Een bezoek aan bos en natuur is, vooral in groepsverband, een event geworden, een ervaring in de vorm van sport en spel. We trekken er al schatzoekend, Segway rijdend en wampexend doorheen.

Mensen kunnen niet meer normaal naar het bos. Nou ja, ze gaan nog wel natuurlijk, een eindje wandelen op zondagmiddag, met het gezin, de partner, de hond. Maar zodra ze in een groter gezelschap zijn, is het bos alleen niet meer genoeg. Dan moeten ze wat beleven, liefst een ‘unieke ervaring’, een ‘dag om nooit meer te vergeten’. 

Neem Drenthe, dat in de rest van het land de reputatie van plattelands-, vakantie- en bejaardenprovincie geniet. Zoek op ‘Drenthe’ en ‘groep’, en je krijgt de mogelijkheden op een rij. We kunnen mountainbiken door het Drentse land, boogschieten in het bos, bosgolfen, schatzoeken, strijden om dukaten, Segway rijden, speurtochten doen, puzzeltochten, voedselverzameltochten, op ‘wampex’ (een soort survival in het water) gaan, wandelen met geiten en Wie is de mol? spelen, onder andere.

Een gegarandeerd succes is de toertocht op een solex, waarbij je achter je familie of collega’s aanrijdt op een snorfiets, met zo’n lange leren brommerjas aan (Wikipedia: ‘Hiermee wordt bij de solexrijders een nostalgisch gevoel opgeroepen.’) Onderweg stap je af en toe af om de raadsels van de speurtocht op te lossen. De tocht is ook te boeken in een variant met een Thaise tuktuk. 

Het zijn allemaal volwassenen die dit doen. Wat onze spelletjes in bos en wei onderscheidt van die van het kinderfeestje is de ludieke, campy knipoog: dat juist wij dit doen, dat maakt het zo leuk. Ik, met zo’n jas aan, zo’n blinddoek voor. Maar ondertussen ga je er toch in op, de strijd om de dukaten, het slootje springen en blokken stapelen, en aan het eind heb je gewoon een fantastische dag gehad. 

Het bos, de natuur, is een belevingspark aan het worden, een speeltuin voor grote mensen. Een bezoek aan de natuur moet steeds meer een belevenis zijn, mailt Agnes van den Berg, omgevingspsycholoog en hoogleraar natuurbeleving. Het is echt een fenomeen van de laatste jaren, schrijft ze, waarbij recreatieondernemers, maar ook beheerders en natuurorganisaties steeds meer arrangementen en activiteiten aanbieden, ‘waardoor een uitje in de natuur steeds meer op een bezoek aan een pretpark gaat lijken’.    

Volgens Van den Berg heeft het te maken met onze vervreemding van de natuur, mensen die zich ongemakkelijk voelen in de leegte en stilte. ‘Een opvallende reactie van stadsmensen die in de natuur komen is dat ze gaan schreeuwen of heel druk gaan doen, om zich zo de natuur meer eigen te maken. Het is dan wel zo gemakkelijk als het lawaai en de drukte al voorgeprogrammeerd zijn.’

Al dat spelen in de natuur zegt iets over ons, over onze omgang met de natuur, onze bosbeleving. Op jeepsafari in Pesse, een workshop schapen drijven. ‘Escape from Veenhuizen’, of op zoek naar een in het bos verstopte paspop: het Mysterie van de Witte Wieven. Natuur, cultuur en geschiedenis zijn een recreatieve grabbelton. Homo ludens is het scrabbelbord inmiddels ver voorbij.

Misschien, zegt Hans Dagevos, onderzoeker aan de universiteit van Wageningen, zijn spel en recreatie wel de reddingsboei voor de natuur. Dat we het bos en de groene ommelanden niet bezoeken voor het groen, de ruimte en de rust, maar om er anderen te ontmoeten. Er moet wat te beleven zijn. Rust en ruimte begint een achterhaald concept te worden, zegt Dagevos, het zijn geen onderscheidende kwaliteiten meer.

Mensen gaan naar plekken omdat andere mensen er ook naartoe gaan. ‘Het is marketing, Joop van den Ende: al 600 duizend gingen u voor.’ Bij rust en ruimte denken ze: als er zo weinig mensen heen gaan, zal het wel niks zijn. ‘Er moet wat te beleven zijn, zeker voor jongeren. Ook een fenomeen is dat mensen op zoek gaan naar rust en ruimte, maar er geen bal aan vinden als ze er zijn. Ze hebben een natuurfilm gezien en denken: waar zijn die vogels nou, en die paarden?’ 

‘Het beeld van de grijze golf, rustig pendelend door het Drentse land, als je het daar als provincie van moet hebben, is het eindig. Het is de vraag of het voor de volgende generatie nog zo aantrekkelijk is.’

Provincies en gemeentes, maar ook natuurorganisaties, proberen het reservoir aan te boren van de belevingen en ervaringen zoekende mens. Ze zoeken allemaal ‘iets unieks wat anderen ook beleven’. ‘Daar wemelt het van.’

Die spelletjes, die speurtochten, zijn wij aan het infantiliseren? Nou: ‘Het moet wel flashy zijn, met state of the art techniek en apparatuur. Misschien zien we hier een omgekeerde reactie, waarin de virtuele wereld wordt terugvertaald naar de natuur. Dat mensen in real life ook willen gamen, spelletjes willen doen.’

Ja, oké. Maar is al dat gespeel nou een bedreiging of een zegen voor de natuur? ‘Het kan ook een zegen zijn. Het beleid is dat de natuur er echt voor de mensen is. Dat kan ook waardevol zijn voor de natuur. Als een stuk bos waar je elke zondag doorheen mountainbiket wordt bedreigd, kom je in het geweer. Het leidt tot betrokkenheid.’

Marthijn Wolting van Taribush, voor ‘Uitjes en gezelligheid in Drenthe’, mailt mij de planning voor de komende weken. Op vrijdag 24 april komt de Jeugdraad voor Kerken afdeling Sleen. De familie Kijlstra komt voor een hele dag Solex dolle pret. Op woensdag 29 april heeft de Politie Nederland een teambuildingsuitje. De GGZ Drenthe komt langs voor een sessie Djembee op de Jachthut. Op zaterdag 9 mei doet het bedrijf BWC uit Ruinen, in waterontharders, het arrangement met de Knotsgekke Houthakker. 

Iedereen speelt in het bos. 

Op een woensdag in april rij ik naar ‘Taribush Kamp de Marke’, aan de rand van het Dwingelderveld. Het is koud, maar ook mooi. Bos, hei, vennetjes, vogels. Het kamp van Taribush ligt aan het eind van een zandpad met diepe kuilen. 

Drijvende krachten achter Taribush zijn Wolting en Harrie Kerssies, geboren te Assen en Beilen. Vrolijke jongens, gek op spelletjes en leuke dingen. Goeiemorgen, hallo. Ze hebben een kantoor met uitzicht op een open veld. Er staan vier geiten aan een touw. De geiten gaan mee op speurtocht: een moeilijkheidsfactor, dat die geiten steeds overal doorheen lopen. De gasten krijgen een zak nootjes mee als snack: moet je opletten wat er gebeurt als ze die tevoorschijn halen. 

Kerssies ging vroeger nachtvissen op karpers, en eieren zoeken na school. Hij was gek op de natuur, nam vrienden mee, dertig, veertig man, bij het kampvuur. Op de havo in Assen kwam hij Wolting tegen, die van spelletjes hield, activiteiten organiseren, van niets iets maken. Zo doen ze het ook bij Taribush: weinig middelen, groot plezier. 

We zitten aan een picknicktafel op het Taribush-terrein: een gezellig geheel van tenten, zitkringen, barbecueplekken, een barretje, een terras, een luifel, waaraan leuke, ouderwetse gebruiksvoorwerpen zijn opgehangen. ‘We richten ons op complete uitjes’, zegt Kerssies. Eten, drinken, activiteiten, alles is geregeld. Iedereen heeft het druk, je wilt geen geregel, geen zorgen. Aan het eind ruimt het Taribush-team de rommel op. 

Nee, zomaar door een bos lopen is natuurlijk geen familiedag, geen bedrijfsuitje. Je wilt plezier, spel, wat meemaken met elkaar. De kracht van Taribush is het verhaal, de strategie. Beleef de Witte Wieven. Wie is de mol?, waarbij de psychologie een rol speelt. Het is een stuk spel en een stuk rust, afwisseling, tussendoor lekker zitten, kletsen, eten, drinken, vrolijk zijn. Genieten van de omgeving. 

Je hebt in heel Drenthe recreatieondernemers zoals zij. Het Drents Kwartiertje in Hooghalen, dat pakt het groot aan, met groepen tot 250 man, net als Taribush zelf. Breeland Recreatie in Annen, challenge, expeditie, uitdaging. Joytime Grollo, Outdoor Appelscha, net over de Friese grens. Droppings, vlotten bouwen, een smokkelspel, Westerngames. Een klimbos, klimpark, klootschieten. De laatste jaren zijn er veel bedrijven bij gekomen. 

In het bos ben je anders, zegt Kerssies. Je ontspant, wordt vrolijk, krijgt zin in leuke dingen. Een spelletje, wat grappigs. De natuur is een perfect decor voor plezier. 

Die solexen, een kerel in Ruinen is ermee begonnen. Het is nu over het hele land uitgewaaierd. Boerengolf, bedacht door een boer uit Twente. Nu zijn er 120 boerengolfbanen. Het is gewoon lachen, tussen de koeien, met een klompgolfstick en een grote bal. Lekker simpel, dat vinden mensen leuk. Schat zoeken, puzzelen, een parcours lopen. Je hebt geen gps of niks nodig.

Wolting: ‘Ik kan met één krat met dukaten 88 personen verdeeld in 22 groepen 2 uur bezig houden, in m’n uppie.’ De mannen lachen, zoals ze de hele tijd lachen. Ze hebben vrolijk werk. 

We lopen het terrein over, langs de oerbarbecue, de Marokkaanse feesttenten. Het ziet er gezellig uit, met vlaggetjes, hangmatten, parasolletjes. Fatboys, van die dikke zitzakken. Het bos in, heuvelachtig terrein. Een boogschietbaan, muziek uit een box, van Lord of the Rings. Een theatertje, in een grote kuil, met boomstammen als tribunes. Hier kijken wij allemaal naar. Nu is er niemand, behalve wij. Vrijdag gaat het weer los, met de families, bedrijven en instellingen die hier plezier komen maken. Ik krijg het Taribush Magazine (‘Voor leuke mensen!’) mee naar huis. Op de omslag kijkt een geit je onverstoorbaar aan.