Ontwerper en typograaf Gerben Dollen zoekt het verhaal achter letters en cijfers in de openbare ruimte. Deze keer: Veenhuizen

Ontwerper en typograaf Gerben Dollen zoekt het verhaal achter letters en cijfers in de openbare ruimte. Deel 2: Veenhuizen

Langs een kanaal verschijnen huizen. Op de gevels één tot drie woorden, veelal gevolgd door een ferme punt. De brede rand kadert de teksten nadrukkelijk in. Net poëzie. Wanneer ik bij twee kerken de kern nader, realiseer ik me dat het dorp werk heeft gemaakt van een eigen identiteit. Naast de typografie op de gebouwen, vallen de bouwstijl, lantarenpalen en een voormalig bushokje op. Allemaal sterk gedetailleerd en uitgesproken. Maar de letters zijn klungelig, verschillen zelfs van pand tot pand. Ik ben in Veenhuizen.

Al snel maakt het poëtisch gevoel plaats voor het besef belerend te worden toegesproken. Het is de combinatie van de sobere vorm van het geheel, de be­tonnen uitvoering, de zwart/witte kleurstelling, het houterige starre schrift, de strenge verwoording van de boodschap – en de positie. Jij kijkt tegen de letters op en de letters kijken op jou neer. Dit straalt gezag uit. Toch ben ik er niet van onder de indruk. Dit komt omdat de gebouwen hiervoor te ver uit elkaar staan en er woningen tussen staan zonder tekst. Misschien zijn deze later gebouwd. En ik kom hier natuurlijk als bezoeker, ik kan straks weer naar huis.

Dat was wel anders toen Veenhuizen gebouwd is. Het was het afvoerputje van de maatschappij, het huisde gedwongen opgenomen bedelaars en landlopers. Zij waren destijds veelal buiten, aan het werk. De opschriften dienden om hen te disciplineren. Tegelijkertijd gaven de teksten duiding aan de functie of ligging van het gebouw of de status van de bewoner. Bijvoorbeeld ‘Bitter en Zoet’ voor de apotheek, ‘Contrôle’ voor de woning van de huismeester van het hospitaal.
Het gerucht gaat dat het idee van de moraliserende teksten afkomstig is van de echtgenote van een aan het dorp verbonden directeur of architect. Helaas is documentatie hierover niet terug te vinden. In het Nationaal Archief (Den Haag) vind ik wel bouwtekeningen. Hierop staan de titelplaten al geïllustreerd. Waar de tekeningen over het algemeen bijzonder gedetailleerd zijn, blijft de typografie hierbij achter. Dit komt overeen met de algehele indruk die het dorp op mij maakt: verfijnd, behalve de letters. De beschrijvende teksten op de tekeningen, met de hand getekend en variërend van vorm, tonen gelijkenissen met de uiteindelijke gevelbeletteringen. Het lijkt erop dat in de loop der tijd verschillende mallen zijn geproduceerd. Dit heeft geresulteerd in verschillende lettertypes, maar ook in nuances binnen dezelfde letterfamilies. Deze bevindingen maken het aannemelijk dat de architect, Willem Cornelis Metzelaar, de ontwerper van de letters is.

Trefwoorden