In deze tweewekelijkse wisselcolumn schrijven hoofdredacteur Bente van Leeuwen en adjunct-hoofdredacteur Tjesse Riemersma over wat hen bezighoudt in en om het noordelijke landschap. Dit keer maakt Riemersma meel van geraapte koren.

Toen afgelopen zondag de zon me al vroeg uit bed had gejaagd, trapte ik zuidwaarts om te kijken hoe het er bij Appelbergen uitzag. Het bos naast Glimmen bleek gevuld met zomerse rituelen. Zonnebrillen, korte broeken, koffie op terras. Een man met vier Berner sennenhonden zocht een apporteerstok en ik besprak de rijpheid van de bramen met twee wandelaars.

‘Ze zijn nog heel zuur’, zei de vrouw met de zachte ogen. Ze groeien op zandgrond.

Ik knikte, maar dacht: je moet een gegeven bes niet uit de bek spugen.

Al kauwend liep ik verder, tot ik een korenveldje vond. In mijn tas zat Braiding Sweetgrass, een boek van botanist Robin Wall Kimmerer over de wijsheden en rituelen van het inheemse Amerikaanse volk waar ze van afstamt. Ze schrijft hoe ze van boombast manden leert vlechten en…