Immie Jonkman is mede-organisator van Leeuwarden en Friesland als Culturele Hoofdstad 2018. Waar gaat ze zelf naartoe?

In september 2013 stond Immie Jonkman te midden van een menigte op het Gouverneursplein in Leeuwarden toen bekend werd gemaakt dat Leeuwarden de Culturele Hoofdstad van 2018 zou worden. ‘Ik heb in het openbaar nog nooit zoveel gehuild en zoveel mensen gekust als toen’, vertelt ze vier jaar later.

Met een budget van ruim zeventig miljoen euro begint op 26 en 27 januari het jaar van de Culturele Hoofdstad. Niet alleen voor Leeuwarden maar voor heel Friesland: provinciebreed staan honderden projecten op de rol, van dorps openluchttheater, markante landschapskust tot de optocht door Leeuwarden van de reuzenmarionetten van het Franse gezelschap Royal de Luxe.

Immie Jonkman, lid van het artistiek team, is nu al zeven jaar in touw voor wat zij ziet als een ‘once in a lifetime chance’ voor Friesland. Want de ambitiehorizon van de organisatie ligt veel verder weg dan 2018, beklemtoont ze. ‘Ik zie dit als een grote kans om een nieuwe toekomst voor Friesland te creëren.’

Waarom is die nieuwe toekomst zo hard nodig?

‘Friesland heeft best wel een paar uitdagingen: denk aan duurzaamheid; denk aan biodiversiteit, dus het landschap; denk aan de krimp in de plattelandsregio’s. Er moet wel wat veranderen, wil Friesland een aantrekkelijke provincie blijven om in te wonen en werken. De vraag is: hoe open sta je voor nieuwe invloeden?, hoe ga je met elkaar om?, hoe gaan we om met vluchtelingen? Een groot deel van het programma gaat over dat soort dingen: over mienskip, over maatschappelijke veranderingen. De focus ligt daarom op 2030, en niet direct op 2018.’

De Culturele Hoofdstad draait dus niet alleen om kunst en theater?

‘Wat nu steeds in the picture staat is wat volgend jaar gebeurt. Maar wij hebben drie lijnen aan het programma meegegeven: durf te doen, durf te dromen en durf anders te zijn. Dat ‘positieve activisme’ willen we wakker maken bij mensen. We werken sterk aan een programma dat ook ná 2018 invloed heeft. Dat betekent ook dat de provincie en de gemeenten ook op langere termijn budget moeten houden voor cultuur. Een stad als Nantes in Frankijk heeft ooit gezegd: wij zullen het nooit gaan winnen van Parijs. Dus wij maken onze eigen keuzes: we gaan veel geld steken in cultuur en in onderwijs. Zij hebben ‘om niet’ een grote werkplaats beschikbaar gesteld aan de mensen van Royal de Luxe, waar die nu hun grote poppen maken. Dat klimaat trekt andere cultuurmakers aan, maar ook bijvoorbeeld toeristen. Zoiets is wel een investering met een lange adem. Ik vind het lef hebben dat een gemeente als Smallingerland relatief veel in cultuur investeert, omdat je pas later de effecten ziet.’

Wat vind jijzelf interessante projecten volgend jaar?

‘Kening fan ‘e Greide vind ik interessant. Dat is een initiatief voortgekomen uit de gewone man en vrouw die zich zorgen maken over de biodiversiteit van ons landschap en het verdwijnen van de weidevogels. In het project Birds, Brass & Dance worden die weidevogels gelinkt aan het gebrek aan nieuwe aanwas bij de hafabra-korpsen in Friesland. Componist Sytze Pruiksma is de grote trekker daarvan. Volgend jaar is er de Conference of the Birds: een groot concert met tweeduizend amateurmuzikanten, samen met dansers van Club Guy & Roni, waarbij ze onder meer een vogelsymfonie geschreven door Sytze Pruiksma gaan spelen. Een mooi voorbeeld van hoe je cultuur verbindt aan een bredere problematiek.’

‘Er zitten ook projecten tussen die vertellen hoe je een samenleving opbouwt. Eén project heet bijvoorbeeld Iepen Doar(p), waarin journalist Sjoerd Litjens samen met anderen langs gaat bij alle inwoners van Veenwoudsterwal en radiointerviews en foto’s maakt. Op die manier portretteren zij de gemeenschap in dat dorp.’

Trefwoorden