In de stad Groningen strijden ouderen tegen hittestress. Bart Popken deed vorig jaar onderzoek in de Noorderplantsoen- en Oranjebuurt en stuitte op kansrijke initiatieven.

Bij extreme hitte denken mensen snel aan de mediterrane klimaten in Zuid-Europa of de woestijnklimaten in Noord-Afrika. Ook politici en ambtenaren bagatelliseren vaak de effecten van langdurige hitte in Nederland. Dat is onterecht. In Europa sterven meer mensen door hittegolven dan door overstromingen, bosbranden of stormen.
In de afgelopen tien jaar zijn hittegolven in Nederland sterk toegenomen en deze extremere weersomstandigheden zullen alleen nog maar vaker voorkomen. Prognoses voor Nederland geven aan dat de temperatuur binnen dertig jaar met minimaal drie graden zal stijgen. Hier moeten we gezamenlijk op anticiperen. In mijn scriptie voor de studie planologie aan de Rijksuniversiteit in Groningen heb ik gekeken hoe ouderen uit de Noorderplantsoen- en de Oranjebuurt omgaan met deze toenemende hitte.

Opgesloten in warm huis

De kwetsbaarste groep voor hitte zijn ouderen met een slecht werkend thermo-regulerend systeem die in stedelijke gebieden wonen. De ouderen die ik heb gesproken refereerden vaak aan 2018, toen twee achtereenvolgende hittegolven plaatsvonden. Velen kozen er vanwege hun gezondheid voor om hun huis niet te verlaten. Zo verloren ze het sociale contact met buurtgenoten, familie en vrienden, en ging hun algemeen gevoel van welzijn erop achteruit.
Waar de Noorderplantsoenbuurt normaal gesproken bekend staat om zijn warme en gezellige straatcultuur, veranderde dit karakter volledig in de afgelopen hete zomers. Ouderen kwamen minder buiten en bovendien zorgde de massale uittocht van studenten naar het park voor veel sociale overlast – nóg een reden voor ouderen om binnen te blijven. Hun gevoel van eenzaamheid verergerde hierdoor.
Een ander neveneffect van langdurige blootstelling aan hitte binnenshuis was dat senioren slechter sliepen. Door de snelle opwarming van huizen stijgt warmte naar boven, waar de slaapkamer zich meestal bevindt. Deze ruimte wordt dan vaak het warmst. Te lange blootstelling aan hitte kan leiden tot oververhitting, zonnesteken en in het ergste geval de dood. Cijfers van het Centraal Bureau Statistiek geven dan ook duidelijk oversterfte aan na hittegolven.

‘Stedelijk hitte-eiland’

Dat ouderen in de binnenstad bij voorgaande hittegolven veel last ervaarden, is goed verklaarbaar. Urbane gebieden bevatten over het algemeen relatief weinig groen en hebben een hoge bebouwingsdichtheid, waardoor ze in de zomer meer warmte vasthouden. Het kan daarom in de zomer op de Grote Markt wel zeven graden warmer zijn dan in het Noordlaarderbos. Dit verschil wordt aangeduid met de term ‘stedelijk hitte-eiland’ en is steeds vaker terug te vinden in beleidsdocumenten van stedelijke planners.

De zomer als ‘één grote en vermoeiende depressie’

Wat zowel positief als negatief kan bijdragen aan hittestress is de bouw van een huis. Tijdens mijn bezoek aan beide buurten viel mij op dat het overgrote gedeelte van de huizen bestond uit negentiende-eeuwse arbeiderswoningen, die meestal slechter geïsoleerd zijn dan nieuwbouwwoningen. Dit soort huizen warmt daardoor relatief snel op. De fysieke locatie van de woning speelt ook een rol. In bovenwoningen kan het ongeveer een tot anderhalve graad warmer zijn dan in lagergelegen woningen. De plaatsen in huis met de hoogste risico’s bevinden zich direct onder het dak, aangezien de absorptie van zonnestralen daar het hoogste is.
Dat geeft hitteresistentie ook een grote sociaal-economische component. Rijkere ouderen beschikken over het algemeen over een beter geïsoleerd huis en kunnen het zich veroorloven om de hele dag airconditioning aan te hebben. Armere mensen kunnen dit niet.

Sedumdak en tafeltuintje

In plaats van zich over te geven aan de hittemisère, zochten stedelijke senioren in de Noorderplantsoen- en Oranjebuurt actief naar korte- en langetermijnoplossingen. Een oude laadruimte van de Jumbo fungeerde in 2019 als centrale ontmoetingsplek voor beide buurten. In de nasleep van die warme zomer bezochten veel oudere buurtbewoners deze plek om hun ervaringen te delen. Over het algemeen beschreven zij de zomer als ‘één grote en vermoeiende depressie’. In dit gelegenheidsbuurthuis brainstormden ze dan ook collectief over duurzame initiatieven om de negatieve gevolgen van hitte in de buurt in te dammen.
Het eerste wapenfeit van de buurtbewoners was dat ze vegetatie plantten op het stenen dak van de portiekflat van een oudere bewoonster in de Nassaulaan in de Oranjebuurt. Zo’n sedumdak werkt verkoelend, aangezien de planten veel warmte opnemen. Uiteindelijk resulteert dit in een lagere temperatuur binnenshuis. De positieve werking van groen blijkt uit de lucht in parken, die is daar koeler (1 graad Celsius) en de stralingstemperatuur is er lager (2,5 graad) dan in het centrum van de stad.
Een aantal straten verderop toverden de buren Greetje Bijleveld en Truus Weinans de Tuinbouwdwarsstraat om tot een plantenbakkenparadijs. In hun ontwerp gaven ze duidelijk aan welke plekken in de straat meer groen moesten krijgen. Een ruime meerderheid van negentig procent gaf aan het eens te zijn met het plan. Met goedkeuring van de gemeente is de versteende Tuinbouwdwarsstraat nu voorzien van extra struiken en planten.
Op de hoek van de Plantsoenstraat ontwierp Tini Snijders een ‘tafeltuintje’. Het oorspronkelijke plan was om het verbrede trottoir tot een ontmoetingsplek te maken, vertelt Snijder in de buurtkrant. Ze geeft aan dat op zonnige dagen er altijd buurtgenoten bijeenkwamen en er spontane bijeenkomsten ontstonden. Echter, met het vertrek van enkele buren werd er minder gebruikgemaakt van de plek. Bij de Mamamini verderop in de straat stonden twee tuintafels, die Snijders rond de boom tegenover haar huis zette. De eerste tafel werd al gauw gestolen. Toch besloot ze om haar eigen overtollige planten op de tweede tafel neer te zetten. De tafeltuin is een groot succes geworden.
De tafeltuin, de Tuinbouwdwarsstraat en het sedumdak zijn allemaal mooie stappen naar een duurzame, innovatieve en groene buurt. Maar buurtgenoten kunnen dit niet allemaal zelf, zij hebben ook hulp nodig van externe partijen. Buurtbewoners in de Noorderplantsoen- en Oranjebuurt kregen bij hun activiteiten ondersteuning van een klimaatambassadeur van de Gemeente Groningen. Die is belangrijk omdat er nog zo weinig bekend is over hittestress. Deze ambtenaar informeerde over klimaatverandering en de duurzame technieken die daarbij komen kijken.

Tijdens mijn onderzoek ben ik verrast door zowel de impact van hittestress als de creatieve oplossingen die ik tegenkwam. Hittestress mag niet langer onderschat worden, zeker omdat hij alleen maar zal toenemen. Behalve fysiek zorgt de stress ook sociaal voor enorme problemen. Denk aan eenzaamheid, depressiviteit en sociale isolatie. Gelukkig is er ook veel goede moed, sociaal kapitaal en verborgen kennis in buurten. De gemeenten kunnen die activeren en daar beter gebruik van maken. Zo kunnen we samen deze kwetsbare groep mensen beschermen. Want we laten hen toch niet gaarkoken in hun steeds warmer wordende huizen?

Student en scriptie
In deze rubriek laten we studenten aan het woord die afstuderen op een typisch Noorderbreedte-onderwerp. Ditmaal: planologiestudent (RUG) Bart Popken.