Feiten over de aardbevingsellende heb je in vele soorten en maten. Uiteindelijk geldt vooral of je kompas goed werkt en je hart groot genoeg is. Een persoonlijke column.

Het is 29 juni en mooi weer buiten. In een fraaie kerk, nu kantoor/vergaderzaal gaan experts en een enkele bewoner met elkaar in debat. Dit is een Critical Review over Cultureel Erfgoed  in opdracht van de Nederlandse Coördinator Groningen om de aanpak van de aardbevings problemen scherper te krijgen.

Een constructeur vindt dat bewoners en beslissers vooral naar de feiten moeten kijken. Zij weten welke constructies wel of niet tegen bevingen kunnen. De bewoners beginnen bij hun eigen verhaal: zij hebben gezien wat er gebeurde toen het beefde en zij worden zwetend van de nachtmerries wakker in hun bed. Zij kennen hun huis toch het beste nietwaar? Wetenschappers vertellen de ‘feiten’ uit hun eigen domein. Een vakgebied met doorgaans ook al behoorlijk strakke afbakeningen. Een architect ziet ‘een ontwerpopdracht’ om historie, bouwkunst en bewoners behoeften bij elkaar te brengen.

De tekenaar, Anne Stalinski zet het treffend op papier: bewoners, experts en wetenschappers hebben ieder hun eigen eiland. Je zou permanente snelle veerdiensten of bruggen moeten hebben tussen die eilanden. Ze zijn er niet. Hoogstens vaart er een enkel klein roeibootje dat ‘toevallig’ net bij de bewoners wegvaart. In de verte vliegt een grote stoomboot voorbij – blind voor de zwaaiende mensen op de eilandjes.

Alles begint bij kennis, vindt de verzamelde groep wetenschappers, techneuten, constructeurs, historici, architecten en een enkele bewoner. Kennis moet beter gedeeld worden.

Mooi, maar hoe weeg je harde constructie feiten, zachte gevoelens en abstracte onderzoeksresultaten tegen elkaar af? Dat is het vak van politici. Die wegen en waarderen zulke ongelijksoortige grootheden en komen dan tot een besluit. Wat is leidend? Is het de dikte van je portemonnee, telt compassie met bewoners zwaar of is de (vermeende) economische vooruitgang van het hele land het belangrijkste?

Minister Wiebes is nu aan zet waar het gaat om het versterkingsprogramma. Hij heeft afgelopen week weer een hele bult ‘kennis’ over veiligheid meegekregen van de SODM. Een rijksorgaan met een heldere focus: veiligheid. Het is de veiligheid van vallende schoorstenen, geologische kennis over bevingen van de aarde en andere ‘harde’ vakgebieden. De SODM is zich ervan bewust dat haar invalshoek een heel andere is dan de ervaren veiligheid van getergde bewoners. En dat is nog weer iets anders dan de noden van de streek waar steeds meer mensen wegtrekken en naarstig gezocht wordt naar een nieuwe toekomstperspectief. Hoe kan het mooie eigene van Groningen overeind blijven als duizenden huizen worden vernieuwd of versterkt? De minister moet nu bepalen wat het zwaarst weegt.

Dagelijks slikken vele Groningers hart- en slaappillen. Ze zitten gevangen in een huis waar ze niet uit kunnen ontsnappen en een dorp dat onder hun voeten verkruimelt. Veel lijkt te gaan over geld. Een enkele keer gaat er iemand dood – maar de statistici kunnen dat nog schuiven in de categorie ‘gezondheidsproblemen’. Als je de categorieën sterfgevallen anders indeelt – en de gevallenen onder de aardbevingsgevolgen schaart – moet je wel concluderen dat er een groep sluipmoordenaars actief is. Een bende die ondermijnend genoeg is om er een heel leger op af te sturen. Maar dat doe je alleen als je oorzaak en gevolg scherp ziet. De gevolgen van de gaswinning kost levens. Niet alleen karrevrachten levensvreugde en toekomstperspectief, ook letterlijk levens! Maar we kunnen eraan voorbij gaan omdat we de feiten anders rangschikken.

Gewetensvraag: gun je iemand op zijn sterfbed het recht om te bepalen wat hij vanavond eet? Of kijk je in je eigen portemonnee en zeg je: ik wil ook nog op vakantie? De gaswinning heeft ons allen vooruit geholpen. Daarmee is het ons aller verantwoordelijkheid om ook de ellende die er uit voortkomt op te lossen. De minister is onze vertegenwoordiger. Hij past op onze portemonnee, maar laten we hopen dat ook zijn morele kompas werkt en hij zijn hart kan laten spreken.