De deadline hield ons afgelopen week behoorlijk in de greep. Preciezer gezegd: we waren hartstikke druk met nummer 4. Een weg vol hobbels maar wel een route naar het paradijs.

De verhalen waren tijdig binnen, er was ruim gelegenheid om ze door te lezen en op het beeld en de andere verhalen af te stemmen. De koppen waren gemaakt en de bijschriften lagen klaar toen Paul en Robert van Shootmedia aan de vormgeving begonnen. Vroeger bij de krant was het dan ‘kat in het bakkie’. Even de prioriteiten doorspreken met de opmakers, wat teksten inkorten, bijschriften aanpassen aan de beeldkeuze en klaar.
Bij Noorderbreedte is dat een proces waar eindredacteuren, fotografen en vormgevers hun kritische blik over laten gaan. Het is een week van heen en weer praten, nieuwe foto’s zoeken, woorden wegen en het resultaat beoordelen. Hectisch, maar ook ontzettend leuk. Je begrijpt dan waarom je een krant de volgende dag inruilt voor een volgende, terwijl Noorderbreedte maandenlang op de koffietafel mag blijven liggen.
In de allerlaatste fase wordt ook de coverfoto geschoten. Harold Koopmans (fotograaf) en de vormgevers lezen de teksten en we praten in een clubje flink heen en weer over wat we willen agenderen. Met de redactie hadden we eerder al een motto bedacht, maar wanneer de verhalen binnenkomen kan de invalshoek toch net iets verschuiven. En pas als je het beeld bij de verhalen ziet, kun je echt beoordelen hoeveel ruimte een artikel nodig heeft, welke kop het beste past, met welke intro je de lezer het verhaal in kunt lokken en hoe het beter past in de reeks van andere verhalen en beelden. Deze keer hebben we niet alleen foto’s maar ook een futuristische tekening van Arne Brink waar naar blijft kijken.
De cover moet de lezer naar het paradijs voeren, zo vonden we deze keer. Adam en Eva zaten direct bij ons aan tafel, maar oubolliger kan je het niet verzinnen natuurlijk. Dus het eerste mensenpaar werd door de ‘jongens van Shoot’ direct naar de uitgang gemanoeuvreerd. Maar het duo bleef terugkeren en uiteindelijk belandden ze toch op de voorpagina van de nieuwe Noorderbreedte – zij het in hele nieuwe gedaante.
Donderdagmiddag na de laatste controle van toch nog 119 correcties uit de laatste ronde belde ik met een lijf nog vol stress naar Merel die tot een minuut daarvoor nog achter een portret had aangejaagd: ‘Nummer 4 is naar de drukker en het is MOOI!’ riep ik zo ongeveer. Vroeger bij de Volkskrant ging je dan naar Hesp om met behulp van een pan bier de spanningsboog te laten zakken. Nu joelden we als een stel malle meiden door de telefoon naar elkaar hoe trots we waren.
Drukkerij Tienkamp is aan de beurt om zijn vakmanschap in te zetten. Op 11 oktober gaat nummer 4 naar Sandd die het tussen  13 en 16 oktober bij onze lezers brengt.

Hou de brievenbus in de gaten: ons paradijs komt eraan.