Als je de moeite neemt om door de ogen van ouderen naar een woonwijk te kijken, zie je allerhande obstakels die je anders nooit opvallen. Een wandeling door de Groninger wijk Corpus den Hoorn toont aan dat leefbaarheid soms in een klein stoepje zit.

Als je de moeite neemt om door de ogen van ouderen naar een woonwijk te kijken, zie je allerhande obstakels die je anders nooit opvallen. Een wandeling door de Groninger wijk Corpus den Hoorn toont aan dat leefbaarheid soms in een klein stoepje zit.

Hoe gebruiken en ervaren ouderen de openbare ruimte in hun wijk? Dat is het onderwerp van het promotieonderzoek van Debbie Lager van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de RUG. Een vraag die ze al wandelend onderzoekt. En waar we al wandelend over praten. Nu steeds meer ouderen langer thuis wonen en hun actieradius beperkt wordt tot de directe omgeving, is het belangrijk om erachter te komen hoe die ouderen de wijk gebruiken en welke betekenis de buurt voor ze heeft.

Kapper

Debbie en haar copromotor Bettina van Hoven hebben voor het interview een wandeling uitgezet door Corpus den Hoorn. Dat het regent, daar malen ze niet om. ‘Dat hoort bij veldonderzoek’, zegt Bettina, gehuld in regenpak en wandelschoenen. Onze eerste stop is het winkelcentrum aan het Overwinningsplein. Onder de luifel van een modezaak schuilen we voor de bui. ‘Dit plein is een belangrijke plek voor ouderen in de wijk’, zegt Bettina. Er zijn veel voorzieningen wijst ze, ‘kijk hier een winkel voor hoortoestellen, daar een opticien, een apotheek, een supermarkt. En die kapper aan de overkant is ook heel belangrijk, daar voelen ouderen zich thuis, de kapper heeft altijd tijd voor een praatje.’ Ook de kledingzaak waar we voor staan is duidelijk gericht op oudere klanten. Twee dames zitten binnen aan een tafeltje. ‘Die hebben we speciaal voor jou geregeld’, zegt Bettina     lachend, ‘om ons verhaal te onderstrepen.’

Het Overwinningsplein is ook qua inrichting een prettige plek voor ouderen. Het is ruim, overzichtelijk en er staan bankjes waar je kunt zitten om uit te rusten of een praatje te maken. Dat klinkt logisch, maar is het niet. Het nabijgelegen Helperplein bijvoorbeeld, is niet ingericht op ouderen, die moeten zich met hun rollators tussen geparkeerde auto’s door wurmen. Dat geeft een gevoel van onveiligheid. ‘De plek nodigt bepaald niet uit om anderen te ontmoeten. Terwijl contact en het maken van een praatje erg belangrijk zijn voor ouderen’, zegt Debbie. ‘De mensen met wie ik door de wijk wandelde, waren trots om mij te laten zien hoeveel praatjes ze maakten onderweg. Ook groeten wordt belangrijk gevonden.’

Buitengesloten

Wij slaan de hoek om en lopen naar het Proathoes aan het Noord-Willemskanaal. Dit kunstwerk, een uitkijkplek over de dijk en het water, is bedoeld als ontmoetingsplek voor alle mensen uit de wijk. Daar horen ouderen dan zeker niet bij, concludeert Debbie als we uiteindelijk in het kunstwerk zijn geklommen. Het hobbelige asfaltpad is misschien nog te nemen, maar het modderpad over het grasveld en zeker de steile nauwe opgang van het kunstwerk is een brug te ver voor iemand die niet goed ter been is. Petronella, een van de deelnemers aan het onderzoek en 89 jaar oud, was zeer verontwaardigd dat ze niet in het kunstwerk kon komen, vertelt Debbie. Deze oude dame voelde zich buitengesloten. Daar sta je als mobiele dertiger of veertiger niet zo snel bij stil.

De methode om met mensen door de wijk te lopen is belangrijk voor het onderzoek. Ouderen vinden het leuk om de wijk te laten zien en erover te vertellen. Bovendien loop je naast elkaar, zegt Debbie, en hoef je elkaar niet de hele tijd aan te kijken. Dat praat gemakkelijker. En omdat de oudere de onderzoeker rondleidt, is de verhouding gelijkwaardiger. Mensen vertellen dan ook meer. En je ziet direct wat obstakels zijn. ‘Zo blijkt het helemaal niet zo gemakkelijk te zijn om met een rollator te lopen; je moet hem met twee handen besturen. Tegelijkertijd lopen met een paraplu of een hond is bijna onmogelijk’, vertelt Bettina.

Bankjes

Op papier klinkt Corpus den Hoorn als een prettige wijk voor ouderen: ruim opgezet en groen. Maar de praktijk wijst anders uit. Het kan nogal troosteloos en saai zijn. De straten zijn uitgestorven, ook op deze doordeweekse donderdagmiddag. Jongeren zijn aan het werk, er is niemand om een praatje mee te maken. Daarom is het Overwinningsplein dus zo belangrijk; dat geeft een beetje leven in de brouwerij. Een van de respondenten was vroeger heel tevreden met haar kleine tuintje, maar is nu jaloers op een vriendin die aan het plein woont. Daar is altijd wat te zien. We gaan rechtsaf de Hippocrateslaan in, steken de Paterswoldseweg over en lopen vervolgens tussen lage flats door. Bettina wijst op de plantsoenen tussen de flats. Gras en verder niks; geen mogelijkheid om elkaar te ontmoeten. Met een paar kleine ingrepen kun je dat al veranderen. Een pad erdoor, een paar bankjes. Zo simpel kan het zijn.

Dat geldt ook voor de stoep voor de flats aan de Boerhaavelaan, wijst Debbie. ‘Als je met je rollator vol boodschappen hier de stoep op wilt, heb je een probleem, want er is geen opgang. Ja, 25 meter verderop. De mensen die deze wijk hebben ontworpen, hebben geen idee hoe ver 25 meter is voor een oudere met een rollator.’ Heeft ze nooit de neiging om de gemeente te bellen en te wijzen op de onmogelijkheden van de wijk voor ouderen? Nee, zegt Debbie een beetje verbaasd. ‘Ik wil een wetenschappelijk stuk schrijven over hoe je anders over deze dingen kunt denken. Concrete voorbeelden, zoals deze stoep, zijn daarin niet zo zinvol. Maar we presenteren de uitkomsten van het onderzoek wel aan verschillende partijen, waaronder de gemeente.’ ‘Wij willen bijdragen aan bewustwording, vult Bettina aan. ‘Laten zien hoe belangrijk het dagelijkse leven in de eigen buurt is voor wijkbewoners. We zouden willen dat planologen de wijk ingaan en praten met de mensen voor ze een ontwerp maken. Veel planologen zijn jong, blank en mobiel. Die hebben geen idee. Op basis van ons onderzoek kunnen we algemene aanbevelingen doen. En zo kunnen we de samenleving helpen.’

Dit artikel verscheen eerder in het themanummer De wetenschapper bij de kapper (april 2015), in samenwerking met Sustainable Society van de RUG. Meer weten? Kijk hier. Het nummer bestellen? Klik hier