“De dynamiek van het wad maakt het wadlopen spannend”

‘Ik ben opgegroeid op Rottumeroog en heb daar tot mijn vijftiende gewoond, wij waren het enige gezin op het eiland. Zodra je daar gaat lopen, loop je al bijna op het wad, je kan dus wel stellen dat het wadlopen mij met de paplepel is ingegoten. Mijn vader had een boot die hij als het ging vriezen naar de vaste wal bracht, vervolgens liep hij over het wad weer terug naar huis. Wadlopen deden we kortom niet omdat het leuk was, maar omdat het moest.

Toen ik later op Texel ging wonen, wilde ik ook andere mensen kennis laten maken met het wadlopen. Om dat te kunnen doen, moet je een opleiding volgen, samen met mijn man sloot ik me daarom aan bij het Wadloopcentrum Fryslân. Dat bleek zo’n leuke vereniging dat we er zijn blijven hangen, tegenwoordig ben ik bij hen gids. Natuurlijk is het leuk om in je uppie het wad op te gaan, maar dan kan er verder niemand van genieten. Wanneer ik echter voor het Wadloopcentrum met een groep ga wadlopen, kan ik die hele groep ons prachtige UNESCO Werelderfgoed laten zien. Dat vind ik fantastisch.

Het wadlopen zelf is een belevenis, als je eenmaal met dat virus besmet bent, dan raak je het nooit meer kwijt. De weidsheid, de luchten die je ziet, de ruimtelijkheid: je moet het ervaren. Het waddengebied is natuurlijk ook enorm dynamisch, een geul die er gisteren nog zat, kan bij wijze van spreken morgen weg zijn. Tijdens het lopen moet je rekening houden met eb en vloed en moet je goed van de weersomstandigheden op de hoogte zijn. Als het water opeens opkomt, weet je dat er iets aan de hand is, dan moet je zorgen dat je op tijd terug bent. De dynamiek van het wad maakt het wadlopen spannend.’

Trefwoorden