Mien Aigen Hoes in Groningen geeft ex-daklozen een buddyhuis waar ze samen kunnen wonen en van elkaar kunnen leren om zo de stap naar zelfstandig wonen kleiner te maken. Wubbo heeft de volgende stap gemaakt en de sleutels van zijn eigen woning ontvangen. Noorderbreedte neemt een kijkje in zijn nieuwe huis.

Trots verwelkomt Wubbo ons in zijn nieuwe huis. Wubbo, vroeger een succesvol zakenman, kreeg een aantal jaren geleden uit het niets een black out: ‘Ik kwam weer bij in Berlijn en was alles kwijt, al mijn vrienden en mijn geld. Ik belandde in een psychiatrische opvang en kwam uiteindelijk op straat terecht. Ik kon natuurlijk wel bij vrienden of familie aankloppen maar ik ben veel te trots om dankjewel te zeggen.’

Van de straat
‘De eerste drie weken op straat waren verschrikkelijk. Daarna had ik, voor het eerst in een lange tijd het gevoel dat ik helemaal niks moest. Er kwam een soort rust over me heen. Toen ging er een knop bij mij om; ik kon zo langer niet leven. Ik raakte betrokken bij het project Mien Aigen Hoes.’ Wubbo kwam, met nog een aantal daklozen, terecht in het buddyhuis, een uitgeleefd studentenhuis wat door de woningbouwvereniging ter beschikking werd gesteld.’ Hij knapte, samen met zijn medebewoners, het huis op. Ze richtten het in met tweedehands meubels en stelden gezamenlijk de huisregels op. Het buddyhuis is bedoeld als tijdelijke woning met als doel binnen een jaar door te stromen naar een eigen huis. De daklozen waren intensief betrokken bij het meedenken over het project en zijn zo tot het idee van een buddyhuis gekomen. Wanneer je van de straat komt, kan een eigen woning erg eenzaam zijn. ‘Onze ‘buddyvilla’ maakt de overgang naar een eigen huis wat minder heftig’, aldus Wubbo.

Mien Aigen Hoes
Het Groningse project Mien Aigen Hoes, gebaseerd op het Amerikaanse Housing First model, is een samenwerkingsverband tussen LIMOR, Terwille en Werkpro. Deze organisaties helpen de daklozen met hun rehabilitatie en begeleiden ze bij het vinden van werk. Met een slagingspercentage van 85 procent is deze niet-traditionele methode zeer succesvol gebleken. Dit project geeft daklozen eerst een woning zonder dat zij aan allerlei voorwaarden moeten voldoen. De cliënten moeten echter wel bereid zijn begeleiding te accepteren. Volgens Wubbo moet een huis een beginplek en niet een eindplek zijn. De traditionele methode is andersom: eerst goed gedrag vertonen en dan pas een huis. ‘Dit is haast onmogelijk’, zegt Wubbo. ‘Wanneer je op straat leeft val je snel weer terug in je oude gewoonten. Een eigen huis is een plek waar je rust kan vinden en kan werken aan je problemen.’

Een eigen plek
Wubbo heeft een paar weken geleden de sleutel van zijn nieuwe huis ontvangen. ‘Ik ben heel blij, eindelijk weer een plek voor mezelf’, zegt hij. Alle ervaringen die hij opgedaan heeft in het buddyhuis komen nu goed van pas. ‘Ik ben nu bezig mijn eigen bed te bouwen. Het liefst zou ik alle meubels zelf bouwen. Daarnaast ben ik bezig alle elektronica bestuurbaar te maken via mijn smartphone. Lekker makkelijk! Nu ik mijn eigen plek heb kan ik eindelijk vooruit kijken. Vroeger wilde ik altijd heel graag piano leren spelen, maar ik moest eerst op blokfluitles. Nadat dat drie keer mislukt was, mocht ik ook niet op pianoles. Ik wil het al 40 jaar leren maar door mijn drukke baan ben ik er nooit aan toe gekomen. Ik heb nu eindelijk de rust en de tijd om het te leren, dus ik ga op pianoles!’

Eigen bedrijf
Ik ben nu een eigen bedrijf gestart. Mijn netwerk ben ik namelijk niet kwijtgeraakt en met behulp daarvan help ik nu jongeren die thuis zitten aan een baan. Vroeger was ik een hardwerkende zakenman en gericht op succes. Nu ben ik veel meer gericht op mijn medemens. Ik krijg voor dit werk heel veel terug. De jongen die nu voor mij werkt heeft een alcoholprobleem. Hij werkt heel hard bij mij en is aan het einde van de dag vaak te moe om bier te drinken. Wanneer ik hem van de drank af kan krijgen is dat de grootste beloning die ik me kan wensen.’