Stefan Nieuwenhuis schrijft een gedicht over een plek waar hij toevallig is beland. Een fotograaf maakt, zonder het gedicht te kennen, een foto van de plek op basis van de opgegeven GPS-coördinaten. Deze keer is het beeld van Heleen Haijtema.

Op de route klinkt een bel 

tikt de volgnummerkast

bent u handen aan de tas

via kassa straatwaarts geschoven

in de omgekeerde telescoop daar krioelen de mieren

tussen pictografische puien en poorten

prijzenslagen waar u kijkt

anderen bewegen als treintjes zonder rails 

totdat matten worden uitgeklopt en de lichten doven

deuren gangen sporen lijnen

willen hebben moeten kopen

waar schema’s zichtbaar zijn vergeten we onszelf

zien waarmee we ons onledig houden

we halen binnen

we graven 

vullen en wijken weer

vooral dat laatste

na alle gedane arbeid 

is het een straat

bestond het systeem uit adem en ogenblikken

van het kleine naar het grote en terug