Groningers weten wat ze willen. Afgelopen twee jaar ontwikkelden bewoners een visie op een toekomst waar ze ‘zin’ in hebben. Je zou denken: op dat perspectief moet het herstel van Groningen zich richten. Toch gebeurt dat nauwelijks. Hoe kan dat?

Het antwoord lees ik in Groningen en de bevingen. Hoe kennis beleid nauwelijks beter maakt van Wim Derksen en Marielle Gebben, een boek dat op 27 januari 2022 verscheen en het absoluut verdient om gelezen te worden. Leerzaam, maar ook huiveringwekkend.

Ons verhoal, mien land en met mekoar

Voor ik daarop in ga even iets over die door burgers geschetste toekomst. Twee jaar geleden vroeg de overheid aan de bewoners: waar zien jullie betere perspectieven? In een paar weken tijd lagen er 900 Toukomst-plannen op tafel en nog een paar weken later had een panel daardoorheen een grote lijn geschetst. De visie heeft drie belangrijke ankers. In de woorden van Toukomst: ons verhoal, mien laand en met mekoar. Wie wil investeren in een betere toekomst voor Groningers doet er wijs aan om aan te sluiten bij de eigenheid, zorg te hebben voor het landschap en oog voor hoe mensen samenleven. Er is een inspirerende tekening gemaakt van dit Groningen in 2040 en er is een pot van 100 miljoen om te investeren in die burgertoekomst.

Voor overheden en daaraan gelieerde clubs zijn miljarden beschikbaar voor een betere toekomst. Daarvoor gebruikt het bestuur de burgervisie amper. Wim Derksen en Marielle Gebben werpen in hun boek licht op dit wonderlijke, maar ook best zorgelijke, fenomeen. Er wordt zoveel geklaagd over de kloof tussen burger en politiek en hier ligt een prachtige kans om die twee bij elkaar te brengen. Laten we die bal toch in het doel koppen nu hij zo mooi in positie ligt.

Drijfzand

Derksen en Gebben spraken vijf jaar met wetenschappers, bestuurders en bewoners over de rol van kennis in het aardbevingsdossier. Vele sessies van het Kennisplatform Leefbaar en Kansrijk Groningen brachten aan het licht dat we in het begin amper iets wisten over het risico op aardbevingen ten gevolge van mijnbouw, de gevolgen ervan op aarde en voor de huizen die daarop staan. Toch ging de overheid harde normen stellen voor veiligheid en aan de hand daarvan plannen maken om huizen te versterken. Best gek want eigenlijk bouwden bestuurders modellen op drijfzand en hechtten ze daaraan normen die ze vervolgens in juridisch beton goten. Met de beperkte wetenschappelijke kennis die er wel was, was bovendien iets loos. De meeste kennis zat bij de NAM, de aardgaswinner die een groot economisch belang had dat haar waarnemingen kleurde. Het Rijk voer lang op dat NAM-kompas. Wetenschappers die andere feiten ter tafel brachten, hadden moeite tot de overheidsbestuurders door te dringen.

Burgerkennis is lang ter zijde geschoven. Te verschillend van kwaliteit om op te rekenen, vonden de bestuurders. Maar ze zagen over het hoofd dat de basis onder hun eigen modellen net zo goed arbitrair was. Met elk nieuw rapport schoof de risicokaart of de methode om de aardbeving in een huis op te vangen, weer een stukje naar links of rechts. En bijgevolg moesten de normen weer aangepast. Zo creëerden ze een dure en onwerkbaar schade- en versterkingsbureaucratie waarin tienduizenden Groningers zich steeds onveiliger gingen voelen. De aardbevingsbureaucratie is gebouwd op drijfzand.

Het is een gemiste kans dat in de versterking niet naar Groningers zelf is geluisterd, vinden Derksen en Gebben. Vraag bewoners hoe hun huis veiliger gemaakt kan worden en vaak krijg je hele zinnige antwoorden. Bovendien sluit je dan aan bij de ‘beleefde veiligheid’. Beter dan de drijfzand-methode van de overheden. Ook voormalig Nationaal Coördinator Groningen, Hans Alders, ziet nu dat hij de verkeerde aanpak koos. Bij de presentatie van Groningen en de bevingen legde hij uit dat de NCG zich richt op ‘veilige gebouwen’. Maar hij j had zich moeten richten op ‘veilig onderdak voor de bewoners’. De harde technisch-juridische benadering van de overheid heeft de versterkingsoperatie genekt. Het kost veel geld en levert niet op wat je wilt bereiken: dat mensen zich veiliger voelen. Daarvoor is echt iets anders nodig.

Burgerkennis

Bij de toekomstplannen dreigt hetzelfde mis te gaan. Bestuurders kiezen voor een beter perspectief voor Groningen vanuit een wereld waarin ‘harde’ cijfers tellen. Grote industriële investeringen brengen inkomsten en dan lijkt de welvaart van de provincie er fleuriger uit te zien. Maar in de wereld van de bewoners spelen andere zaken een belangrijkere rol: gezondheid, levensvreugde, verbinding met elkaar en met de leefomgeving. Om daar iets van te begrijpen, moet je kennis nemen van sociale studies die aandacht hebben voor maatschappelijke processen en mensen. Of je vraagt het de mensen zelf. Bestuurders blijken minder waarde te hechten aan sociale studies dan aan ‘hardere’ onderzoeken, zo ontdekten Derksen en Gebben. Ze benutten ook burgerkennis nauwelijks.

Dat brengt me bij Toukomst en de goed doordachte toekomstvisie van het burgerpanel met daarin hele concrete handvatten om de toekomst voor de bewoners beter te maken. De NPG, die het geld voor een betere toekomst verdeelt, heeft een nieuwe voorzitter, Johan Remkes. Die begint met een time-out om te kijken ‘waar we nu staan’. Verstandig. Want gaan we nu investeren in de toekomst van Groningen langs de harde economische lijn van de bestuurders? Of leren we van onze fouten uit het verleden en gaan we nu ook de sociale studies en burgervisie benutten om de toekomst vorm te geven?

Laten we nu toch eindelijk koers zetten naar een wereld waar de Groningers zelf behoefte aan hebben. Lees hoe mooi het kan worden in hun eigen tekening: Ons verhoal, mien laand en met mekoar.

Ze vlammen tijdens de protesttochten van Groningers die klem zitten in de aardbevingsbureaucratie en ze branden op de boorinstallaties van de NAM: fakkels. Ineke Noordhoff onderzoekt in dit tweewekelijks blog hoe Groningen in deze misère belandde en waar nieuwe energie te winnen valt. Wil je op de hoogte blijven, volg Noorderbreedte dan via Instagram, Facebook of Twitter en hou de rubriek Fakkels in de gaten.

Ineke Noordhoff

was tot 2021 hoofdredacteur van Noorderbreedte

Op 17 maart verschijnt Ontaard land, de strijd van een Groninger tegen de gasregenten