In de serie 'Wie maakt Noord-Nederland?' ijverige Noorderlingen aan het woord over hun successen en ambities. Dit keer Nynke Rixt Jukema, architect bij NRJ Architectuur Leeuwarden.

Naam: Nynke Rixt Jukema (Zwarte Haan, 1979).

Functie: Zelfstandig architect bij NRJ Architectuur te Leeuwarden.

Opleiding: Bouwkunde NHL Leeuwarden, Architectuur TU Delft.

Goed geslaagd in Noord-Nederland: Museum Belvédère, Oranjewoud.

Zou graag aan de slag willen met: leuke inspirerende opdrachtgevers zonder dat er een prijsvraagtraject aan vooraf gaat.

Waar heeft Nynke Rixt Jukema Noord-Nederland gemaakt?
– Lauwersoog, visrestaurant Sterkenburg
– Noorderkroonstraat Groningen, 12 sociale woningbouwwoningen
– Leeuwarden, inrichting Fries Museum
– Groningen, inrichting GRID (Grafisch Museum Groningen)
– IJlst, stadsentrees
– Leeuwarden, Kiosk Prins Hendrikbrug

Geen angst

Ze heeft een jetlag. Nynke Rixt Jukema is net terug uit New York. Ze heeft Poolse vrienden opgezocht die daar al jaren illegaal in de bouw werken. Het is tekenend voor de betrokkenheid van Jukema. ‘Nu hebben we het eigenlijk niet eens over architectuur gehad’, constateert ze aan het eind van het gesprek. Of toch ook wel. Met een omweg, die veel over haar zegt en over haar manier van werken, want Nynke-Rixt Jukema ís haar werk. ‘Het zijn grote waarden die mij inspireren: vrijheid, passie, en vooral no fear – geen angst.’

Pippi Langkous

‘Ik groeide op in een gezin waar cultuur geen rol speelde. Ik mocht niet naar de vpro kijken, daar werd gevloekt en dat was een vieze omroep. Als mijn ouders met hun zondagse visite in de voorkamer zaten, keek ik stiekem naar De Plantage, met Hanneke Groenteman. Ik moest mezelf cultureel opvoeden. Achteraf kan ik zeggen dat me dat een enorme vrijheid heeft gegeven. Maar toen ik in Delft ging studeren, keek ik op tegen studiegenoten die wel uit een cultureel nest kwamen – en dat kwamen ze bijna allemaal. Ik voelde me een boerin. Had ook nog een enorm accent. Ik moest mijn eigen basis creëren. Dat bleef iets heimelijks houden. Nu heb ik het nog; als ik in het Guggenheim Museum in New York rondloop, heb ik nog steeds het gevoel dat ik iets stiekems doe. Toch heb ik op deze wijze mijn eigen interesses en drijfveren ontwikkeld. Dat bepaalt de architecte die ik geworden ben.

‘Ik voel me als Pippi Langkous. Die moest zichzelf ook opvoeden en kwam daardoor tot een soort vrijheid die me aanstaat. Ik was zoals de brave Tommy en Annika maar werd Pippi. Mijn ouders snappen me nog steeds niet, maar zijn volgens mij wel trots op wat ik doe.’

Anne Frederik Hoekstra

‘Mijn oerpake, overgrootvader.  Hij was dorpstimmerman en aannemer in Hommerts, bij Sneek. Op de TU moesten we een scriptie schrijven over een architect. Frank Lloyd Wright sprak me aan, maar daar was al zoveel over geschreven, wat moest ik daar nog aan toevoegen? Over mijn overgrootvader was niets bekend, dat leverde een spannende zoektocht op. Detectivewerk. Ik ging bij een vriend achter op de motor de provincie door, op zoek naar wat mogelijk door hem ontworpen zou kunnen zijn. Mijn oerpake voelde zich erg betrokken bij de boeren. Rond de eeuwwisseling ging het slecht met veel boeren in Friesland. Er heerste tuberculose onder het vee, weilanden konden niet goed bemalen worden, waardoor ze vaak onder water stonden. Hij trok zich dat aan en ontwierp een moderne stal, op Amerikaanse leest geschoeid. En hij organiseerde de boeren in lokale waterschappen, zodat ze wat aan die wateroverlast konden doen. In Workum bouwde hij een coöperatieve zuivelfabriek. Die staat er trouwens verwaarloosd bij. Ik zal binnenkort bellen met de fabriek, zo’n gebouw, daar moet je toch trots op zijn? Ik bewonder de passie en de gedrevenheid van mijn overgrootvader. De wil om als architect iets goeds te doen voor de wereld, die spreekt me aan.’

Wadden

‘Ik kom van Zwarte Haan aan de Waddendijk. Ik schreef op de middelbare school een werkstuk over het buitendijks gebied en liet verschillende partijen aan het woord, de boeren, de natuurbeschermers. Het spanningsveld tussen beiden vind ik fascinerend, juist ook voor mijn werk als architect. Toen ik afgestudeerd in Delft terugkwam in Leeuwarden, merkte ik dat ik geen aansluiting kon vinden bij mijn vakgenoten. Zij ontwierpen gebouwen en ik wilde dat spanningsveld tussen natuur, ruimte en het ingrijpen daarin onderzoeken. Ik heb toen veel gehad aan de lezingen en de symposia die de Waddenacademie gratis aanbood. Maar ik moest natuurlijk ook inkomsten hebben. Twee jaar werkte ik bij Sacon, een bureau in Zwolle. Ik vond het vreselijk: vinexwoningen tekenen, die al tot in detail waren uitgewerkt. Ik mocht bij wijze van spreken alleen de steen nog uitzoeken. Toen besloot ik het heft in eigen hand te nemen en me niet langer te laten leiden door angst. No fear. Onze samenleving wordt echt geregeerd door angst. Iedereen is zo bang om fouten te maken, om regels te doorbreken. Niemand durft verantwoordelijkheid te nemen. In ons vakgebied ook niet. Je wordt als architect gedwongen als een aannemer te werken, maar ik wil juist een proces aangaan. Maar bestuurders en ambtenaren zijn doodsbang om zich open te stellen voor nieuwe inzichten en invloeden. Alles zit dichtgetimmerd.’

Vrijheid

‘Ik was in New York bij mijn Poolse vrienden. Ze werken illegaal aan de hoogste high-rise van Brooklyn. Ik wil weten waarom ze daar werken, wat is hun American dream? Er is ook werk in Polen, maar in New York verdienen de illegale bouwvakkers twee tot drieduizend dollar per maand, daar kunnen ze in Polen alleen maar van dromen. Ik ben een dag mee geweest met Matthew. Hij is dakdekker en zorgt ervoor dat de toren waterdicht wordt. Dat doet hij van papier, hij werkt zonder computer. Onvoorstelbaar. Wij moeten hier als we bij wijze van spreken vier sociale woningbouwwoningen ontwerpen er een tot in het kleinste detail uitgewerkt onderhoudsrapport bijleveren. Dat je weet dat je over 25 jaar een deurkruk moet vervangen. Het zijn twee werelden, waarbij de illegale bouwvakkers vrijer zijn dan wij, in die andere wereld. Tegelijkertijd heeft Matthew al vier jaar zijn kinderen niet gezien. Hij heeft inmiddels iets opgebouwd in New York en is afhankelijk van zijn inkomen. Hij zit in het systeem en kan er niet meer uit. Dat was ook mijn grote angst: dat je op een bureau werkt, een huis koopt en niet meer loskomt van het geld. Dat je gevangen zit in een systeem omdat je nou eenmaal de hypotheek moet betalen.’

Boerenverstand

‘We zijn zo bang om iets verkeerd te doen. Daarom durven we niet binnen een grotere context te denken. We durven ons boerenverstand niet meer te gebruiken. De angst bepaalt alles. Neem nou iets gewoons als publieke toiletten. Overal ter wereld heb je publieke toiletten, maar niet in Nederland. Ik erger me daar verschrikkelijk aan. Want waarom hebben we ze niet? Omdat niemand de verantwoordelijkheid ervoor wil nemen. Wie gaat ze onderhouden? Een op de zeven Nederlanders heeft blaasproblemen, waar moeten die naar de wc? We hebben hier in Leeuwarden Wetsus, een hoogwaardig centrum voor watertechnologie. Daar kunnen ze water en energie uit pis maken. Hoe moeilijk is het? Maar het tegendeel gebeurt, overal worden publieke voorzieningen weggehaald. Bankjes verdwijnen, prullenbakken worden verwijderd. En waarom? Omdat niemand ze wil onderhouden. Gemeenten en provincies zijn projectorganisaties geworden. Ze dienen het algemeen nut niet meer. Mijn oerpake was bezig om de wereld te verbeteren, maar in deze tijd ben je als architect bezig om de wereld op te leuken. Dat wil ik niet, ik wil ook de wereld verbeteren. Dat betekent dat ik voortdurende de confrontatie aanga. Zo kennen de mensen mij ook. Ik weet echt wel dat ik me daarmee zelf in de vingers snijd, maar ik kan niet anders.’

Nacht

‘Hier in het Noorden durven we onze kwaliteiten niet te erkennen. We hebben zo’n rijke traditie aan verhalen, aan ambachten. En een prachtig landschap waar het nog donker en stil is. Die kwaliteiten vormen enorme inspiratiebronnen voor me. Maar ze zijn ook kwetsbaar. Aan het donker en de stilte hangen geen prijskaartje, ze hebben geen in geld uit te drukken waarde. Ik wilde graag dat mensen zich bewust zouden worden van de schoonheid van de nacht en bedacht voor Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018 het Feel the Night. Maar tot mijn verdriet is dat grotendeels uit het CH-programma gehaald. Omdat niet duidelijk was hoeveel mensen zouden komen en wat het financieel op zou leveren. Maar dan vraag ik: wat is kapitaal? Dat is niet het geld, maar die stilte en duisternis. Culturele Hoofdstad is niet langer mijn feestje. Toen we dat jaren geleden bedachten werden we gedreven door idealisme. We wilden een betere toekomst voor Leeuwarden en voor Fryslân. Maar de organisatie is overgenomen door mensen die bang zijn voor dingen die niet te meten zijn. Nu onderzoek ik met andere partijen of het Waddengebied een dark sky park kan worden, of een starlight reservate. Ik geef niet op.’