Peter Michiel Schaap, architectuurhistoricus en directeur van architectuurcentrum Platform Gras en fotograaf Mariëlle Gebben ondergaan nieuwe architectuur in Noord-Nederland. In deze aflevering: Energy Academy Europe, Groningen

Als rechtgeaarde letterenstudenten kwamen we er nooit: de Zernike Campus. Heel erg vonden we dat niet. Zernike was ver. Het was er leeg, ongezellig en verschoond van alles wat studeren in Groningen juist zo leuk maakt(e): de stad. We benijdden ze niet, die arme beta- en gammastudenten die dagelijks aangewezen waren op ‘deze campus die maar geen campus wilde zijn’. Onze campus was de binnenstad.

Gelukkig ligt er een masterplan dat alles beter zal maken. Het plan van West 8 gaat ‘de technocratische buitenpost van de Rijksuniversiteit transformeren tot een arcadische campus met sterke heldere gebouwen in een lommerrijke setting’. Ruimtelijke kwaliteit, internationale allure, een mix van ondernemen en onderwijs en misschien zelfs wonen: ze gaan wat stad in de campus brengen.

Met deze mooie ambities in het achterhoofd fietsen we naar de Energy Academy Europe. Die is de meest recente aanwinst van het Zerniketerrein. Dat het een bijzondere ontmoeting wordt, staat op voorhand al vast. De Energy Academy is het meest duurzame onderwijsgebouw van Nederland: een statement op het vlak van energiebesparing, minimale milieubelasting en een gezonde werk- en leefomgeving. Recent won ze hiervoor nog een BREEAM Outstanding Award.

Wanneer we ons doel naderen, zien we dat er op Zernike zowaar een echt campussfeertje begint te ontstaan. Studenten en medewerkers zoeken de zon op voor hun lunch. Het vele groen – hoewel soms nog wat sprieterig – zorgt voor een aangename sfeer. En natuurlijk vallen de (nieuwe) gebouwen op. Als bonbons liggen ze op een groen laken: het markante groene Centrum voor Levenswetenschappen, de knalblauwe Bernoulliborg en ‘onze’ Energy Academy, met z’n houten honingraatgevel. En zoals het een goede bonbondoos betaamt, zit er ook een heel smerige bonbon bij: het compleet mislukte Willem Alexander Sportcentrum (hoe heeft dat kunnen gebeuren?). Eenmaal binnen constateren we dat het ruime atrium van de Energy Academy meer dan geslaagd is. Er heerst een aangename sfeer, al had de enorme plantenbak wel een forse boom verdiend (of twee). Opvallend zijn de kruisende trappen en hellingbanen aan de kopse kanten van het atrium. Ze dienen letterlijk en figuurlijk als verbindend element: tussen de gebouwdelen en als ontmoetingsplaats voor medewerkers, onderzoekers en studenten. Alsof toeval niet bestaat, treffen we in het atrium een bekende. Paul is de architect van de Energy Academy. Een betere rondleider kunnen we ons niet wensen. Hij vertelt over de bewuste mix van functies, over inlands eiken vloeren, over een ware wintertuin aan de zuidkant van het complex en over de enorme vliesgevel die als een gordijn rond het gebouw is getrokken.

Ook vertelt hij dat de techniek aan de basis heeft gelegen van zo ongeveer iedere ontwerpbeslissing. Hier, in de Energy Academy, staat alles in dienst van een aangenaam en energiezuinig gebouw. Zo is het Atrium niets anders dan een enorme daglichtvanger en draagt de wintertuin bij aan een natuurlijk binnenklimaat. Verder is het hellende dak vol kunstig geplaatste zonnepanelen vooral bedoeld om een zo hoog mogelijk energieopbrengst te genereren. Dankzij al deze bouwkundige slimmigheden doet het gebouw letterlijk en figuurlijk het werk.

Is Paul tevreden? Ja, dat is hij, zeker in het licht van de complexiteit van het gebouw en de bouw daarvan. Gaandeweg diende de Energy Academy namelijk ook nog ‘even’ aardbevingsproof gemaakt te worden. Bovendien vielen er in budget en planning de nodige hobbels te nemen. Desondanks is het concept goed overeind blijven staan.

Hebben wij nog wat te zeuren? Ja. Zo verbazen we ons over het enorme betonnen blok dat pontificaal in de wintertuin is geplaatst. Ironisch genoeg bevat het de traditionele techniek die alleen in geval van nood bijspringt. Zit die verdomde fossiele techniek toch weer in de weg…

Verder twijfelen we wat over de noordgevel. Gezien vanaf de zijkant leeft hij volop en geeft hij een mooi en rijk beeld. Maar wanneer we er recht voor staan, verdwijnt alle suggestie en blijft een rechttoe rechtaan gevel over. Dit was vast niet de bedoeling. Een kaasschaafje te veel wat ons betreft.