Op natuurbegraafplaats Hillig Meer bij Eext zijn de grafrechten eeuwig en worden graven nooit geruimd. Een reportage over ‘groen begraven’.

Het is een grijze, sombere winterdag als Dolf van der Weij, eigenaar van Landgoed Heidehof bij Eext, de provinciale weg tussen Rolde en Gieten oversteekt en de natuurbegraafplaats Hillig Meer opwandelt. Een warme jas is geen overbodige luxe. Mist hangt tussen de bomen. Hond Denne rent om hem heen. ‘De enige hond die hier los mag lopen’, zegt Van der Weij. Links naast het zandpad ligt een veldkei. ‘Een voorbeeldsteen’, legt Dolf van der Weij uit. ‘Op de begraafplaats, die ik trouwens liever een gedenkplaats noem, mogen alleen dit soort stenen op een graf worden gelegd. Het zijn stenen die hier van oudsher thuishoren. In plaats van zo’n veldkei neer te leggen kan ook een boom worden geplant. Andere mogelijkheden zijn er niet, al kan helemaal niets zichtbaars natuurlijk ook. Dan verdwijn je volledig in de natuur.’ Even verderop opnieuw een steen, maar nu met een daarin gegraveerde naam. Je kunt nog zien dat de grond onder de steen recent open gegraven is geweest, al zorgen blad en naalden van de bomen eromheen al weer voor een natuurlijke aanblik. Van der Weij: ‘Dit is het eerste graf op deze natuurbegraafplaats. Een bijzonder verhaal. De man die hier begraven ligt, wilde een paar weken geleden samen met zijn vrouw naar de open dag die we hier hebben georganiseerd. De dag ervoor overleed hij plotseling. Zijn vrouw heeft er toen voor gekozen hem hier te begraven.’

Missie

Voordat we met onze wandeling beginnen, ontvangt de gastheer in de woonkamer op de eerste verdieping van het huis dat helemaal met materialen uit de omgeving is gebouwd op de ruïne van een in de oorlog verwoest landhuis uit 1929. Het uitzicht is fenomenaal. Landgoed Heidehof is een natuurgebied van 155 hectare dat bestaat uit – uiteraard – heide en verschillende soorten oud en jong bos. Er zijn vennen, onder meer een hoogveenven, en een aantal pingoruïnes. Er is een grote soortenrijkdom van planten en bijzondere dieren. Door de jaren heen hebben Dolf van der Weij en zijn vrouw Annetje Braat verschillende landbouwpercelen aan hun paradijs toegevoegd. Zo hebben ze een nieuw bos en natuurterrein gerealiseerd. Een nieuw aangeplante beukenlaan verbindt het landgoed aan de zuidzijde van de provinciale weg met de 33 hectare grote natuurbegraafplaats aan de overkant. ‘We hebben voor het totale landgoed een drievoudige missie’, zegt Van der Weij. ‘We willen voorwaarden scheppen om de kwaliteit van de natuur op het landgoed te verbeteren en nieuwe natuur mogelijk te maken, we willen mens en natuur reïntegreren en we streven ernaar in brede kring meer waardering te genereren voor natuur in het algemeen, ook in financiële zin. Natuurbegraafplaats Hillig Meer past hier natuurlijk heel goed bij.’
Het gebied waar de natuurbegraafplaats ligt, kent een eeuwenoude grafcultuur. Zo’n vijfduizend jaar geleden werd het gebied al gebruikt als begraafplaats; zeven grafheuvels op het terrein uit die tijd bewijzen dat. En alsof dat nog niet voldoende is, ligt vlak naast de begraafplaats nog een hunebed. ‘Van Giffen heeft destijds één van de grafheuvels geopend’, vertelt Van der Weij. ‘Het bleek een dubbelgraf te zijn. Dat het om een moeder en dochter ging, is nog maar drie jaar geleden ontdekt. Heel bijzonder. Die ontdekking was de directe aanleiding voor het plan een kinderbegraafplaats aan te leggen. Later hebben we besloten het begraven hier niet te beperken tot kinderen. De naam Hillig Meer oftewel Heilig Meer is de naam van het ven dat in dit gebied ligt. Het verwijst naar een heilige plek.’

Cyclus

Vanaf de plek waar het eerste graf op de nieuwe begraafplaats is gedolven vervolgen we onze wandeling. Even verderop komen we bij een min of meer open plek waar in cirkels banken zijn geplaatst. In het midden bevindt zich een dikke stam van een op ongeveer een meter hoogte afgezaagde boom. ‘Dit is onze boskapel,’ zegt Van der Weij. ‘Hier kan in de open lucht een gedenkceremonie gehouden worden. Er is ruimte voor zo’n 150 mensen. Op de stam in het midden kan de kist liggen.’ Het brengt hem bij zijn beleving van de begraafplaats in het algemeen. ‘Aan de gewijde rust in dit gebied is in de loop der eeuwen nog niets veranderd. Hier kunnen we nog ervaren hoe de cyclus van leven en dood zich oneindig herhaalt. We komen voort uit de natuur en keren ernaar terug. Voor veel mensen is dat een troostrijke gedachte die het verdriet helpt verwerken dat verlies met zich meebrengt. Een gedachte die ook meespeelt bij het uitzoeken van een geschikte plek en het voorbereiden en uitvoeren van een passende afscheidsceremonie.’
We verlaten de boskapel, lopen noordwaarts en komen op het tracé van de vroegere spoorlijn Assen-Stadskanaal dat de natuurbegraafplaats kaarsrecht doorsnijdt. We passeren een steen met daarop ‘K. Broese v. Groenou 5-9-1908 … 1942 Engelandvaarder’. Dolf van der Weij legt uit dat het plan aan de gemeente is voorgelegd van de oude spoorbaan een gedenklaan te maken voor mensen die nooit een graf hebben gekregen, zoals vermisten of mensen die hun lichaam na hun dood ter beschikking hebben gesteld aan de wetenschap. ‘Deze steen is ook een voorbeeldsteen. Het gaat in dit geval om een steen ter nagedachtenis aan een broer van mijn schoonmoeder die als Engelandvaarder Engeland nooit heeft bereikt en dus officieel als vermist staat genoteerd. Hier kan hij herinnerd worden.’ Nadat we bij het fraaie, inmiddels opgeschoonde Hillig Meer hebben gekeken lopen we via een brede laan met een dubbele rij beuken terug naar het landhuis van de landgoedeigenaren. Ondertussen vertelt Van der Weij dat het begraven op zijn begraafplaats zo natuurlijk mogelijk zal moeten gebeuren. ‘Elke uitvaart zal een groene uitvaart zijn. Gebruikte materialen moeten daarom gemakkelijk weer kunnen worden opgenomen door de natuur. Dat geldt voor de kist of de urn, maar ook voor de kleding van de overledene. Na de begrafenis ontfermt de natuur zich over het graf, zodat dit na verloop van tijd weer één wordt met de omgeving. As verstrooien mag hier niet, want die bevat voor het milieu schadelijke zware metalen. En wat natuurlijk ook bijzonder is, is dat de grafrechten hier eeuwig zijn. De graven worden nooit geruimd. Belangstellenden kunnen nu al grafrechten reserveren en anders dan bij het traditionele begraven betalen ze in de toekomst nooit meer verlengings- of onderhoudskosten. ’ Van der Weij verhult niet dat Hillig Meer ook een manier is om inkomsten te genereren voor natuur- en bosbeheer op het gehele landgoed, al is begraven op zijn landgoed volgens hem niet duurder dan elders. ‘Natuursubsidies worden minder. Er is steeds minder geld voor natuurbehoud en -ontwikkeling. Voor ons is de natuurbegraafplaats één van de opties om verlies aan mogelijkheden voor natuurbeheer te compenseren, maar dat staat niet voorop.’