“Een schouwburg is te veilig, ik wil theater juist onveilig maken voor mijn publiek.”

‘Ik regisseer theaterstukken in het landschap, dat doe ik in Amsterdam, waar ik een opleiding volgde, maar ook in Drenthe, waar ik oorspronkelijk vandaan kom. Het vette aan locatietheater is dat het mensen ontregelt. Wanneer je naar een theaterstuk in de schouwburg gaat, weet je immers precies wat je kunt verwachten: je koopt een kaartje, geeft je jas af bij de garderobe, neemt plaats op een pluche stoel en kijkt naar wat er in het lijsttoneel gebeurt. Al die theaterwetten worden op een locatie doorbroken. Een schouwburg is te veilig, ik wil theater juist onveilig maken voor mijn publiek.

Daarnaast is een locatie handig voor een regisseur, hij kan hem als bron gebruiken voor zijn verhaal. Voor een project in Havelte trof ik een glazen huis middenin de natuur aan, uit die paradox ontstaan bij mij ideeën. Tot slot is theater op locatie enorm interessant voor mensen uit de buurt. Door theaterbelichting, teksten en ruimtelijke vormgeving wordt een plek waar mensen vaak onachtzaam langslopen omgetoverd tot een locatie die ze nog nooit hebben gezien; het laat ze op een andere manier naar hun dorp kijken. Na een voorstelling die ik in de dorpskern van Diever maakte zei iemand uit het publiek: “ik had geen idee dat dit dorp zo mooi was.” Dat is het grootste compliment dat ik als locatietheatermaker kan krijgen.

Ik vind het leuk om te dromen over stukken die ik in de toekomst kan maken. In noord Nederland zou ik graag een stuk willen regisseren over het verschil tussen de stad en het platteland. Ik heb zelf 19 jaar in Drenthe gewoond, en nog een jaartje in Groningen. Destijds verlangde ik naar de grootsheid van de stad. Nu ik in Amsterdam woon, verlang ik naar het dorpse, het ons kent ons. Die tegenstelling, en hoe mensen die van de ene naar de andere plek verhuizen zich aan hun nieuwe omgeving aanpassen, lijkt me heel geschikt voor een locatietheaterstuk.’

Trefwoorden