Op 10 mei heeft het Kennisnetwerk Krimp Noord Nederland (KKNN) de Kennisagenda Krimp gepresenteerd. Tijdens het vijfde krimpcafé, in Eernewoude, heeft Marjon Galema van het ministerie van Binnenlandse Zaken de agenda in ontvangst genomen van Tialda Haartsen (Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, RUG).

Op 10 mei heeft het Kennisnetwerk Krimp Noord Nederland (KKNN) de Kennisagenda Krimp gepresenteerd. Tijdens het vijfde krimpcafé, in Eernewoude, heeft Marjon Galema van het ministerie van Binnenlandse Zaken de agenda in ontvangst genomen van Tialda Haartsen (Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, RUG).

Het KKNN heeft als doel een kennisnetwerk rondom krimp op te zetten, kennis te delen en kennis te ontwikkelen. De Kennisagenda dient als officieel startschot van die derde doelstelling. Het idee is dat in de noorde-lijke regio gezamenlijke onderzoeksvragen bestaan die lokaal en provinciaal overstijgend zijn, maar waarvoor het nationale schaalniveau te algemeen is.
De Kennisagenda bevat meer fundamentele onderzoeksvragen die moeten leiden tot inzicht in trends, patronen en samenhangen rondom krimp en groei. Maar er zijn ook vragen geformuleerd rondom de thema’s wonen, economie en werken, recreatie, leefbaarheid, mobiliteit, welzijn en gezondheid. Verder is het bewoners-perspectief belangrijk: hoe is het om in een krimpgebied te wonen, op te groeien of oud te worden?

Aan de lancering van de Kennisagenda ging een presentatie vooraf van Jan Kleine (Bureau PAU) en een paneldiscussie met Marga Waanders (burgemeester Dongeradeel), Rein Hagenaars (directeur Wonen Noordwest Friesland) en Johan de Veer (journalist Dagblad van het Noorden) over regionale samenwerking in krimpgebieden. Kleine gaf alvast een voorschot op de conclusies uit het nog te verschijnen onderzoeksrapport waarin de ‘do’s & dont’s’ van regionale samenwerking in krimpsituaties worden besproken. Dat bestuurders misschien wel regionaal willen denken, maar toch lokaal door kiezers worden afgerekend, bleek een belangrijk knelpunt voor regionale samenwerking. Ook stelde Kleine dat gemeentelijke schaalvergroting alleen nog een kwestie van tijd en politieke timing is. Meer ruimte voor verschillende soorten samenwerkingsverbanden, afhankelijk van de inhoud van die samenwerking, oog voor de relatie tussen groei en krimp, en een ondersteunende rol van de provincies
kwamen ook aan bod.

www.kennisnetwerkkrimp.nl

Trefwoorden