De fototentoonstelling Poppo & Engel, van fotograaf Gea Schenk, gaat op doorreis. Van Noorderlicht in Groningen verhuist de expositie de komende tijd naar Galerie de Vis in Harlingen en het Fotomuseum in Den Haag.

De fototentoonstelling Poppo & Engel, van fotograaf Gea Schenk, is op doorreis. Van Noorderlicht in Groningen verhuist de expositie via het fotomuseum in Den Haag naar Galerie de Vis in Harlingen waar de dubbelportretten van 12 december tot en met 27 februari 2016 zijn te bekijken.

Na een leven van hard werken op de boerderij verhuizen de tweelingbroers Poppo en Engel (1927) op tweeëntachtigjarige leeftijd naar een aanleunwoning. Documentair fotograaf Gea Schenk volgt ze daar ruim twee jaar. Het levert een foto-expositie en een fotoboek op over kracht en kwetsbaarheid, verbroedering en verbondenheid, uitgegeven door Noorderbreedte.

Boerenleven
Het verdwijnen van de klassieke boer was de aanleiding voor Wim van Sinderen, curator van het Fotomuseum, samen met medecurator Dirk Kome een tentoonstelling samen te stellen over boeren. ‘Passen de foto’s van Poppo en Engel dan wel bij de tentoonstelling? Op de foto’s zijn geen koeien te zien, geen akkers met bieten..’. Ja, legt Kome uit: ‘Het boerenaspect zit hem niet in de stallen of dieren op de foto’s, maar we zien bijvoorbeeld een strotouwtje om de stok van Engel op zijn plaats te houden in de rollator. Typisch iets wat bij het boerenleven past.’

Agrarische samenleving 2.0
‘De foto’s van Poppo en Engel geven een mooi beeld van de agrarische samenleving die eigenlijk een beetje ten einde is in Nederland. De manier waarop geboerd wordt is veranderd: met steeds minder mensen en meer machines een hogere productie bereiken’, aldus Kome. ‘Een betere concurrentiepositie is daar het voordeel van. Maar het zorgt ook voor afstand tussen de “gewone” burger en de oorsprong van zijn eten.’

Finissage bij Noorderlicht.

Finissage bij Noorderlicht.

Trouw aan de klok
‘Voor een serie als die van Poppo en Engel is behoorlijk wat inspanning nodig. De kunst bij het maken van zulke series is ervoor te zorgen dat je als fotograaf een soort vlieg aan de muur bent’, legt Kome uit. Daarmee bedoelt hij dat de fotograaf geen aandacht krijgt van de geportretteerden en dat ze hun eigen leven leiden en hun gang gaan, zoals ze dat normaal gesproken ook doen.
De traagheid van het bestaan van de tweelingbroers ten opzichte van de voortrazende maatschappij fascineert Schenk: ‘Ze zijn alleen maar in het hier en nu. En hun trouw aan de klok. Als het twee minuten voor 12 is, wachten ze tot die twee minuten voorbij zijn, voordat ze gaan eten.’