Uit de kraan stroomt schoon water. Nog wel. Landbouw en industrie leggen een grote hypotheek op de toekomst.

De helft van de Nederlandse drinkwaterbronnen is kwetsbaar. Mest, giflozingen, bestrijdings- en geneesmiddelen bedreigen het drinkwater van de volgende eeuw. Het leed is er nu al: tientallen waterwinputten zijn gesloten vanwege te hoge gehaltes meststoffen als nitraat en sulfaat. De boer doet zijn best met mest. In een paar uren tijd injecteert hij duizenden liters in de bodem om de gewassen beter te laten groeien. Heel langzaam sijpelen de meststoffen ook in het grondwater door, steeds dieper en dieper. Het duurt decennia voor schadelijke stoffen als nitraat in de diepste grondlagen zijn door – gedrongen.
Inmiddels heeft bijna de helft van de tweehonderd drinkwaterputten in het land meer sporen van vervuiling dan is toegestaan. Chemische fabrieken lozen op de norm, maar dat betekent wel dat er nog steeds schadelijke stoffen in de bodem komen. Waterbedrijven waarschuwen dat het in de toekomst veel geld en inspanningen kost om het water te zuiveren. ‘Onze kinderen worden de dupe van wat er nu gebeurt’, luidt de noodkreet van directeur Arjen Frentz van de Vereniging van Waterbedrijven in Nederland aan de Tweede Kamer. De problemen doen zich vooral voor in de streken met intensieve veehouderij, daar waar al een halve eeuw lang veel mest over het land is uitgereden. De bodem is zo ‘verrijkt’ dat deze vele tientallen jaren lang zonder problemen kan teren op de reserves aan stikstof en fosfaat.
Het venijn komt los doordat meststoffen uitspoelen. Dit proces gaat decennialang door. Zelfs als boeren nu geheel zouden stoppen met mest uitrijden, is er nog niet snel zicht op verbetering. Ook in Friesland, Groningen en Drenthe is sprake van te hoge nitraatgehaltes in het grondwater. De tijdbom in de diepere grondlagen tikt verder.

Grote offers

Uit rapportages aan de Tweede Kamer over de gevolgen van mestgebruik voor drinkwaterwinning blijkt dat bemesting tussen 2000 en 2015 in 86 grondwaterwinningen heeft geleid tot normoverschrijdingen van nitraat, hardheid, sulfaat en nikkel. In 40 gevallen zit de nitraatconcentratie in het ondiepe grondwater ook in 2030 nog boven de grens.
In de ogen van het Planbureau voor de Leefomgeving moet het mestbeleid veranderen. Overbemesting en mestfraude verminderen op veel plaatsen – vooral de zandrijke gebieden – de grondwaterkwaliteit. Voor het huidig economisch gewin van de landbouwsector moet de gehele samenleving in de toekomst grote offers brengen, zoveel is zeker.

Bollenteelt bedreigt Drenthe

Hoe zit het met het ‘schone’ Noorden? Bloem – bollentelers gebruiken er veel gewasbeschermingsmiddelen en verontreinigen zo het grondwater. Het gemiddelde in de akkerbouw is volgens de Gezondheidsraad 5 kilogram per hectare, de bollenteelt zit op 75 kilogram per hectare en de lelieteelt is hierin de uitschieter naar boven.
Belangrijke concentratiegebieden voor de lelies zijn het midden en zuidwesten van Drenthe. De essen rond Vledder en Diever, te midden van drie belangrijke natuurgebieden, blijken zeer geschikt te zijn, maar het grootste areaal bevindt zich rond het stroomgebied van de Drentsche Aa. Het economisch belang is groot: in geld gemeten zijn lelies met een exportwaarde van ruim 250 miljoen euro per jaar inmiddels het belangrijkste Nederlandse bolgewas.
Ieder jaar teelt Nederland 2 miljard leliebollen. Drenthe is inmiddels de grootste leverancier. In snel tempo groeit het areaal, tot zorg van de Natuur en Milieufederatie Drenthe. Deze roept het provinciaal bestuur dan ook op om paal en perk te stellen. In Drenthe is het areaal gegroeid van 607 hectare in 2009 tot 1.152 hectare in 2017. Friesland heeft nu 270 hectare en Groningen 74.
Milieu, natuur en landschap zijn de verliezers, stelt Milieufederatie Drenthe. De groei van de lelieteelt botst met de winning van drinkwater uit het stroomgebied van de Drentsche Aa. Het Waterbedrijf Groningen is voor een belangrijk deel afhankelijk van het Drentse bekenstelsel. Al sinds 1881 benut het water uit de beek.
Op het water van de Drentsche Aa moeten we dus zuinig zijn, beklemtoont woordvoerder Judith van den Berg van Milieufederatie Drenthe. ‘Het is een wake-upcall. De gevolgen van het hoge gifgebruik door lelietelers in kwetsbaar gebied merken we immers pas later in het grondwater.’ Zij geeft toe dat de zorgen deels gebaseerd zijn op vermoedens. ‘Het is voor ons lastig om het concreet te maken, omdat er bij lelies sprake is van reizende teelt. Ieder jaar benut de boer andere percelen.’

Spuitvrije zones

De Drentsche Aa is een kwetsbaar waterwinningsgebied. Elk jaar draagt 7 miljoen kubieke meter oppervlaktewater uit de beek eraan bij dat onder andere de stad Groningen drinkwater heeft. De winners halen de laatste tijd bij De Punt meer water uit de beek, zodat ze de grondwaterwinning kunnen verminderen en daarmee voorkomen dat het natuurgebied verdroogt.
Voor de beek geldt een vaarverbod en langs de oevers mogen boeren over een breedte van vijf meter niet spuiten met chemische middelen voor gewasbescherming en onkruid – bestrijding. Dat is een begin. De spuitvrije zones verbreden is een optie. Nog doeltreffender is verduurzamen, waarbij meer boeren minder schadelijke stoffen gebruiken. Het economisch belang lijkt die wensdroom in de weg te staan: voor bijna tweeduizend Drenten betekent lelieteelt werk en een boterham. Het Waterbedrijf Groningen haalt een scala aan giftige stoffen uit het water van de Drentsche Aa, ook al zijn de hoeveelheden niet alarmerend en zelden normoverschrijdend. Maar wat als de groei van de lelieteelt op de Drentse akkers in het huidige tempo blijft doorgroeien? En wat als uit het tot 2018 lopende onderzoek van het RIVM blijkt dat de schadelijke gevolgen van bestrijdingsmiddelen groter zijn dan nu wordt voorgespiegeld en de huidige normen dus eigenlijk een schijnzekerheid bieden?
Toch vindt er in snel tempo al een omslag plaats naar een teelt met minder chemie. De proefvelden bij Vledder van Regionaal Onder – zoek Lelieteelt laten zien dat het met minder middelen kan. ‘De lat ligt hoog’, zegt secretaris Dirk Osinga uit Dokkum. ‘Wij willen uiteindelijk een ecologische teelt.’
De Stichting Bollenboos waarschuwt al sinds 2002. Woordvoerder Bram Verhave uit Diever pleit voor duurzame lelieteelt. Hij noemt het omvangrijke gebruik van chemie in de lelieteelt ‘een verslaving’. Er zijn voorbeelden dat het anders kan. Verhave hoopt op de dag dat lelietelers gezamenlijk zeggen: ‘In ons huis wordt niet gerookt.’

Open zandbak

Mooi voorbeeld van hoe het ook kan is de bundeling van natuurfunctie en waterwin – ning in het Hunzedal. Schone natuur is daar het productiemiddel voor Waterleidingmaat – schappij Drenthe. Bij Annen en Breevenen haalt die ongeveer 8 miljoen kubieke meter uit het bekenstelsel van de Hunze langs de Hondsrug.
Was hier in de vorige eeuw periodiek sprake van te hoge gehalten aan bestrijdings – middelen en meststoffen, nu niet meer. Hiervoor heeft het waterbedrijf met natuur – organisatie Het Drentse landschap honderden hectares grond van boeren verworven. Samen hebben ze van de landerijen natuur gemaakt of benutten ze die op een extensieve wijze als hooiland.
Met het herstel van de Hunze als levende beek en de ontwikkeling van nieuwe natuur is er sinds de eeuwwisseling een veilige zone voor de Drentse drinkwaterwinning. Het Drentse land is nu een open zandbak, waar de bodem de beste zuivering biedt en het eeuwenoude grondwater wordt benut voor de waterkraan in huishoudens.
‘Het is ons blauwe goud’, zegt woordvoerder Annemoreen Ooms van het Drentse water – bedrijf. ‘Uitstekend water, door de natuur gezuiverd en daarna diep in de aarde beschermd door een laag klei.’ WMD gebruikt al – leen grondwater. ‘Dat is veruit de beste optie. Het water is absoluut zuiver en komt uit een veilige bron.’

Dit artikel staat in NB#4 2017