“Als ik door de stad fiets kan ik soms heel tevreden zijn”

‘Ik wilde geneeskunde studeren en zou in Groningen en Utrecht naar de opleiding gaan kijken, vervolgens zou ik voor een van de twee kiezen. Groningen was als eerst aan de beurt maar ik voelde me hier meteen zo thuis dat ik niet eens meer naar Utrecht ben geweest. Ik dacht: “dit is gewoon goed, hier blijf ik.” Ik woon nu in een kamer in een gemengd studentenhuis. We zijn met z’n viertjes en houden de keuken netjes.

Mensen zeggen vaak: “Groningen is een stad met de sfeer van een dorp,” zo ervaar ik dat ook. Oorspronkelijk kom ik uit een dorp in Friesland, misschien heeft dat wel bijgedragen aan het feit dat ik me hier op m’n plek voel, ik herken dingen terug. Ik vind het lastig om concreet te maken waar Groningen dorps in is, maar de binnenstad is natuurlijk klein en alles is dichtbij. In iedere straat in de binnenstad ken ik iemand die daar woont. En als ik ’s avonds op stap ben, kom ik minstens vijf mensen tegen die ik ken. Dat soort kleine dingen, het is een beetje ons kent ons.

Ik ga meestal met plezier naar de universiteit, maar dat is natuurlijk niet de enige plek waar je als Groningse student komt. Uitgaan is hier leuk, ik geniet van het studentenleven, maar overdag is er ook altijd iets te doen. Nu is bijvoorbeeld Noorderzon bezig, daar kan ik dan een avondje gaan kijken. En met m’n studentenpas kom ik gratis naar binnen bij het Groninger Museum. Een vriendin van me zei laatst: “er is nu een leuke expositie, zullen we heen?” Dan kan dat gewoon.

Als ik door de stad fiets kan ik soms heel tevreden zijn, dan denk ik: “wat is Groningen toch mooi.” Het mooiste plekje? Lastig. Misschien wel het Noorderplantsoen.’

Trefwoorden