt verbeteren, vraag bewoners wat je kunt doen om hen gelukkiger te maken. Ga geen dingen doen waarvan je alleen maar denkt dat ze bewoners gelukkiger maken. En denk goed na over de manier waarop je met bewoners in gesprek gaat, want de geijkte methodes leveren niet altijd de beste antwoorden op. Benader hen als mens, neem de tijd en luister goed.
Misschien had er, als we uitgebreid met bewoners in gesprek waren gegaan en hen gevraagd hadden waar zij behoefte aan hadden, nu geen serie kranten gelegen. In die zin hebben wij vooral ons eigen kunstje gedaan. Met het eindresultaat zijn we desalniettemin blij. Het is nu aan onze opdrachtgever, de gemeente Groningen, om iets te doen met het tijdsbeeld dat we hebben gemaakt. Wat ons betreft dienen de kranten als de opening van een gesprek. De gemeente kan er inspiratie, informatie en aanknopingspunten uithalen. Daarmee biedt Ik blijf hier een kans om mensen aan de hand van verhalen en beelden met elkaar te verbinden.