"Als ik zeven dagen in de week kon vissen, zou ik dat absoluut niet doen"

‘In een doorsnee week ben ik zes van de zeven dagen druk met mijn bedrijf. De ene dag die overblijft, ga ik vissen. Mijn gezin vindt dat gelukkig geen probleem, op mijn vrije dag wil ik gewoon niet binnenblijven. Ik ben een buitenmens.

Ik vis in competitieverband bij hengelsportclub De Witte Dobber in Middelstum, daar woon ik ook. We proberen iedere week een wedstrijd te houden, met een clubje van rond de tien man. Ik win geregeld, maar ben ook best fanatiek.

Toen ik begon met wedstrijdvissen doodden we iedere gevangen vis nog, dat is natuurlijk absurd. Ik gooi vissen nu bijna altijd terug, probeer zo veel mogelijk de vis en natuur te beschermen. Als we stropersnetten tegenkomen, snijden we die door. En ik heb altijd een zak achter in de auto om troep mee te nemen. Je wilt niet weten wat mensen aan blikjes en plastic in het water achterlaten.

Heel af en toe neem ik een grote snoekbaars mee, om thuis op te eten. En als-ie echt groot is, poseer ik ook voor een fotootje op Facebook. Het is leuk als je vangt, dat is de uitdaging. Maar voor mij is vissen ook een uitlaatklep, je kan even de kop leegmaken, rustig aan het water. Als ik zeven dagen in de week kon vissen, zou ik dat niet doen, dan werkt het niet. Ik stap graag met mijn hengel op de fiets en maak bij aankomst een praatje met de andere vissers. Maar ik zit ook graag op de steiger voor mijn huis te vissen, samen met mijn zoon.

Het mooiste visplaatsje is bij het Winsumerdiep, daar heb je een diverse populatie. Ook heb ik de luxe dat ik iedere zomer met mijn gezin een paar weken naar Noorwegen kan, daar vis ik dan vanuit een bootje bij de fjorden. Hier is het prachtig, maar in Noorwegen is het nog net wat mooier, met al die bergen. Alhoewel, als ik daar zou wonen, zou ik misschien iedere zomer naar Groningen gaan. Het is hier zo fantastisch weids.’

Trefwoorden