Het is misschien wat vreemd om een allereerste voorwoord te beginnen met een waarschuwing, maar het is voor uw eigen bestwil: doe het niet! Zoek de plekken uit uw jeugd niet op! Zelf zocht ik naar ons ‘landje’. Heeft niet ieder kind een landje? Een veldje? Een bosje dan? Een kleine vrijstaat, achter de laatste straat van de nieuwbouwwijk. Alleen de echte geluksvogels wonen op een boerderij.

Ons landje was een driekantig grasveld tussen een nieuwe bejaardenflat en een oude boerderij. Zo’n op de tekentafel overgeschoten stukje grond. Te klein voor nog een straat, te groot voor een plantsoen. In mijn herinnering was het een paradijs. En natuurlijk was het ook altijd zomer op het landje, zo gaat dat met herinneringen. Alle kinderen uit de buurt speelden er. We deden wat iedereen op landjes doet: hutten timmeren en vlotten bouwen en ruziemaken met de kinderen uit een andere straat. Of, vredelievender, bloemen plukken voor onze moeder. Die ze dan enigszins besmuikt op een kast wegzette, onzichtbaar vanaf de straat. Wisten wij veel dat zwanenbloemen beschermd waren.

Eigenlijk deden we alles wat nu ‘in’ is in ruimtelijke-ordeningsland: wij gebruikten het landje tijdelijk. En we d…

Wij willen onze journalistiek zo open mogelijk houden omdat we onze liefde voor het Noorden graag met iedereen delen. Om deze onafhankelijke journalistiek mogelijk te maken, investeren wij veel tijd. Wij hebben lezers nodig om dit te kunnen blijven doen. Voor slechts €57,50 per jaar kun je ons steunen en krijg je vier keer per jaar ons tijdschrift opgestuurd.

Trefwoorden