Het was een bittere pil voor Wûns. Woningcorporatie Elkien wil niet langer investeren in het terpdorp. Ze schrapte de beloofde twee nieuwe huurwoningen. Wûns ging niet bij de pakken neerzitten. Een eigen dorpscoöperatie moet ervoor zorgen dat de twee nieuwe woningen er alsnog komen. ‘Je moet erin geloven.’

Het was een bittere pil voor Wûns. Woningcorporatie Elkien wil niet langer investeren in het terpdorp. Ze schrapte de beloofde twee nieuwe huurwoningen. Wûns ging niet bij de pakken neerzitten. Een eigen dorpscoöperatie moet ervoor zorgen dat de twee nieuwe woningen er alsnog komen. ‘Je moet erin geloven.’

Bijna iedereen in Wûns is enthousiast over het plan om als dorp zelf huizen te laten bouwen, verzekert voorzitter Folkert Elgersma van Dorpsbelang Wûns. Slechts een enkeling in het dorp nabij de Afsluitdijk (bijna driehonderd inwoners) is sceptisch. ‘Kunnen jullie iets voor elkaar krijgen wat de woningcorporatie niet kan?’ Zijn vrouw Dinette Elgersma vult aan: ‘Mensen zijn murw. Wat moeten we als klein dorp, hoor je dan?’ Folkert: ‘Maar als je vraagt of ze huurhuizen in het dorp willen houden, zegt iedereen ja.’ Aan de rand van het groene dorpskampje, met uitzicht op het kerkhof en geiten, kunnen over een jaar twee verplaatsbare woningen staan. Van en voor het dorp. Een lange weg. Maar de werkgroep die zijn schouders onder het plan zet, is vol goede moed.
Wûns is een hecht dorp, zegt Kees Boer, die er dertig jaar geleden neerstreek. ‘Het leuke is dat je mag zijn wie je bent. Iedere vogel kan hier terecht. Doe je niet mee, dan is het ook goed.’ Het voordeel van Wûns is dat het centraal ligt. ‘Je bent binnen een uur in zowel Amsterdam, Groningen als Zwolle.’ Het dorp heeft een stabiel inwoneraantal en, zoals veel Friese dorpen, een bloeiend verenigingsleven. Krimp is er niet, beklemtonen Boer en de Elgersma’s. ‘Voor de zes andere huurhuizen hier was zelfs een wachtlijst van zeven personen.’ Er is een theehuis, een winkeltje met zelfgemaakte designspullen en een basisschool, die recentelijk nog is opgeknapt.

De aanleiding voor het bouwplan was dat woningcorporatie Elkien eind 2011 liet weten niet langer meer te willen investeren in 25 van de 80 dorpen waar ze woningen heeft. Dat gold ook voor Wûns. In 2025 heeft Elkien ruim tweeduizend woningen minder nodig, mede door vergrijzing en ontgroening, aldus de verhuurder. Daar komt bij dat het kabinet de woningcorporaties dwingt zich op hun kerntaak te richten – de verhuur van sociale woningen – en ze een forse verhuurders-heffing heeft opgelegd. Elkien trok de eerder aan Wûns gedane belofte in om er twee woningen te bouwen. En ja, daar zijn ze in Wûns lang boos over geweest, geeft Elgersma toe. ‘Vooral omdat er een keiharde toezegging lag.’ In boosheid blijven hangen had echter weinig zin, vond hij. Een kleine groep Wûnsers zag kansen, nu de corporatie zich gedwongen voelde af te haken. Het plan ontstond om de twee huurwoningen zelf te laten bouwen. Een werkgroep uit het dorp ging aan de slag. Vergaderen, discussiëren, maar vooral positief blijven. Boer: ‘Je gaat zoeken op internet naar dorpen die ook eigen huizen hebben laten bouwen. Die zijn er niet echt veel. Dus dan besef je dat je met iets bijzonders bezig bent. Je moet ervoor willen gaan. Erin blijven geloven. Externe begeleiding is belangrijk.’
Dinette Elgersma knikt en zegt: ‘Als dorp zelf heb je weinig kennis over volkshuisvesting. Deskundigen van buitenaf zijn nodig. Die vonden het trouwens een enorm interessant proces.’ In maart dit jaar vond een bijeenkomst plaats met tientallen deskundigen, onder wie een oud-notaris en oud-bankdirecteur, en een architect en adviseur volkshuisvesting. Het idee in Wûns vonden ze dusdanig inspirerend dat ze uit het hele land belangeloos naar het dorp afreisden.
Ook werkte het dorp, met ondersteuning van Elkien en Doarpswurk, aan een woonvisie, die vorig jaar op tafel lag. Daarin stond veel materiaal verzameld over het toekomstige wonen in Wûns, maar ook over de leefbaarheid in het dorp, de toekomst van de school, het dorpshuis, de sportvoorzieningen en de kerk. De conclusie was dat huurwoningen, gezien de verscheidenheid, belangrijk zijn voor de leefbaarheid in het dorp. Dinette Elgersma: ‘Veel jongeren kunnen nog niet kopen en willen vaak toch graag in het dorp blijven als ze uit huis gaan.’ Een trend is dat de 85-plussers Wûns veelal verlaten omdat ze aanspraak en sociale contacten missen. Boer: ‘Maar er komen jonge mensen voor terug.’
Wûns zou daarom baat hebben bij betaalbare starterswoningen, is het idee van de werkgroep. Vorig jaar betrok die TWA Architecten uit Burdaard bij de plannen. Architect Doeke van Wieren kwam met het idee van de modulaire bouw en ontwierp een flexibel en verplaatsbaar huis voor Wûns. Het idee van demontabele en multifunctionele woningen, betoogt hij, is een oud idee, dat stamt uit de jaren zestig van de vorige eeuw. Professor Habraken uit Delft bedacht een dergelijk type woning, dat was samengesteld uit modules. Dit Industrieel Ontwerpen, IDF, kwam overigens recent weer in de belangstelling te staan door het vorig jaar verschenen boek De legolisering van de bouw van Hennis de Ridder. De bewoners in Wûns reageerden enthousiast. Van Wieren: ‘De verplaatsbaarheid van de woning beperkt het risico voor de verhuurdersorganisaties. Als er geen vraag meer naar is, kun je deze woningen demonteren, ze bij wijze van spreken verkopen via marktplaats en elders weer terugplaatsen. Tijdens het weer opbouwen kun je de woning bouwtechnisch een verjongingskuur geven, zodat ze weer up-to-date is.’

 


De verplaatsbare woning lijkt overigens in te druisen tegen het principe dat deze architecten hanteren. Zij ontwerpen immers een gebouw dat zich aanpast aan zijn omgeving. Van Wieren: ‘Wij zijn contextuele architecten: elke plek levert een ander huis op, terwijl bij demontabel bouwen huis en plek worden losgekoppeld. Het huis is niet meer contextueel.’ Toch kun je ook verplaatsbare woningen aanpassen aan de omgeving, stelt hij. ‘Bijvoorbeeld door de kleur van het metselwerk. Een woning moet passen in een dorp. Je hebt wel een repeteerbaar concept, maar dat is specifiek gemaakt en sluit aan bij de wensen van de dorpsbewoners.’
Omdat heien niet de voorkeur heeft – vanwege een middelhoge tot hoge kans op archeologische vondsten in Wûns moet er bij verstoring van de ondergrond archeologisch onderzoek plaatsvinden – opteert Van Wieren voor een lichtgewicht fundering van schuimbeton, waarvan de ondergrond het gewicht kan dragen. Een voordeel is dat deze betonsoort recyclebaar is. De woningen krijgen zonnepanelen en een zonneboiler en worden mogelijk zelfs energieneutraal. ‘Technisch is dat geen probleem en zo houd je de woonlasten relatief laag’, aldus Van Wieren. Hij heeft een overeenkomst met Mark Spee van Think Building Concepts, die de bouw voor zijn rekening neemt. Wat er in Wûns gebeurt vindt Van Wieren ‘razend interessant’. ‘Een positief gevolg van de crisis is dat iedereen innovatief moet worden. Gemeenten en corporaties trekken zich terug, maar er komt daardoor een enorme drive los in de dorpen.’ De zelfredzaamheid biedt kansen, verzekert hij. ‘Vooral als de sociale cohesie in een dorp sterk is. Wûns kan zich op deze manier profileren.’

Eind september hebben de Wûnsers groen licht gegeven voor de bouw van de twee woningen. Het is belangrijk dat de dorpsgemeenschap het plan draagt, vinden de werkgroepleden. Vooral de financiële kant moet duidelijk zijn. Enkele bewoners hebben al aangegeven te willen participeren in het bouwplan.
Behalve de bouw zal de dorpscoöperatie ook de toewijzing, de verhuur en het onderhoud voor haar rekening moeten nemen.
‘De besluitvorming van woningtoewijzing moet transparant zijn’, stelt Boer. ‘ Van tevoren moet je bepalen welke criteria je hanteert.’ Wie mag de woning huren? Degene die zich als eerste aanmeldt, iemand uit het dorp of iemand die er economisch gebonden is? Als gegadigden in principe gelijkwaardig zijn, kan in het uiterste geval het lot beslissen.
Overigens zou Elkien verhuur en onderhoud in principe kunnen uitvoeren voor Wûns, als dit voor de dorpscoöperatie een probleem zou vormen, geeft Ytsen Strikwerda van de woningcorporatie aan. ‘Wij hebben er het apparaat voor.’ Hij noemt het een ‘mooie beweging’, dat Wûns zelf in actie kwam. Overigens begrijpt hij dat het besluit van de verhuurder om af te zien van de bouw van twee woningen ‘zuur’ was voor het dorp. ‘We snappen dat een dorp huurwoningen belangrijk vindt voor de leefbaarheid.’ De zes woningen die Elkien nog in Wûns heeft, zou de corporatie in principe willen verkopen aan de nog te stichten dorpscoöperatie. TWA Architecten heeft al een fraai plan voor de locatie ontworpen. Van Wieren: ‘Je zou een aantal woningen rond een hofje kunnen bouwen.’

Het proces

Werkgroepbegeleiders Eelke Nutma en Klaas Wiersma, beide ervaren begeleiders van dorpsprocessen, hanteren in Wûns het Business Model Canvas van de Zwitser Alexander Osterwalder om vorm te geven aan de dorpseigen verhuurorganisatie. Dit model beschrijft eenvoudig de grondgedachte waarop een organisatie waarde creëert, levert en behoudt. Het is zo geformuleerd dat iedereen het begrijpt en vanuit hetzelfde punt vertrekt. Via de sociocratische methode nemen de betrokkenen gezamenlijk beslissingen over de nieuwe organisatie. Hierbij tellen alle meningen en valt niemand buiten de boot.
Bekijk de woonvisie van Wons op www.dorpwons.nl